gen geleden is afgesproken dat het jeugdbeleid be
hoort tot de commissie maatschappelijk werk. Het
verheugt mij dat de door mij aangesneden kwestie in
het college zal worden besproken, want de situatie is
erg onduidelijk. Ik ben het ook helemaal met de wet
houder eens dat het totale jeugdbeleid niet expliciet
behoort tot het werkterrein van de commissie maat
schappelijk werk. Er is echter wel een aantal grote
raakvlakken. Wij zouden natuurlijk kunnen besluiten
tot de instelling van een aparte commissie, maar dan
zullen in die commissie toch weer twee wethouders
moeten participeren, omdat de relaties met het maat
schappelijk werk erg groot zijn.
Een betere mogelijkheid is wellicht het aanbrengen
van een scheiding in het jeugdbeleid. Jeugdzaken die
betrekking hebben op de recreatie zouden kunnen
worden ondergebracht bij sport, terwijl de zaken die
betrekking hebben op maatschappelijk werk, zouden
kunnen worden ondergebracht bij maatschappelijk
werk. Op het ogenblik heb ik het gevoel dat de jeugd
zaken - ook bij de commissie - tussen de wal en het
schip vallen.
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Het ver
heugt mij dat er een nota is toegezegd over het jeugd
beleid.
Uit de krant heb ik begrepen dat er een ambtelijke
werkgroep jeugdzaken voor 't Hart is samengesteld.
Wat gaat deze ambtelijke werkgroep precies doen?
Kan de taak van deze werkgroep eventueel worden
uitgebreid? Ik denk met name aan het Soesterveen,
want in deze wijk gebeurt te weinig voor de jeugd. Ik
zou willen suggereren om voor die wijk een aantal
voorzieningen te plannen waarin jonge mensen kun
nen doen hetgeen zij in de flats niet kunnen doen, nl.
spelen en creatief bezig zijn.
In de nota jeugdbeleid zou ook aandacht moeten
worden besteed aan crossterreintjes voor de jeugd.
Een paar jaar geleden is ons al beloofd dat deze kwes
tie zou worden bekeken, maar ik heb nooit meer iets
gehoord; in Soest is het voor jonge mensen verboden
om waar dan ook te crossen. Heeft het college al een
terreintje gevonden of wordt er nog steeds gezocht?
Tenslotte is er het jeugd- en jongerenwerk in Soester-
berg. Dat punt komt wellicht aan de orde bij hoofd
stuk VIII, want ik wil met betrekking tot een bepaal
de post voorstellen de financiële mogelijkheden voor
het jeugd- en jongerenwerk in Soesterberg wat uit te
breiden.
Mevrouw ORANJE-ENTINK: Mevrouw de voorzit
ter! Wordt er, wanneer gezinnen van buitenlandse ar
beiders een zelfstandige woonruimte toegewezen krij
gen, ook nog iets aan begeleiding gedaan? Voor de
oudere buitenlandse vrouw is het vaak erg moeilijk
om communicatie te hebben met omwonenden in
verband met het gebrek aan kennis van onze taal.
Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN-
BERG: Mevrouw de voorzitter! Er zijn plannen voor
kleine woningen voor bejaarden rond Mariënburg,
maar er zijn naar ik meen wat ruimtelijke problemen.
Wij zouden bovendien kunnen bezien of er in de
nieuwbouwplannen nog mogelijkheden zijn om meer
bejaardenwoningen of woningen voor alleenstaanden
te bouwen.
In de legalisering van illegaal in ons land verblijvende
buitenlandse werknemers hebben wij als gemeente he
lemaal niets te vertellen. Er is sprake van een opdracht
van het ministerie van justitie aan de politie. De heer
Adema heeft mij verzekerd dat er in Soest slechts
enkele buitenlanders illegaal aanwezig zijn.
De heer STAM: Ik heb gelezen dat het om twintig ge
vallen gaat en dat zijn er nogal wat.
Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN-
BERG: Ik heb mijn informatie van het hoofd van de
plaatselijke politie; ik kan de juistheid van uw informa
tie niet nagaan.
Mevrouw de voorzitter. Gezinnen van buitenlandse
werknemers worden begeleid door de werkgroep bui
tenlandse werknemers. Probleemgezinnen krijgen een
paar keer in de week bezoek; de gezinnen worden
wat minder bezocht, wanneer zij meer zelfstandig
zijn.
De heer VAN POPPELEN: Ook de Raad van Kerken
doet op dit terrein heel veel werk.
Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Er is
geen ambtelijke werkgroep jeugdzaken aan het werk
in 't Hart. De betrokken werkgroep houdt zich bezig
met een onderzoek naar de mogelijke realisering van
trapveldjes en andere speelmogelijkheden. De kort
geleden ingestelde werkgroep zal de situatie in geheel
Soest en Soesterberg bekijken. Wij hopen zeer binnen
kort een advies van deze werkgroep te krijgen.
In het Soesterveen zal een opbouwwerker worden
aangesteld. In deze wijk hebben wij een kinderboer
derij en daar is reeds iemand werkzaam. Aan die per
soon zou kunnen worden gedacht, wanneer het gaat
om de aanstelling van een opbouwwerker.
Crossterreintjes binnen de bebouwde kom geven na
tuurlijk onherroepelijk problemen. Zelfs het aanleg
gen van speelveldjes geeft reeds aanleiding tot be
paalde reacties. In Amersfoort is een crossterreintje
buiten de bebouwde kom aanwezig; de belangstel
ling voor dat terreintje is niet zo bar groot.
Wethouder EBBERS: Mevrouw de voorzitter! Reeds
tijdens de algemene beschouwingen heb ik gezegd,
dat in het college binnenkort zal worden gesproken
over een rapport met betrekking tot de woningbe
hoefte in Soest. Dat rapport geeft een vrij aardige in
dicatie van de behoefte aan bejaardenwoningen.
Het verbaast mij dat de grootste vraag uitgaat naar
bejaardenflats. Het kan echter zijn dat de vraag naar
bejaarden-eengezinswoningen groter wordt, wanneer
dat type woningen wordt gebouwd. Wellicht wordt
er op het ogenblik praktisch alleen maar naar bejaar
denflats gevraagd, omdat men in die sector mogelijk
heden aanwezig acht. Er lopen op het ogenblik 152
aanvragen.
Voorts is er nog een hele hoop aanvragen op medi
sche indicatie voor vooral minder validen. In de ko
mende nieuwbouw willen wij een bepaald percenta
ge aangepaste woningen bouwen.
De VOORZITTER: Dames en heren! In verband
met de vraag van de heer Stam naar de gemeentelijke
camping kan ik opmerken dat er een commissie is
ingesteld. Deze commissie staat onder leiding van wet
houder Plomp. Voorts maken leden van de gemeente
raad deel uit van deze commissie, terwijl ook mensen
van buiten het gemeentebestuur (onder andere van
de A.N.W.B.) zitting hebben in de commissie. De com
missie zal heel binnenkort aan het werk gaan.
Mevrouw ORANJE-ENTINK: Mevrouw de voorzit
ter! Ik heb met genoegen gehoord dat de bouw van
aangepaste woningen zal worden overwogen.