dijk.
De heer GOOTE: Ik hoop het van harte.
Wethouder PLOMP: Dat doen wij met u.
De VOORZITTER: Ik meen dat er een duidelijk ver
schil moet zijn tussen de deelnemers en andere instan
ties. Dat kan niet anders.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
205 Voorstel tot het toekennen van investeringssubsidie
aan de Fakkeldraagstersgroep, groot f. 2.222,50.
206 Voorstel tot het verlenen van een aanvullend krediet
ten behoeve van de verbouw van de Savornin Loh-
manschool voor g.l.o.
207 Voorstel tot het verlenen van een extra krediet aan
het hoofd van de openbare lagere school Soesterberg
ten behoeve van de aanschaf van materiaal voor
nieuwe leesvormen.
208 Voorstel tot het verlenen van medewerking ex artikel
72 van de Lager-onderwijswet 1920 aan:
a. het bestuur van de Vereniging voor Christelijk Na
tionaal Schoolonderwijs „De School met den Bijbel"
ten behoeve van de aanschaf van leer- en hulpmidde
len voor het vak lezen voor de Insingerschool voor
g.l.o., alhier;
b. het bestuur van de Stichting Van der Huchtscholen
te Soest voor de aanschaf van meubilair en leer- en
hulpmiddelen ten behoeve van de Van der Hucht-
school voor g.l.o.
209 Voorstel tot het vaststellen van de vergoeding over het
jaar 1974 op grond van artikel lOlbis van de Lager-
onderwijswet 1920 (vakonderwijs).
210 Voorstel tot vaststelling van de vergoedingen over het
jaar 1974 op grond van de bepalingen van de Kleuter
onderwijswet.
211 Voorstel tot het vaststellen van de vergoeding over het
jaar 1974 op grond van artikel 191 van het Besluit
Buitengewoon Onderwijs 1967.
Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder dis
cussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
212 Voorstel tot het vaststellen van de vergoeding over
het jaar 1974 op grond van artikel 103, tweede lid van
de Lager-onderwijswet 1920.
De heer VERHEUS: Mevrouw de voorzitter! De mi
nister van onderwijs en wetenschappen schijnt toe
stemming te hebben gegeven om op de vijfjaarlijkse af
rekeningen voorschotten uit te keren aan het bijzon
der onderwijs. Het college zal, wanneer ik goed ben
ingelicht, daarmede instemmen. Binnen welke termijn
kan dit worden gerealiseerd? Is het de bedoeling dat
afrekening ieder jaar na vaststelling van het vooraf
gaande jaar zal plaats vinden of na een andere periode
(bij voorbeeld vijfjaar)?
Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Voor
het samenwerkingsorgaan wordt een voorschot voor
het lopende jaar gegeven. Voor het basisonderwijs is
dit jaar geen overschrijding geconstateerd, zodat er
geen doorberekening zal plaats vinden.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
213 Voorstel tot wijziging van de Arbeidsovereenkomsten
verordening.
214 Voorstel tot het verlenen van eervol ontslag aan de
hoofdleidster van de openbare kleuterschool te Soest-
Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder dis
cussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
215 Voorstel tot verhoging van diverse belastingen en
rechten.
De heer OLDENBOOM: Mevrouw de voorzitter!
Voorgesteld wordt ook de leges voor het rijden met
paarden in de duinen te verhogen. Ik vraag mij af of
deze leges niet nog meer moeten worden verhoogd,
daar de rijders nogal wat overlast veroorzaken en om
dat de tarieven in de omliggende gemeenten hoger zijn
dan in Soest.
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Er zijn
een paar belastingen waarmede ik het beslist niet
eens ben. Allereerst de in artikel 38a opgenomen
rechten die betrekking hebben op wachtdiensten door
de brandweer bij voorstellingen. Wij hebben het col
lege gevraagd een lijstje te maken van ruimten waar
die wachtdiensten zouden plaats vinden. In het voor
stel merkt het college nu op:
„Deze wachtdiensten kunnen worden voorgeschreven
indien in de inrichting meer dan vijftig personen tege
lijk aanwezig kunnen zijn."
Dat kan bij mij thuis ook.
De opbrengst wordt geschat op f. 3.000,-. Voor dat
bedrag kan men ook niet zo veel doen. Als een van de
terreinen waarvoor een wachtdienst kan worden voor
geschreven, wordt het openluchttheater genoemd. Wij
zullen een heleboel voorstellingen moeten laten vallen,
wanneer die belasting voor voorstellingen in het
openluchttheater wordt geheven, want dan wordt het
voor de organisators wel allemaal erg duur.
Ik heb ook bezwaar tegen een verhoging van de leges
voor gemeentelijke stukken als de begroting, raadsno-
tulen en raadsvoorstellen. Ik vind dat de kosten thans
al hoog zijn. In verband met een bevordering van de
democratie is het niet bevorderlijk om die bedragen
nog hoger te maken.
Ook de kosten van een paspoort zijn in Soest erg hoog
en die kosten moeten mijns inziens dan ook niet wor
den verhoogd.
De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter!
Degenen die niet op een riolering zijn aangesloten, be
talen f. 24,- voor het ledigen van beer- en zinkputten.
Dat bedrag is redelijk, omdat de betrokkenen er
niets aan kunnen doen, dat hun woning niet kan wor
den aangesloten op de riolering. Het te betalen recht
zal f. 72,— per jaar bedragen, wanneer de woning niet
is aangesloten op de riolering, terwijl die aansluiting
wel kan worden gerealiseerd. Is dit laatste tarief kos
tendekkend? Zo neen, waarom wordt er dan geen
hoger tarief voorgesteld?
De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! Diver
se verhogingen gelden voor verschillende jaren. Er zijn
tarieven die sinds 1972 niet zijn verhoogd, terwijl an
dere tarieven sinds 1973 niet zijn verhoogd. Dat sy
steem vinden wij niet zo prettig. Wij vinden het veel
verstandiger wanneer de tarieven, indien nodig, ieder
jaar worden aangepast. Ik neem nl. aan dat er in het
algemeen een zeker verband is tussen de tarieven en
de diensten die voor die tarieven worden verleend.
Waarom wordt er geen jaarlijkse indexering toegepast?
Een dergelijke werkwijze lijkt mij veel logischer dan
het nu ineens verhogen van een tarief met bijvoor
beeld 20%. Een dergelijke verhoging is min of meer
303