Nr. 1. Soest, 16 januari 1975 NOTULEN van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad der gemeente Soest op donderdag, 16 januari 1975, te 19.30 uur. VOORZITTER de burgemeester, mevrouw mr. J.M. Corver-van Haaften. SECRETARIS de heer H. Borreman. Tegenwoordig de leden: G.M.J. van Aalst, mevrouw G.G.A. Alting-Ambrosius, W.A. Blaauw, J.J. van den Brakel, J.J. Eb- bers, mevrouw JW.D.P. van Gelder-Cornelissen, mevrouw J. Greefhorst-Van Overdam, K. de Haan, J.W. Hilhorst, D. Hoekstra, mevrouw E. Korthuis-Elion, P.C. Lange, R.A. van Logtenstein, G.H. Oldenboom, mevrouw P.J. Oranje-Entink, G.A.W.G.A. Plomp, J.R. van Poppelen, A.H.F. Smit, G. Stam, mevrouw M.F. van Stiphout-Croonenberg, J. Visser en K. de Wilde. Voorts tegenwoordig, wat het laatste gedeelte der vergade ring betreft: de heer P.C, Pieren. Afwezig met kennisgeving de leden: M.A. van Ee, P.L.J.M. Storimans en C. Verheus. De VOORZITTER opent de vergadering en stelt voor met gebed te beginnen. Hierna vindt voorlezing van het gebed door de voorzitter plaats. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik deel u mede dat er bericht van verhindering is ingekomen van de heren Van Ee en Verheus. Ik mag een speciaal woord van welkom toeroepen aan de leerlingen van de Mariaschool die hier aanwezig zijn om te bekijken hoe het allemaal gaat en die mij al hebben toege fluisterd, dat zij wanneer zij de daarvoor vereiste leeftijd hebben bereikt, best bereid zijn om bij ons op het gemeen tehuis te komen werken. Dames en heren. Ik moet u zeggen dat ik soms wel eens wat moeite heb met het houden van een nieuwjaarspraatje in de eerste raadsvergadering van het nieuwe jaar, vooral als die pas halverwege de maand valt. Want velen van ons hebben elkaar sinds 1 januari al vele malen de hand geschud, hetzij met begeleiding van het traditionele glaasje en het even tra ditionele hapje, hetzij omdat ons gewone werk ons bij el kaar bracht. Maar ik wens u, van deze plaats af, nogmaals veel goeds in 1975 toe, voor u persoonlijk, voor al diegenen die u het meest dierbaar zijn, en veel sterkte voor uw werk, uw da gelijkse werk en uw werk als gemeenteraadslid, in het nieuwe jaar. Mag ik hierbij vooral insluiten de ons zo kri tisch volgende en dus waarschijnlijk corrigerend werkende vertegenwoordigers van de schrijvende pers, zij die hier q.q. hier steeds aanwezig zijn en al diegenen die de publie ke tribune plegen te bezetten en ons werk hetzij met in stemming, hetzij met afkeuring - dat hangt van het onder werp en de betrokkenheid af - begeleiden. U hebt op uw tafel gevonden het vertrouwde cijfermateriaal, waarin u voor een klein gedeelte het wel en wee van de ge meente weerspiegeld ziet. Het inwonertal steeg in 1974 slechts met 440, in 1973 met 388. Het is niet veel en ik aarzel of ik nu zeggen moet, dat ik me daarover verheug dan wel dat het me een beetje te leurstelt. Ik neig in déze fase van de opbouw van onze ge meente, waarinhet hoog tijd wordt dat wij ons centrale voorzieningenpakket een beetje kunnen opvijzelen, nog naar het tweede, naar de teleurstelling. En ik zeg uitdrukke lijk déze fase, omdat ik niet graag aangezien wil worden voor een van die burgemeesters over wie men - al dan niet terecht - roddelt, dat ze hun gemeente alleen maar groot zouden willen maken. Gelukkig heeft een burgemeester in het tegenwoordige tijdsbestek niet zo erg veel in te brengen. Het aantal woningzoekenden in de gemeente Soest is schijn baar dit jaar enorm toegenomen, van 958 tot 1444. Maar de verontrusting over dit grote aantal is niet erger dan vorig jaar. Integendeel. Want als men het aantal ziet dat is ver meld onder hen die een betere of een grotere woning wen sen te betrekken, dan ziet men dat deze categorie is geste gen van 297 tot 702. De plannen die of in uitvoering zijn of „in de startblokken" staan, openen voor velen van onze in woners die niet adequaat gehuisvest zijn, perspectieven en we hopen dan ook door middel van doorstroming het ko mende jaar (eerst in Overhees en later in Egghermonde) ve len te kunnen helpen. Maar nogmaals (het kan niet vaak genoeg op alle niveaus benadrukt worden): de procedure volgens de Wet op de Ruimtelijke Ordening, waarbij het onherroepelijk worden van bestemmingsplannen, indien tot in hoogste instantie goedkeuring moet worden verkregen, jaren duurt,kan zo niet worden voortgezet. Want het toevlucht nemen tot het overigens volkomen legale redmiddel van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening wordt de gemeenten steeds moeilijker gemaakt. En dus zal de procedure moeten worden gewijzigd, hetzij door het recht van bezwaar en be roep niet voor „een ieder" te laten gelden, hetzij door het beroep op de Kroon af te schaffen, hetzij door de Kroon- procedure aan termijnen te binden en de termijnen bij ge deputeerde staten te verkorten. Want voor het inspraak- recht van iedere individuele burger wordt met deze werk wijzen van nu door het algemeen belang een te hoge prijs betaald. Bij de huidige maandelijkse stijging van bouwkosten en de hoge rentestand is het van het grootste belang, dat bouw plannen die gemaakt zijn en waarop geldelijke uitkomsten zijn geënt, op de kortste termijn worden uitgevoerd om fi nanciële teleurstellingen bij huurders en kopers te kunnen voorkomen. Zolang een gemeente haar bouwplannen nog volkomen af stemt op de nood van de eigen bevolking, moet ze niet worden tegengewerkt, maar moet haar door hogere overhe den de steunende en helpende hand worden gereikt. Daar zijn mijns inziens de hogere overheden voor uitgevonden! En ook als een gemeente in de regio Eemland iets verder kan gaan dan het oplossen van de plaatselijke woningnood - als ze daarvoor nog potentiële groeimogelijkheden heeft -, zal er verder gegaan moeten worden. De woningbehoefte in de regio is nog erg groot en in Soest bestaan nog poten tiële groeigebieden. Ook de discussienota Streekplan Utrecht-Oost ziet groeimogelijkheden voor Groot-Amers foort of de regio Amersfoort. In een gesprek met gedeputeerde staten over deze discus sienota is mij verzekerd, dat tot de regio Amersfoort of Groot-Amersfoort in elk geval ook Soest hoort. Het dalende geboortencijfer zal pas na een aantal jaren in vloed op de woningbehoefte krijgen. Bij de behandeling van het ontwikkelingsplan en het uit kiezen van het voorkeurmodel zal de raad - gesteund door de bevolking - naar ik hoop een weloverwogen uitspraak in deze complexe materie, waarbij veel onverzoenlijks ver zoend zal moeten worden, doen. Ik keer nog even terug naar het cijfermatige overzicht en constateer, dat de brandweer steeds meer een algemeen hulpverlenend instituut wordt. Van de in totaal 192 uitruk kingen hadden er 93 verband met hulpverlening. Vastgelo-

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1975 | | pagina 2