In de nota yan aanbieding wordt een opmerking ge
maakt over het sportpark Kerklaan, Is het mogelijk
daarover op dit moment iets naders mede te delen?
Gaarne vernemen wij ook iets over de atletiekaccom-
modaties aan de Bosstraat.
Wij zijn zeer content over de aanpak van de recreatie
ve sportbeoefening voor ouderen.
Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Me
vrouw Greefhorst heeft onder meer opgemerkt, dat er
in verband met de huidige eisen op hygiënisch gebied
aan kleedkamers, douches etc. bepaalde aanpassingen
dienen plaats te vinden. Ik herinner eraan, dat de raad
vorig jaar een krediet van f. 55.000,- beschikbaar
heeft gesteld. Wij menen dat deze zaak voor het
grootste deel is uitgevoerd.
Wat de nieuwe accommodaties betreft denken wij
niet alleen aan een atletiekaccommodatie, maar ook
aan een nieuwe hockeyaccommodatie. Met betrek
king tot deze zaken wordt op bepaalde momenten al
tijd met de belanghebbenden gesproken. Dat is in het
afgelopen jaar zeker met de hockeyclub gebeurd. Dat
zal ook gebeuren met betrekking tot de atletiekac
commodatie, wanneer bepaald ambtelijk overleg ach
ter de rug is.
Ik meen dat mevrouw Greefhorst de zaken wat pes
simistisch voorstelt, wanneer zij zegt dat de deelne
mers het gevoel hebben, dat de sportstichting alles
zonder hen regelt. Die indruk zullen de deelnemers
niet kunnen hebben, want er is een voortdurend con
tact met de verenigingen. Er wordt veel getelefoneerd
en gecorrespondeerd met de verenigingen; het perso
neelsbestand van de sportstichting moest daardoor
zelfs worden uitgebreid.
Het zal mevrouw Greefhorst bekend zijn dat er een
commissie is ingesteld die, eventueel in overleg met
de wijkraad Soesterberg, dient te bekijken in hoeverre
er in Soesterberg kan worden gezorgd voor zaalruim
te voor de liefhebbers van binnensporten. Het zal
bekend zijn dat sportstichting en gemeentebestuur in
het afgelopen jaar hebben bekeken of het mogelijk
was een sporthal tot stand te brengen in overleg met
defensie. Dat is helaas niet gelukt. Daaruit mag blij
ken dat er steeds pogingen worden ondernomen om
zaalruimte te creëren in Soesterberg. De nieuwe com
missie zal nog eens gaan inventariseren en zij zal ge
gevens moeten aandragen om te proberen deze zaak
alsnog van de grond te krijgen.
Voortdurend proberen wij andere instanties te bewe
gen de zaken zo snel mogelijk af te doen. Wat het
plan Kerklaan betreft wordt nauwlettend door ons in
de gaten gehouden hoever de hogere instantie is. Dat
is kort geleden nog gebeurd. De zaak Kerklaan ligt
thans bij gedeputeerde staten. Zij moeten ook weer
informaties inwinnen. Wij houden de vinger aan de
pols, want ook wij menen dat de sportproblemen in
Soesterberg snel moeten worden opgelost.
In het afgelopen jaar hebben wij diverse keren ge
sproken met de hockeyclub. Deze club aarzelt tussen
blijven of weggaan. Voor degenen die met de hockey
club spreken is het wel eens moeilijk om vast te stel
len wat men nu wil: weggaan of blijven. Het is duide
lijk dat de hockeyclub weg móet. Deze club wenst te
kunnen beschikken over vijf a zes velden. Dat is ter
plaatse alleen mogelijk wanneer geen rekening wordt
gehouden met de woningbouw, Een en ander is duide
lijk met de hockeyclub besproken. De mensen van
deze club realiseren zich zeer wel dat beide genoemde
elementen een probleem vormen.
Uit het betoog van de heer Van den Brakel begrijp ik,
dat de hockeyclub nu toch weer wil blijven. Sport
stichting en gemeentebestuur willen een lange-termijn-
beleid voeren. Uit ons ter beschikking staande gege
vens is gebleken dat de hockeyclub op de lange ter
mijn behoefte heeft aan vijf a zes velden. Die behoef
te zijn wij welwillend tegemoet getreden. In de finan
ciële commissie is ingehaakt op de opmerking van het
college, dat het gemeentebestuur zich ook bij hogere
instanties speciaal zou inspannen voor de hockeyclub.
Wij spannen ons ook in voor Soesterberg en de hoc
keyclub is dan ook helemaal geen uitzondering. Die
opmerking van het college mag dan ook niet op een
verkeerde manier worden geïnterpreteerd. Het colle
ge heeft voor alle sporten de verplichting om te pro
beren zaken te bespoedigen. Er is geen sprake ge
weest van een speciale toezegging aan de hockeyclub;
men mag niet suggereren dat er kan worden gespro
ken van een voorkeursbehandeling.
In het kader van een lange-termijnplanning dient de
hockeyclub te weten, dat er op het huidige velden-
complex geen vijf a zes velden kunnen worden aan
gelegd. Er kunnen op het huidige complex wel vier
velden worden gerealiseerd, maar die mogelijkheid
is duidelijk afgewezen door de hockeyclub in ver
band met de uitbreidingsmogelijkheden van de club.
Ik kan stukken uit brieven citeren waaruit blijkt dat
de hockeyclub de mogelijkheid van vier velden heeft
afgewezen. Degenen die deze brief willen zien, kun
nen zich straks bij mij vervoegen,
In het kader van een lange-termijnplanning denkt de
hockeyclub aan vijf a zes velden. Door naar de ene
kant toe over vier velden te praten en naar de andere
kant over vijf a zes velden te praten wordt verwar
ring „in het veld" teweeggebracht. Het is vervelend
dat dat gebeurt.
Zeer binnenkort zullen wij een bespreking hebben
met de hockeyclub. Dan zullen wij nagaan wat ons
verder te doen staat. Er wordt aan verschillende ter
reinen gedacht, maar dit is een zaak die binnen de
stichting moet worden behandeld, terwijl ook eerst
met de hockeyclub zal moeten worden gesproken.
Door vakantie van een van de bestuursleden kon tot
nu toe geen nieuw gesprek met de hockeyclub plaats
vinden, maar zeer binnenkort gaan wij opnieuw met
deze club praten. Nogmaals wil ik echter stellen dat
de hockeyclub geen twee zaken door elkaar moet
halen; dat gebeurt niet, wanneer wij met deze club
praten, maar ik krijg wel de indruk dat dat gebeurt
tijdens besprekingen waar wij niet bij zijn.
Wij menen dat er op korte termijn een beslissing kan
worden genomen, maar dan zal de hockeyclub wel
moeten kiezen. Wij hebben gekozen: de hockeyvel
den zullen weg moeten, wanneer de hockeyclub vijf
a zes velden wenst en dat wenst deze club.
Op 6 januari a.s. vindt er een bespreking plaats met
de honkbalclub om de toestand te bespreken.
Wij houden zoveel mogelijk rekening met de wensen
van invalide sportbeoefenaars; de door hen te gebrui
ken accommodaties zullen uiteraard geschikt moeten
zijn voor sportbeoefening door invaliden.
In verband met de opmerkingen van de heer Van den
Brakel over S.E.C. kan worden opgemerkt, dat er kort
geleden nog een bespreking heeft plaats gehad over
de financiële aspecten, onder andere betrekking heb
bend op de kantinebouw. Er was sprake van een ple
zierig gesprek. Ik hoop dat deze zaak nu spoedig zal
kunnen worden opgelost. De bespreking werd bijge-
377