met de Kosteneenheden gezien. Wij hebben in dezen te maken met momentopnamen. Het ligt er maar net aan hoe het een en ander wordt uitgelegd, wie het wil gelo ven en hoe vaak er hinder wordt ondervonden. Geluid kan bijzonder hinderlijk zijn, maar het gaat om de duur en de frequentie. De metingen ter bepaling van de aantal len Kosteneenheden zijn gebaseerd op het hoogtepunt. Er is verleden jaar een hearing van de K.V.P. in Soester- berg geweest waarop ook Ons Belang was vertegenwoor digd en waarop generaal Van Eisen heeft geprobeerd om aannemelijk te maken hoe hinderlijk een vliegbasis kan zijn Dat is hem niet gelukt. Omdat deze problemen van daag de dag erg actueel zijn bij de luchtmacht, is TNO opgedragen om andere metingen te doen. De heer VAN POPPELEN: U noemt de K.V.P Wie zegt dat wij dat van plan waren? De heer BLAAUW: Ik zei dat de heer Van Eisen dat plan had Ik meen dat dat ook wel vrij duidelijk is gebleken. U was er toch bij? De heer VAN POPPELEN: Ja. De VOORZITTER: Ik zou zeggen: Gaat u dat eens onder een borrel even uitpraten, want anders wordt het hier een beetje laat. De heer BLAAUW: Dit hele plan staat en valt met Kos teneenheden en alles wat daarmede verband houdt, me vrouw de voorzitter Er zijn momenteel veel meer gege vens bekend, omdat TNO elke start, vlucht en landing in welke richting dan ook op en rond de vliegbasis heeft ge meten en er na elke vlucht momenteel computerkaarten worden gemaakt Dat hele project duurt een jaar. Het zal nu ongeveer vijf maanden aan de gang zijn. Misschien zou u die gegevens eens kunnen opvragen. Dan kunt u het ge luid van minuut tot minuut en met vermelding van de frequentie in kaart gebracht zien. Dan zouden er wel eens heel andere dingen uit de bus kunnen komen met betrekking tot het aantal keren per dag dat er van een be paalde hoeveelheid Kosteneenheden geluidshinder sprake is Als je aan een drukke straat woont waar denderende vrachtwagens voor je deur langs gaan, zou je wel eens veel meer lawaaihinder kunnen ondervinden dan wanneer je in Ons Belang woont. Als u van plan bent dit project aan te pakken zou u eens bij de commandant van de vliegba sis kunnen informeren of hij al bereid is om u de bedoel de gegevens te verschaffen. Het kan voor Ons Belang na tuurlijk erg belangrijk zijn als deze gegevens bekend zijn. De VOORZITTER: Ik vind dit een heel interessant pro bleem, maar ik moet nogmaals stellen, dat wij op dit mo ment gebonden zijn aan de meerbedoelde brief van de staatssecretaris ik weet niet wat voor normen er door het ministerie van volksgezondheid en milieuhygiëne wor den gehanteerd. Het anticipeert natuurlijk ook op de nieuwe Luchtvaartwet. Wat daarin staat is ook zo mooi niet, want daarin wordt ten aanzien van gebieden waarin er nog mag worden gebouwd het toegestane aantal Kos teneenheden nogal erg laag gesteld. Het is allemaal erg mooi, maar zolang de brief van de staatssecretaris niet wordt ingetrokken - en daar heb ik de macht niet toe Mevrouw KORTHUIS-ELION: Maar het materiaal waar op de heer Blaauw heeft gedoeld, kan daartoe misschien wel dienen. De VOORZITTER: Ja, maar dat komt over een jaar. De heer BLAAUW: Het kan er nu al zijn. U kunt mis schien het materiaal betreffende de metingen in de afge lopen vijf maanden krijgen. De VOORZITTER: Ik wil het best proberen, maar dan moeten wij het er natuurlijk met ons allen wel mee eens zijn. En u moet niet vergeten dat wij nog altijd met een eigenaar hebben te maken Er is natuurlijk een bewoners commissie die iets wil, maar de stichting Ons Belang zal in eerste instantie iets moeten willen Wanneer een eige naar beschikt over een brief waaruit blijkt dat een reno vatie niet wordt gesubsidieerd, kan hij zich op dit stand punt stellen: Ik verricht geen achterstallig onderhoud meer, want ik, eigenaar, wil gebruik maken van de subsi diëringsmogelijkheden die er voor nieuwbouw zijn. Ik probeer mij wel eens te verplaatsen in degenen die er uiteindelijk iets over te vertellen hebben. Dat zijn wij niet. De heer DE WILDE: Is het niet zo, dat het gemeentebe stuur krachtens de Woningwet toezicht op de woning bouwverenigingen moet uitoefenen? De VOORZITTER: Ja. Maar ik zou mij kunnen voor stellen (ik praat nu hypothetisch), want ik weet het niet), dat wanneer een woningbouwvereniging enerzijds gewel dige subsidiemogelijkheden voor herbouw heeft en an derzijds weet dat ze geen renovatiesubsidie krijgt, wij, toezicht houdende - vagelijk toezicht, want waar zijn onze bevoegdheden omschreven? - het niet redden om haar te dwingen achterstallig onderhoud te verrichten. U allen probeert ons met boodschappen op te zadelen en daar zijn wij voor, maar u moet natuurlijk wel weten hoe die boodschappen kunnen vallen. De heer DE WILDE: Zeker. De heer PIEREN: Ik meen, mevrouw de voorzitter, dat in het bestemmingsplan Amersfoortsestraat Ons Belang als woonwijk is ingetekend. De VOORZITTER: Ja, maar dat zegt niets. De heer PIERENDat zegt inderdaad niets Maar ik wil de u deze, misschien wat moeilijke vraag stellen: Wat gaat er als Ons Belang wordt afgebroken (laten wij nu eens even van deze veronderstelling uitgaan, ik hoop altijd nog dat het in overleg met alle mogelijke instanties niet zal gebeuren), met de betrokken grond gebeuren? De VOORZITTER: Die krijgt de gemeente. De heer PIEREN: Heeft u zich er nog niet over beraden wat u daarmede gaat doen? De VOORZITTER: Neen. Maar wat dacht u nu? Wij zijn met het hele probleem van hoogst waarschijnlijk niet renoveren geconfronteerd op, pak weg, 23 oktober 1974. Toen hebben wij de hoofdingenieur-directeur van de volkshuisvesting gevraagd alles eens op een rijtje te zetten. Vervolgens hebben wij op 3 december 1974 De heer PIERENJa, maar u kent mij en weet, dat ik ge wend ben om altijd wat ondeugende vragen te stellen. Ik zal gelijk het vervolg van mijn vraag stellen Volgens alle mogelijke verhalen, die ook bij rijkswaterstaat vandaan komen, schijnen er plannen te zijn om de Van Weerden Poelmanweg door te trekken door Ons Belang heen. Daarom stel ik bewust de vraag: Heeft het college zich er al over beraden wat ei met die grond gaat gebeuren? De VOORZITTER: Neen De heer PIEREN: Dat wilde ik alleen maar weten. De VOORZITTER: En ik weet niets van een visie als die waarop u nu doelt. Ik heb er nooit iets van gezien of ge hoord De heer PIEREN: Ik dank u wel De VOORZITTER sluit hierna, te 23 58 uur, de verga dering. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Soest d.d. 20 februari 1975. secretaris, De voorzitter,

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1975 | | pagina 32