Nr. 17 Soest, 8 december 1975
NOTULEN
van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad
der gemeente Soest op maandag 8 december 1975 te 19.00
uur.
VOORZITTER de burgemeester, mevrouw mr. J.M.
Corver-van Haaften.
SECRETARIS de heer H. Borreman.
Tegenwoordig de leden: G.M.J. van Aalst, mevrouw G.G.A.
Alting-Ambrosius, J.J. van den Brakel, M.A. van Ee, J J. Eb-
bers, mevrouw J.W.D.P. van Gelder-Cornelissen, H.J. Goote,
mevrouw J. Gree£horst-Van Overdam, J.W. Hilhorst, D.
Hoekstra, mevrouw E. Korthuis-Elion, P.C. Lange, R.A. van
Logtenstein, G.H. Oldenboom, mevrouw P.J. Oranje-Entink,
G.A.W.G.A. Plomp, J.R. van Poppelen, A.H.F. Smit,
G. Stam, mevrouw M.F. van Stiphout-Croonenberg, P.L.J.M.
Storimans, C. Verheus, J. Visser (later) en K. de Wilde (la
ter).
Afwezig met kennisgeving het lid: W.A. Blaauw.
De VOORZITTER opent de vergadering en stelt voor met
gebed te beginnen. Hierna vindt voorlezing van het gebed
door de voorzitter plaats.
De VOORZITTER stelt aan de orde:
Algemene beschouwingen van de fractievoorzitters met be
trekking tot de vaststelling van de begroting der gemeente
en die der bedrijven en tot goedkeuring van de begroting
van de stichting zwembaden Soest en de sportstichting voor
het jaar 1976.
De VOORZITTER: Dames en heren! Ik constateer dat op
dit moment twee fractievoorzitters niet aanwezig zijn, waar
om ik de vergadering voor vijf minuten wil schorsen.
De heer VAN LOGTENSTEIN: Mevrouw de voorzitter! Ik
heb sterk de indruk dat betrokkenen gewoon te laat zijn,
omdat de raadsvergaderingen normaal om half acht begin
nen. De fractievoorzitters hebben hun speeches op papier
staan en het is dan ook misschien mogelijk om de speeches
te overhandigen aan de beide afwezige fractievoorzitters, zo
dat dezen kunnen nalezen wat er is gezegd.
De VOORZITTER: Ik geef er de voorkeur aan om te be
ginnen met alle fractievoorzitters aanwezig. Wij zullen
even laten bellen om na te gaan of er misschien een vergis
sing in het spel is. Over vijf minuten zullen wij dan met de
beraadslagingen beginnen.
Ik schors de vergadering.
(De heer De Wilde komt, te 19.07 uur, ter vergadering).
Nadat de vergadering is hervat zegt de VOORZITTER:
Dames en heren! De heer Visser is in aantocht; hij had op
half acht gerekend. Wij zullen nu beginnen, want anders
heeft het weinig zin om een vergadering om zeven uur uit
te schrijven.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voorzitter: Al
lereerst zou ik onze vreugde erover willen uitspreken, dat
wij het nieuwe begrotingsjaar ingaan met een college waar
in - op voorstel van alle partijen hier tegenwoordig - vier
wethouders zitting hebben; wethouders die te zamen zowel
procentueel als politiek een zo groot mogelijk deel van de
raad weerspiegelen. De diepgaande en openhartige gesprek
ken die hieraan zijn voorafgegaan en de positief-kritische
wijze waarop de betrokken partijen hun gezamenlijke ver
antwoordelijkheid voor het bestuur van de gemeente tot
uiting willen brengen, doen ons met vertrouwen het nieuwe
jaar tegemoet gaan.
Met verslagenheid en droefheid heeft ons het overlijden
van wethouder De Haan vervuld. In het vele werk dat wacht
zal echter menigmaal zijn visie doorwerken.
In afwijking van andere jaren heeft het college thans in de
nota van aanbieding eerst de ontwikkelingen geschetst in
het gemeentelijk beleid, om vervolgens de financiële conse
quenties te overzien. Dit is een juiste opstelling. Ten einde
echter de beleidsdoelstellingen zoveel mogelijk te kunnen
verwezenlijken, zullen wij een uitermate goed doordachte,
sobere en efficiënte handelwijze moeten volgen. Té vaak is
tot nu toe sprake geweest van stukwerk, van improvisatie.
Met de totstandkoming van het ontwikkelingsplan en de
herziene investeringsnota zal dan uiteindelijk een lange
termijnbeleid mogelijk zijn. Daarmede zal worden voldaan
aan hetgeen de V.V.D.-fractie reeds vele jaren heeft bepleit.
Bij de algemene beschouwingen bezinnen wij ons allereerst
op het financiële reilen en zeilen van de gemeente, zowel
op korte als ook op lange termijn. Daarbij zal iedere poli
tieke partij vanuit haar eigen gezichtsveld prioriteiten willen
stellen. De V.V.D. zou in dit opzicht de bijzondere aandacht
willen vestigen op de volgende punten:
1. zonder de opbrengst uit het gas zou ons begrotingstekort
verdubbelen;
2. de verhoging van de omslagkosten van gemeentewerken;
3. investeringsmogelijkheden met betrekking tot kapitaal-
werken;
4. de onroerend-goedbelasting.
Ad 1, opbrengsten uit gasverkoop. Ook Soest leeft voor
een aanzienlijk bedrag van de opbrengsten van verkoop van
gas (winstsaldo voor 1976 is geraamd op f. 248.000,- tegen
f. 130.000,- in 1974 en f. 429.000,- in 1975). Daarmede
zijn wij niet de enige gemeente. De consumentengids heeft
hieraan uitgebreid aandacht besteed. Door ons te houden
aan de zogenaamde verticale prijsbinding - dat wil zeggen
door de onderlinge afspraak na te komen gas tegen een be
paald tarief te verkopen - moet de consument meer betalen.
De schatting van de meeropbrengsten 1976 is weliswaar
iets lager begroot dan het jaar daarvoor, maar desondanks is
de meeropbrengst hoger dan het begrote gemeentetekort.
Wij vragen ons af of deze situatie op de lange termijn ge
handhaafd kan blijven of dat de rijksoverheid hiervoor een
stokje zal steken, met alle gevolgen van dien.
Ad 2, de 11% omslagkosten van gemeentewerken. Hetgeen
de V.V.D. al jaren heeft beweerd - nl. dat de totaalkosten
van gemeentewerken te hoog zijn - kan niet langer worden
ontkend. De aap komt uit de mouw nu het college deze om
slagkosten met 10% van het bedrag van vorig jaar verhoogt
en de omslagkosten daarmede van 10% op 11% komen. De
V.V.D. verwacht van het college dat het percentage van 11
het volgend jaar weer wordt teruggebracht tot 10. Het col
lege weet waar de mogelijkheden met betrekking tot het
personeelsbeleid zijn. Nu een begin is gemaakt met de
functiewaardering van het ambtelijk apparaat, hebben bur
gemeester en wethouders een basis voor een verantwoord
personeelsbeleid. Gaarne ontvangen wij in de komende
maanden inzicht in dit beleid.
Wij verwachten dat ook de S.S.W. ons het bewijs zal willen
leveren dat onderhoud van het woningbestand goedkoper
en efficiënter kan gebeuren.
Ad 3, investeringsmogelijkheden op kapitaalwerken. Op
23 juni jl. hebben de leden van de financiële commissie ge
discussieerd over de financiële armslag van de gemeente bij
investeringen in kapitaalwerken. Daarbij bleek dat door een
viertal factoren (te weten: a. toeneming van het aantal in
woners; b. aandeel gemeente in groei nationaal inkomen;
c. verhoging van de eigen middelen, met name de gemeente
lijke belastingen; d. wegvallende kapitaallasten van in het
verleden gedane investeringen) de gemeentelijke financiële
middelen wel toenemen, maar bij lange na niet voldoende
om de kapitaallasten - voortvloeiende uit op de investerings
lijst op te nemen objecten - te dekken, wanneer wij ten-
329