de samenleving te laten behouden. In Soest zijn al veel instanties werkzaam op het terrein van de be jaardenzorg. Het lijkt de V.V.D.-fractie wenselijk niet nog meer organisaties in het leven te roepen. Zij vraagt dan ook de medewerking van het college om bijvoorbeeld de bestaande federatieve raad voor het bejaardenwerk uit te bouwen tot dit grote overlegor gaan waarin dan ook alle instellingen dienen te zijn vertegenwoordigd. Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Mevrouw de voorzitter! Wij zijn blij met het aangekondigde beleidsplan waarin ook maatschappelijk werk, socia le zorg, gezondheidszorg en cultuur zijn opgenomen. Het is bij uitstek de taak van de overheid om het ka der te formuleren waarbinnen het beleid op een bepaald gebied van overheidszorg - in dit geval welzijn - gestal te kan krijgen. Ook bij de formulering van dat beleid moet de overheid sturend optreden. Het is duidelijk dat zowel de vaststelling van de kaders als het formu leren van het beleid zelf moet plaats vinden in voort durende samenspraak met alle belanghebbenden. Bij de totstandkoming van het welzijnsbeleid op de door het college aangegeven manier heeft mijn fractie er het volste vertrouwen in, dat aan deze eisen is voldaan. Dat vertrouwen wordt versterkt door het feit dat de hearings worden voorgezeten door een niet direct bij de materie betrokken voorzitter. Mijn fractie heeft geen behoefte op dit moment kant tekeningen te plaatsen bij de door burgemeester en wethouders gedane voorstellen. Veel van onze wen sen vinden wij terug in de nota van aanbieding. Ten einde niet vooruit te lopen op hetgeen tijdens de aan gekondigde inspraakprocedures en uitwerking van plannen door het college naar voren zal worden ge bracht, zal ik mij onthouden van het aangeven van de punten die nog op ons wensenlijstje voorkomen. De werkwijze van de commissie maatschappelijk werk is zodanig, dat er alle ruimte is om op een voldoende vroeg tijdstip te kunnen meedenken over nieuw te formuleren beleidspunten en de invulling daarvan. Het verheugt mij dat het college en de voltallige com missie maatschappelijk werk gezamenlijk van mening zijn dat deze commissie in het openbaar behoort te vergaderen. Ik hoop dan ook dat het desbetreffende voorstel tijdens de raadsvergadering van januari door deze raad van harte wordt bekrachtigd. De positieve wijze van functioneren van de commis sie maatschappelijk werk wordt enigszins verminderd door het ontbreken van voldoende samenspraak met het college over het jeugdbeleid. Bij mijn weten be hoort dit beleid tot de taak van de commissie maat schappelijk werk. Kan het college mij mededelen of dat inderdaad zo is? Zo neen, tot welke commissie be hoort die taak dan? Indien dit wel het geval is zou ik graag zien dat in het voorjaar van 1976 de uitgangs punten van het jeugdbeleid door de verantwoordelijke wethouder in de commissie ter discussie worden ge steld. Ik wil mijn waardering uitspreken ten aanzien van de wijze van opvang van die Nederlanders die wij vroe ger rijksgenoten noemden. Hoewel de problematiek hierbij zeer groot is en wij uiteraard niet kunnen zeg gen dat er niets meer is te verbeteren, springt onze gemeente er ten opzichte van andere gemeenten, die met hetzelfde probleem hebben te maken, positief uit. Dit is niet in het minst te danken aan de voortreffe lijke wijze waarop de betrokken wethouder bij het mi nisterie van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk verbeteringen in het voorzieningenniveau heeft bepleit en ook gedeeltelijk heeft weten te bereiken. Ik wil met genoegen vaststellen dat er een open com municatie met alle betrokkenen bij het beleid ten aanzien van de buitenlandse werknemers is tot stand gekomen. Hoewel de problemen daarmede nog niet zijn opgelost is wel een voor iedereen aanvaardbaar klimaat tot stand gekomen waarbinnen aan de oplos sing van deze problemen op constructieve wijze kan worden gewerkt. Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN- BERG: Mevrouw de voorzitter! Het creëren van een afdeling welzijn geschiedt natuurlijk om een betere coördinatie tot stand te brengen tussen de verschil lende afdelingen. Sinds enkele maanden is het ge bruikelijk dat iedere ochtend de hoofden van de af delingen onderwijs, sociale dienst en maatschappe lijk werk bijeen komen voor een werkbespreking. De heer Stam heeft onder meer gezegd dat er voor de bejaarden aangepaste woningen moeten komen, aan gevuld met verzorgingsmogelijkheden. Ik begrijp eigenlijk niet precies wat de heer Stam bedoelt. In Soest alleen wonende bejaarden kunnen op het ogen blik aanspraak maken op gezinshulp en zij kunnen een warme maaltijd bestellen. De bejaarden die niet meer alleen kunnen wonen, kunnen worden opgeno men in een serviceflat of een bejaardentehuis, Be dacht dient te worden, dat in Honsbergen lang niet alle plaatsen zijn bezet, ik vraag mij dan ook af Mevrouw ALTING-AMBROSIUS: Jawel; er is een wachtlijst. Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN- BERG: Dat was het geval op het moment dat Hons bergen werd geopend. Nu zitten in dat tehuis veel mensen van buiten Soest Dat gevaar bestaat weer, wanneer er nieuwe bejaardenflats worden gebouwd en dat is ook een moeilijke situatie. Wij zijn aller eerst verantwoordelijk voor onze eigen burgers en wij zullen dan ook moeten proberen voor onze eigen bejaarden een plaats te reserveren. Wij zullen er dan ook naar moeten streven om vrijkomende plaatsen te doen innemen door Soester bejaarden. Reeds tijdens de algemene beschouwingen ben ik in gegaan op de huisvesting van de buitenlandse werk nemers. Er wordt minimaal eenmaal per kwartaal ge controleerd door de vreemdelingenpolitie. Er wordt vaker gecontroleerd, wanneer de situatie in een be paald pension wat moeilijker ligt. Voorts wordt er ge controleerd door het ministerie van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk en bouw- en woningtoezicht. Deze beide laatste instanties plegen overleg over hun bevindingen. Er zijn in Soest pensions waarin de situatie onhoud baar is. Ik vind het niet in het belang van de buiten landse werknemers om terzake in een openbare verga dering man en paard te noemen, Er zal een oplossing moeten worden gezocht, maar wij hebben rekening te houden met het feit dat een groot deel van de alleen staande buitenlandse werknemers heel graag samen woont. Dat kunnen wij ons voorstellen. De woning bouw in Nederland is ingesteld op gezinsbewoning, hetgeen betekent dat de woningen maximaal vier slaapkamers hebben. Er melden zich echter groepen van zestien mensen die in één huis willen worden on dergebracht. Dat betekent voor het bureau huisvesting in onze gemeente een niet op te lossen probleem. Daar- 383

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1975 | | pagina 384