194 Voorstel tot het voteren van een extra krediet ten behoeve van de vervanging van het meubilair van de openbare kleuterschool „Kleuterwereld" te Soester- berg. 195 Voorstel tot het verlenen van medewerking ex artikel 50 van de Kleuteronderwijswet aan de vereniging voor christelijk nationaal schoolonderwijs „De school met den Bijbel" voor het uitbreiden van de onder haar bestuur staande kleuterschool (éénklassige) met één lokaal. Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder dis cussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 196 Voorstel tot behandeling le lezing van de ontwerp- gemeenschappelijke regeling „Woonwagenschap Regio Amersfoort". Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Mijnheer de voorzitter! In het voorstel staat dat er tijdens deze vergadering nog nadere mededelingen zullen worden gedaan. Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN- BERG: Mijnheer de voorzitter! Ik meen dat die op merking een vrijheid is geweest van de samensteller van het pre-advies. Ik geloof dat de betrokkene een beetje in de war is geraakt door het feit dat de juridi sche commissie soms een wat ander standpunt in neemt dan de commissie maatschappelijk werk. Het college meent dat alle wezenlijke op- en aanmer kingen inzake de regeling kunnen worden meegeno men naar het algemeen bestuur van het woonwagen centrum, want het stuk wordt voor tweede lezing nogmaals aan de raad voorgelegd. Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Mijnheer de voorzitter! Voorgesteld wordt om het aantal leden van het algemeen bestuur te wijzigen, waardoor arti kel 8 moet worden gewijzigd. Ik meen dat de artike len 2, 3, 4, 5 en 6 daarom moeten worden aangepast. Dat heb ik niet in het voorstel teruggevonden. Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN- BERG: Vanzelfsprekend zal dat gebeuren, wanneer artikel 8 wordt gewijzigd. Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Ik ben, wanneer dat het geval is, tevreden. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 197 Voorstel tot verkoop van een perceel grond, gelegen nabij de Noorderweg aan de Stichting voor Protes tants Christelijk Voortgezet Onderwijs in de regio Baarn-Soest. De heer DE WILDE: Mijnheer de voorzitter! Ik stel uitdrukkelijk voorop dat mijn opmerkingen over dit voorstel niets hebben te maken met mijn teleurstel ling over het feit dat er blijkbaar van een samenwer kingsschool voor havo-vwo geen sprake zal zijn. Dat is een ander hoofdstuk dat thans niet aan de orde is. Het gaat thans om de verkoop van een perceel grond door de gemeente. Mijn opmerkingen terzake van de ze verkoop zijn van negatieve aard en het zou kunnen gebeuren dat mijn opmerkingen worden gezien als een poging om te voorkomen dat die school wordt ge sticht. In de commissie heb ik reeds de vraag gesteld of de koopakte de instemming heeft van de minister van onderwijs en wetenschappen. (Daarop gaat het colle ge in het pre-advies niet in). Wij hebben een vorige keer het grapje gehad van verkoop van grond aan het bestuur van de r.k.-mavo, maar een paar maanden la ter moest het voorstel opnieuw worden behandeld, omdat de minister de zaak niet pikte. Om twee rede nen geloof ik opnieuw dat er geen sprake van is dat de minister van onderwijs en wetenschappen zich met de verkoopakte zal verenigen. In lid 7 van de verkoopakte wordt bepaald dat de gemeente wanneer zij op grond van artikel 19 van de Wet op de Ruimte lijke Ordening niet in staat is de bouwvergunning te geven, de grond weer zal overnemen, terwijl de kosten van overdracht dan voor rekening van de koopster zullen zijn. Die koopster heeft echter geen enkele in vloed op de toepassing van artikel 19. De vorige keer (bij de verkoop van grond aan de r.k.-mavo) hebben wij dat punt op last van de minister uit de verkoopak te moeten schrappen. Waarom al deze omslag, wanneer men van tevoren weet dat het toch niet lukt? Opnieuw staat in de verkoopakte dat de bouw bin nen één jaar na de grondoverdracht moet beginnen. Ook die voorwaarde heeft de minister de vorige keer niet willen accepteren. En dat zal mijns inziens ook dit maal het geval zijn, want de minister heeft zijn eigen scholenplannen met financiering; hij laat zich op dit stuk niet dwingen door de gemeente. Ik vraag mij af of het niet veel beter is om in punt 7 een ontbindende voorwaarde in de koopakte op te nemen. Dat kan gebeuren door te bepalen dat, wan neer de gemeente er niet in slaagt de vereiste goedkeu ring voor de bouw te geven, de koopakte wordt geacht ontbonden te zijn. Dat vind ik een veel verstandiger oplossing dan de voorgelegde oplossing. Met betrekking tot de inzake de koopprijs overgeleg de stukken heb ik het gevoel gekregen dat het in de grond gestopte geld er wel uitkomt. Wat dat betreft leg ik mij dan ook bij de voorgestelde prijs neer. Kan het college echter mededelen hoe het zit met de goedkeuring van gedeputeerde staten voor het plan op dit gebied? De VOORZITTER: Dit deel van het plan is goedge keurd. De heer DE WILDE: Waarom stelt het college dan de toepassing van artikel 19 van de Wet op de Ruimte lijke Ordening afhankelijk van de vraag of gedeputeer de staten De VOORZITTER: Op het moment dat het pre-ad vies werd samengesteld was die goedkeuring nog niet in ons bezit. De heer DE WILDE: U staat dus op het standpunt dat, nu het bestemmingsplan door gedeputeerde sta ten is goedgekeurd, niets meer de toepassing van arti kel 19 in de weg staat? De VOORZITTER: Dat is inderdaad het geval. De heer DE WILDE: Daarmede ben ik het erg on eens. Die school is een groot gebouw (een structure rend element). Door deze gang van zaken is een be roep op de Kroon van de bezwaarden volkomen il lusoir. Hiermede wordt aangetoond dat een dergelijke toepassing van artikel 19 het stelsel van de Wet op de Ruimtelijke Ordening ondergraaft. Dat stelsel luidt: eerst raad, dan gedeputeerde staten en vervolgens kunnen bezwaarden zich beroepen op de Kroon. Wanneer de gemeente artikel 19 toepast (gedeputeer de staten hebben zich inmiddels gebonden, want zij hebben het bestemmingsplan goedgekeurd en zij kun nen waarschijnlijk hun goedkeuring niet onthouden aan de te vragen verklaring van geen bezwaar door het college) ontstaat een situatie die ik niet in over- 288

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1975 | | pagina 289