Mevrouw Korthuis heeft een opmerking gemaakt over het
budgetteringssysteem Ik heb dit punt met collega Hoekstra
besproken Ik zal een deel van de beantwoording van dit
punt voor mijn rekening nemen, omdat ik ook het verleden
heb meegemaakt. Het is de bedoeling dat wij tot een strin
gentere kostenbewaking overgaan. Dat wordt ons thans wat
gemakkelijker gemaakt met behulp van apparatuur en de
thans aanwezige mankracht, Er zal daarvoor een goede com
municatie moeten ontstaan tussen de administratie (dat wil
zeggen de mensen die over de centen gaan) en de technici
De gegevens moeten tijdig worden doorgespeeld, zodat ieder
een voldoende kostenbesef kan worden bijgebracht, voor
zover dat niet reeds aanwezig is, In dit verband heeft de heer
Van Poppelen er reeds terecht op gewezen, dat het begrote
bedrag niet altijd behoeft te worden uitgegeven. Dat moet
de betrokkene dan wel in een zo vroeg mogelijk stadium
kunnen worden verteld In de organisatie zal daarvoor een
vorm van communicatie moeten bestaan,
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Heeft het college het vertrou
wen dat dat op korte termijn kan worden bereikt of koes
tert het college alleen de hoop
Wethouder EBBERS: Ik kan met beloven dat de effecten
van die communicatie volgend jaar reeds voor honderd pro
cent tot uitdrukking komen, maar met de administratie en
de technici is hierover reeds diverse malen gesproken. Er is
onder meer gesproken over de wijze waarop zij elkaar zullen
informeren Ik hoop dat de eerste resultaten volgend jaar
zullen blijken. Er zal echter van een zekere opbouw sprake
dienen te zijn. Men zal elkaar onder meer moeten willen
verstaan.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Vorig jaar hebben wij ge
vraagd om het budget te koppelen aan de persoon, zodat de
technische man zelf kan zien hoe de stand van zaken is
voordat hij heeft gecommuniceerd met de financiële man.
Gebeurt dat thans?
Wethouder EBBERS: Jazeker. De technische man maakt het
budget op en dat blijkt in de financiële administratie. Er zal
voor moeten worden gezorgd dat dat budget wordt bewaakt
en daarom is die communicatie zo nodig. Dat is een heel
belangrijke zaak. Dat is in het verleden misschien niet mo
gelijk geweest, maar nu is het wel mogelijk, maar daarvoor
is een nadere aanpassing van de organisatie en de communi
catielijn nodig.
De VOORZITTER: Dames en heren! Er is gevraagd wat
wij kunnen zeggen over hetgeen er heeft plaats gevonden na
onze bespreking over het concept-ontwerp van wet reorga
nisatie binnenlands bestuur. Ik heb ook de bijdragen van an
dere gemeenten gezien. Ik heb kunnen constateren dat de
gemeenteraad van Soest deze zaak heel serieus heeft behan
deld. De tien punten waarmede de raad unaniem heeft in
gestemd, zijn integraal als bijlage opgenomen in het ambte
lijk advies van de provincie Utrecht. Die punten zijn onge
wijzigd opgenomen,
Het is moeilijk om te zeggen wat er verder met onze bijdra
ge is gebeurd. Gedeputeerde staten hebben een stuk gemaakt
voor provinciale staten. Daarover is op 19 en 20 november
jl. door de staten van Utrecht gesproken. De resultaten van
de statendiscussie zullen aan de hogere overheid worden
doorgespeeld. De communicatielijn is bij ons begonnen,
maar wij verliezen een beetje het oog op wat er van onze ad
viezen overblijft.
De heer De Wilde heeft gevraagd wat de gemeenten in de
omgeving denken over de gewestelijke indeling. Onze ge
meente is ingedeeld in een gewest Eemland met een stuk Ve-
luwe erbij. De raad heeft uitgesproken dat Eemland met
Harderwijk niet het alleenzaligmakende is; het zou ook Eem-
land-Gooiland kunnen zijn en er zou ook een stuk Vallei bij
kunnen. Baarn denkt ook in de richting van Gooiland.
Amersfoort zegt dat Eemland in ieder geval bij elkaar moet
blijven, maar er wordt een vraagteken gezet bij het stuk Ve-
luwe. Leusden heeft gezegd een gewest Eemland-Harderwijk
niet zo te zien zitten; deze gemeente vindt dat Utrecht
eigenlijk één provincie moet blijven. Dat is een geluid dat
ook in de kring van het provinciaal bestuur wel wordt ge
hoord.
Wij zullen verder moeten afwachten hoe het met dit con
cept-wetsontwerp gaat. Het wordt bestreden en geprezen
Ik weet niet of het ook weer in de ijskast terecht komt; dat
zullen wij moeten afwachten. Wij hebben in ieder geval een
uitgebreide bijdrage aan de discussie geleverd.
Het is niet de bedoeling dat wij het overleg in Eemland op
sterk water zetten in afwachting van de regeringsplannen.
Uit de nota van aanbieding blijkt mijns inziens, dat wij me
nen dat er gewoon met Eemland moet worden doorgegaan.
Tot vanmorgen had ik de illusie dat ik vanavond zou kun
nen mededelen, dat het nieuwe concept-gemeenschappelij
ke regeling (een enigszins verwaterd concept onzes inziens)
was aanvaard door het dagelijks bestuur en dat het binnen
kort zou worden aangeboden aan de gemeentebesturen.
Vanmorgen is echter gebleken dat de wijn nog niet voldoen
de is verdund, Er zijn nog weer opmerkingen gemaakt. De
situatie in de gemeente Eemnes is bijzonder moeilijk. De
meerderheid van de raad van Eemnes voelt zich vooralsnog
meer aangetrokken tot Gooiland. Vandaag vindt in die ge
meente een referendum plaats. De meerderheid van de raad
van Eemnes wil wat Eemland betreft in ieder geval niet ver
der gaan dan de nu bestaande regeling. Een wijziging of in
trekking van de gemeenschappelijke regeling kan op dit
moment alleen met algemene stemmen worden bereikt.
Men kan zich dan ook afvragen wat er moet gebeuren, wan
neer de gemeente Eemnes in haar standpunt volhardt. Ik kan
dan ook niet zeggen dat de raad zeer binnenkort een nieuwe
concept-gemeenschappelijke regeling aangeboden zal krijgen.
Er is in ieder geval weer een vertraging opgetreden. Ik neem
aan dat de raad dat met het college zal betreuren.
Het college was bereid die nieuwe slappe gemeenschappelij
ke regeling aan te bieden (het enige dat veranderde was
eigenlijk de rechtspersoonlijkheid), Wij waren voornemens
om in de aanbiedingsbrief te vermelden, dat wij de mening
zijn toegedaan, dat er sprake is van een slap aftreksel. Dat
heb ik vanmorgen ook namens het college in het dagelijks
bestuur gezegd. Ik geloof dat ik daarmede ook het gevoelen
van de raad naar voren heb gebracht.
Over het recreatieproject zijn wij binnen Eemland aan het
brainstormen. Wij hebben een moment de illusie gehad dat
wij dat recreatieproject in de nieuwe gemeenschappelijke
regeling hadden kunnen inbouwen, maar nu die nieuwe ge
meenschappelijke regeling langer op zich zal laten wachten,
zal moeten worden bezien of het mogelijk is in Eemland
zelf een recreatieschap van de grond te krijgen. Wij zullen
moeten afwachten of een dergelijk plan met succes zal wor
den bekroond De zaak is in een overlegstadium. Wellicht
zal er sprake zijn van een soort doelcorporatie in Eemland-
verband Wij hebben liever een Eemland-recreatieschap,
maar wanneer een dergelijk project langer dan drie maanden
op zich laat wachten, zullen wij erover moeten piekeren om
eventueel iets te doen in het kader van de Utrechtse Heu
velrug. Een aantal Eemlandgemeenten - Leusden, Baarn en
Soest - heeft veel objecten die verband houden met de
Utrechtse Heuvelrug. Er zal dan ook in het kader van de
recreatie iets moeten gebeuren. Op dit moment leven wij
echter nog in de illusie dat er in Eemland-verband iets van
de grond zal komen, dat wil zeggen, dat er in Eemland een
recreatiebasisplan kan worden opgezet. Ik hoop dat men zo
345