Als gevolg van het vorengestelde zijn wij het grondig
oneens met de bepaalde werkwijze. Waarom is niet
reeds veel eerder een opzet gemaakt, zodat de com
missie openbare werken en de commissie financiën de
kosten hadden kunnen bekijken?
Wij zouden volledig begrip hebben gehad voor de situa
tie, wanneer het idee van die verhuizing ineens was
opgekomen, maar wij zien, gelet op het feit dat er
reeds gedurende geruime tijd aan de thans voorgestel
de verhuizing werd gedacht, niet in, dat de cijfers niet
eerder hadden kunnen worden geproduceerd.
Een aantal fractieleden (waaronder ikzelf) meent dat
er nu zo spoedig mogelijk moet worden begonnen met
die verhuizing, daar ei bij de gemeentelijke sociale
dienst sprake is van een bijzonder schrijnende situatie.
Deze leden zullen daarom voor het voorstel stemmen.
Een aantal andere leden van mijn fractie is het ech
ter zo oneens met deze procedure, dat zij geen mede
werking kunnen verlenen aan dit voorstel. Zij menen
dat behandeling van dit voorstel nog wel een maand
had kunnen wachten, mede omdat de makers van de
financiële opzet kennelijk van mening waren, dat het
maken van die opzet kon wachten tot dit ogenblik
De vorige keer hebben wij gesproken over het voteren
van een bedrag voor het in orde maken van het oude
gebouw van de Nederlandsche Middenstandsbank. Nu
moeten wij een beslissing nemen over het onderhavige
voorstel. Ons bekruipt het onaangename gevoel, dat
wij door al die kleinere en grotere bedragen zo langza
merhand een enorme rekening gepresenteerd krijgen,
Bij het presenteren van die rekening moeten wij dui
delijk kennis kunnen nemen van de consequenties;
een en ander zal niet bij stukjes en beetjes moeten
worden verdoezeld Wij verzoeken het college dan
ook ons op korte termijn een algeheel overzicht te
overleggen van de kosten die moeten worden gemaakt
om de bestaande noodsituatie op te lossen.
De heer VAN EE: Mevrouw de voorzitter! Als mo
tief hebt u genoemd het feit dat er geen nieuw ge
meentehuis zal worden gebouwd. Ik heb in het afgelo
pen jaar echter helemaal geen plannen gezien. Een ge
meentehuis kan niet van de ene op de andere dag wor
den gebouwd Ik vind dat er kan worden gesproken
van een ongecoördineerd geheel. Uit principe zal ik
dan ook tegen dit voorstel stemmen; niet omdat ik het
oneens ben met hetgeen wordt voorgesteld, maar om
dat ik het oneens ben met de procedure.
Ik zal om hoofdelijke stemming vragen.
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Ik sluit
mij van harte aan bij hetgeen de heer Van Ee heeft op
gemerkt. Ik erken dat de gemeentelijke sociale dienst
slecht gehuisvest is, want dat weet ik uit eigen erva
ring, omdat ik daar wel eens kom voor een vergadering.
Ik zal echter evenals de heer Van Ee uit principe tegen
dit voorstel stemmen
Het college kent mijn voorstel voor een nieuw gemeen
tehuis en ik schuif dan ook alle verantwoordelijkheid
van mij af. Ik heb veel betere ideeën. Ik weet precies
wat de oplossing is Door hetgeen thans wordt voorge
steld worden grote bedragen verdoezeld Ik ga dan ook
niet akkoord met dit voorstel.
De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter!
Over deze materie is al meermalen gesproken in het
seniorenconvent. Een bepaald raadslid heeft gemeend
er goed aan te doen om het in de pers te doen voorko
men alsof dat seniorenconvent een soort van gemeen
teraadje is. Die gedachte keur ik ten sterkste af. Het
seniorenconvent is een college waarin wordt gespro
ken over wat er in de gemeente leeft en de gedachten-
wisseling dient te worden doorgespeeld aan de frac
ties.
Aan de orde is de slechte huisvesting van het gemeen-
tepersoneel. Daarover is sinds juni jl. regelmatig ge
sproken in het seniorenconvent. De zaak is in het se
niorenconvent steeds zeer kritisch bekeken. Steeds
(ook gisteren nog) is duidelijk gesteld, dat grote inves
teringen slechts mogen worden gedaan, wanneer er
concrete plannen zijn met duidelijke tekeningen. Gis
teren ging het echter in het seniorenconvent om iets
anders en hetgeen de heer Visser nu heeft gezegd, ver
baast mij dan ook enigszins. Ik vraag mij af waarom
hij dat gisteren niet heeft gezegd.
Ik heb er begrip voor dat een aantal leden van de
V.V.D.-fractie bezwaar maakt tegen de procedure,
maar daartegenover staat, dat wij gisteren nog eens
duidelijk hebben onderkend, dat de huidige huisves
ting van de gemeentelijke sociale dienst sinds maanden
onhoudbaar is. Een oplossing is, in het bijzonder met
het oog op de burgers die de g.s.d. bezoeken, bijzon
der noodzakelijk.
Reeds meermalen is er gesproken over het behouden
van het oude gebouw van gemeentewerken. Wij be
treuren dat er niet eerder een voorstel is gedaan,
maar de reden daarvoor is al vaak genoemd in het se
niorenconvent. Gisteren is in het seniorenconvent af
gesproken, dat de zaak met de fracties zou worden
besproken en er is niet gesproken over een maand uit
stel. De leden van mijn fractie, onder meer zitting
hebbend in de commissie financiën en de commissie
openbare werken, willen deze uitzondering accepte
ren. Wij nemen niet de verantwoording op ons om de
verhuizing nog langer uit te stellen. Er zijn geen in
grijpende investeringen noodzakelijk, want er moet
slechts geld worden uitgetrokken voor het realiseren
van noodzakelijke aanpassingen. Mijn fractie zal dan
ook voor dit voorstel stemmen.
De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! Ook
de leden van mijn fractie zijn niet enthousiast over de
procedure en ik denk dat niemand dat is. Wij hadden
liever gezien dat wij de tijd hadden gehad om de zaak
rustig te overdenken,
Voor een groot deel kan ik mij aansluiten bij de op
merkingen van de heer Van Poppelen. Ik verbaas mij
ook een beetje over de hele ontwikkeling. De heer
Visser heeft de gisteren gehouden bespreking bijge
woond, maar hij heeft helemaal niets gezegd. Hij heeft
niet ja en niet neen gezegd. Vanavond heb ik in de
krant gelezen dat hij opzettelijk heeft gezwegen. Dat
had ik helemaal niet begrepen. Uit een oogpunt van
collegialiteit had men mogen hopen dat hij wat had
gezegd, want dan weten wij tenminste waaraan wij
toe zijn. Nu zegt hij principieel tegen het voorstel te
zijn. Dat vind ik een zeer inconsequent standpunt. Het
is immers niet zo dat wij, wanneer wij vandaag een
plaats zouden weten voor het gemeentehuis, de boel
de boel zouden kunnen laten en dat wij niets zouden
behoeven te doen voor de g.s.d. (Dat geldt evenzeer
voor het politiebureau). Wie dat beweert maakt zich
bijna aan demagogie schuldig. Dat is niet meer reëel.
Wij hebben een goede en verantwoorde planologische
ontwikkeling bepleit. In dat kader moet men de rust
nemen om te kijken waar het centrum moet komen.
In dat geval moet men, wanneer men wordt gecon
fronteerd met de gevolgen van een dergelijk stand-