een op De heei DE WILDE: Dat cijfer is een beetje afhanke lijk van het personeelsbestand, Ik denk datje met één op 500 a 600 veel dichter bij de waarheid zit dan met één op 2000 Dat laatste cijfer lijkt mij volstrekt on mogelijk In dit geval is belangrijk wat voor soort mensen men in dienst heeft, of er veel problemen zijn en of er veel gezinnen zijn Het bestand van de men sen moet derhalve bekend zijn. Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN- BERG: Mevrouw de voorzitter! Ook bij de sociale dienst voelen wij wel eens dat controle nodig is, want soms rijzen er bij ons vraagtekens. Wij moeten er ech ter voor waken dat wij een soort sociale politie krijgen. Ik geef echter volmondig toe, dat in sommige gevallen controle nodig is. De heer LANGE: Ik heb het woord sociale recherche niet in de mond genomen. De begroting van de gemeentelijke sociale dienst wordt zonder hoofdelijke stemming voorlopig vastge steld 6 het Gasbedrijf en de Centrale Antenne-Inrichting. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Nutsbedrij ven plegen vaak winst te maken, maar ik meen dat ik daarover niet zoveel meer behoef te zeggen, want een lid van het college van gedeputeerde staten van Utrecht heeft daarover vorige week een artikel gepu bliceerd. Uit de stukken is mij duidelijk geworden, dat het gas bedrijf in 1975 een winst heeft gemaakt van vier ton, terwijl voor 1976 een winst van f. 250.000,- is ge raamd Mijns inziens moet de aandacht worden gevestigd op de verspilling van gas. De Gasunie probeert daaraan al iets te doen door het verspreiden van folders en het hier en daar aanbrengen van reclameteksten, maar ik meen dat ook het gemeentelijk gasbedrijf op dit ter rein een taak heeft. Elk jaar stellen wij een bedrag (f 18,000,-) vast voor de uitgave van voorlichtings folders, maar ik meen dat wij meer kunnen doen met dat bedrag Een enquete onder de bewoners van de Van Gent flats in het Soesterveen heeft aangetoond, dat de verschillen in gasverbruik enorm groot zijn, Is het college bereid om wat meer aandacht aan dit specifieke probleem te besteden? Wethouder EBBERS: Mevrouw de voorzitter! Ik heb maandagavond tegen mevrouw Korthuis gezegd, dat zij de cijfers van het gasbedrijf verkeerd had geïnter preteerd, De in de begroting staande cijfers zijn niet alle cijfers. Mevrouw KORTHUIS-ELION: U verzwijgt dus wat! Wethouder EBBERS: Neen In 1974 bedroeg het re sultaat f. 648.000,- inclusief de uitkering volgens het Normbedrijf (de minimum uitkering die een gasbedrijf mag doen; deze uitkering vindt men niet meer zo een- tweedrie terug, want daarvoor zou de rekening 1974 van het gasbedrijf moeten worden gehanteerd). In dat resultaat zat ook een aantal uitkeringen van het gas bedrijf op grond van initiële kosten In 1975 was het resultaat f. 642 000,- en voor 1976 is een bedrag van f, 561 000,- geraamd. Daaruit blijkt dat er sprake is van een terugloop, maar die terugloop is weer niet zo erg als zij lijkt, want van 1974 op 1975 hebben wij een margeverbetering gekregen, waardoor wij de initi ële kosten erbij kregen met als gevolg dat het nettore sultaat in 1975 hoger was, In 1976 is het geraamde re sultaat weliswaar lager dan in 1975, maar er is inmid dels overeenstemming bereikt in de onderhandelin gen tussen de Gasunie en de V.E.G.I.N. over een mar geverbetering die ongeveer neerkomt op negen gulden per aansluiting, waardoor wij ongeveer een ton krijgen. Dat betekent dat het resultaat van 1976 ongeveer ge lijk zal zijn aan het resultaat van 1975. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Wat wordt het winst saldo dan? Wethouder EBBERS: Voor volgend jaar in totaal f. 561.000,— plus f. 275.000,- plus f. 100,000,-. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Dus veel meer. De VOORZITTER: Neen. Wethouder EBBERS: Die laatste ton moet natuurlijk nog komen, want dat is de margeverbetering. De heer VAN EE: U praat over bijna zes ton. Waar kunnen wij dat bedrag vinden? Wethouder EBBERS: Er is geen sprake van winstsal do. Het gaat om de overdracht van geld voor diensten die worden verricht en daarnaast de uitkering aan de gemeente volgens het Normbedrijf. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Hoeveel bedraagt de minimum winst dan Wethouder EBBERS: De uitkering aan de gemeente volgens het Normbedrijf staat onderaan pagina 206 vermeld. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Daaruit blijkt dat wij nog veel meer van het gas leven dan ik maandagavond jl. zei. Wethouder EBBERS: Een vast bedrag van f, 275.000,- wordt aan de algemene dienst betaald voor door de gemeente ten behoeve van het gasbedrijf verleende diensten, Daarnaast is er het batig resultaat en een uitkering volgens het Normbedrijf. In dat verband heb ik het bedrag van f, 642.000,- voor 1975 en het be drag van f. 561.000,- voor 1976 genoemd. Wij hebben de indruk dat de verspilling van gas aan zienlijk terugloopt. Er wordt niet zoveel gas verspild, Er wordt op veel plaatsen - onder andere via de tele visie - gepleit voor besparingen. Die actie heeft resul taten opgeleverd en de toename wordt steeds gerin ger. Wij zouden eigenlijk 11% meer gas hebben kun nen verkopen, maar het effect van de actie heeft een besparing van ongeveer 11% opgeleverd. Tijdens een meteropname is geconstateerd, dat de ene bewoner veel meer gebruikt dan de andere bewoner. Dat was onder meer een gevolg van het feit, dat beide gezinsleden werkten en daardoor overdag de verwar ming heel laag hadden staan. De heer OLDENBOOM: Mevrouw de voorzitter! Wij dienen ons zeer te verdiepen in de bijzonder moeilijke problematiek van de centrale antenne-inrichting. Bij dit onderwerp lopen technische, menselijke en poli tieke aspecten zeer sterk door elkaar. Wij worden waarschijnlijk gedwongen tot het snel nemen van ver strekkende beslissingen. Door het gebrek aan ervaring zullen wij een enorm stuk visie moeten opbrengen. (De definitie van visie is ,,dat stuk waar inzicht op houdt"). Een aantal aspecten vraagt eigenlijk reeds op dit mo ment de aandacht. Vanuit Soesterberg is mij de vraag gesteld of niet reeds nu - bij het opknappen van de huizen - met de basisvoorzieningen moet worden be gonnen. Ik vraag aller aandacht voor dit onderwerp, want het belang ervan kan niet worden overschat. 371

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1975 | | pagina 372