p
Onze grootste zorg blijft het ontbreken hier ter plaat
se van een accommodatie waarin muziekuitvoeringen,
toneel, lezingen, film etc. op een redelijke manier
kunnen worden gebracht. Veel verenigingen kampen
ook met de nood aan zaalruimte voor hun bijeen
komsten en voor veel verenigingen is de huidige zaal
ruimte bijna niet te betalen. Ik weet dat er een subsi
dieverordening is, maar het gestelde in die verorde
ning is voor veel verenigingen niet helemaal duidelijk.
Daarbij komt dat de beschikbare ruimte duidelijk
voor andere doeleinden is opgezet. In die zalen kan
dan ook niet alles gebeuren wat men zou willen.
In de nota van aanbieding wordt de suggestie gedaan
om eventueel van het St. Josephgebouw het toe
komstig sociaal-cultureel centrum te maken. Die sug
gestie wijzen wij nadrukkelijk van de hand. Arti-
shock heeft een eigen plaats en functie in onze ge
meenschap. Daarnaast zal er een centrum moeten ko
men voor de gehele bevolking.
Wij hopen dat er in verschillende wijken kleinere wijk
centra zullen komen die dan voor verschillende doel
einden kunnen worden gebruikt. Het wijkdiensten
centrum Overhees zal daarom zo snel mogelijk moe
ten worden gerealiseerd. De voorzieningen in deze
wijk lopen, na bewoning van een groot gedeelte van
de wijk, te veel achter.
Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Mevrouw
de voorzitter! Na het bestuderen van het onderdeel
cultuur in de nota van aanbieding en het bijbehoren
de hoofdstuk in de begroting was ik deels enthousiast
en deels wat teleurgesteld. Laat ik eerst vertellen waar
door dat enthousiasme kwam. Uit de nota van aanbie
ding blijkt dat de cultuur door het college positief
wordt benaderd. Er is een aantal nieuwe begrotings
posten opgenomen en een aantal andere begrotings
posten is ten opzichte van vorig jaar verhoogd. Ik wijs
in dit verband op de subsidie aan Artishock en het
pakket kunstzinnige vorming op de basisscholen.
Wat ik echter nog mis is een totaalvisie op het gemeen
telijk cultuurbeleid. In de nota van aanbieding kon
digt het college onder het hoofdstuk maatschappelij
ke aangelegenheden een beleidsplan welzijnswerk aan
dat in 1976 zal worden aangeboden. Graag zou ik het
college willen aanbevelen om niet alleen de aanbieding
van dit beleidsplan in 1976 te laten plaats vinden,
maar ook de behandeling en vaststelling ervan door de
gemeenteraad. De begroting voor 1977 kan in dat ge
val worden gebaseerd op het aldus geformuleerde be
leidsplan. Mijn fractie vindt het verschijnen van dit
beleidsplan van uitzonderlijk groot belang.
Uit de onderliggende begroting zou men kunnen af
leiden dat hetgeen het gemeentebestuur onder cultuur
beleid verstaat, zich merendeels beperkt tot hetgeen
ik gemakshalve wil omschrijven als „creatieve vor
ming". Mijns inziens is dit een veel te beperkte op
vatting van het werkgebied van het gemeentelijk cul
tuurbeleid.
eveneens
Een ander aspect van het cultuurbeleid is
gemakshalve omschreven - de „maatschappelijke vor
ming". Dit aspect is daarom zo belangrijk omdat het
de burger de mogelijkheden biedt om zich te oriënte
ren op de veranderingen die zich in onze maatschappij
in een razend snel tempo plegen te voltrekken.
Ik wil nog een aantal opmerkingen maken naar aan
leiding van het antwoord van het college op het begro-
tingsonderzoek in de commissies. Ik zou graag van het
college het tijdstip willen vernemen waarop de raad de
algemene subsidieregeling tegemoet kan zien. Ik acht
het wenselijk dat deze subsidieregeling nog ruimschoots
voor de volgende begrotingsbehandeling wordt goedge
keurd, zodat bij de subsidieverlening voor 1977 reeds
volgens de vastgestelde normen kan worden gehandeld.
Ik heb de stellige indruk dat hieraan ook bij de vereni
gingen in Soest behoefte bestaat. Om de voortgang bij
de vaststelling van de subsidieregeling te bespoedigen
stel ik voor een commissie ad hoe in te stellen. Deze
commissie kan bestaan uit raadsleden en vertegenwoor
digers van de te subsidiëren instellingen.
Mijn fractie stemt in met de gedachte van het college
om het St. Josephgebouw te bestemmen tot sociaal-
cultureel centrum en de beschikbare ruimte uit te
breiden. Wij stellen daarbij wel de eis dat het beheer
van de ruimten in handen blijft van de gemeente en
niet overgaat in particuliere handen. Alleen op die wij
ze is ook voor de toekomst gewaarborgd, dat de ge
meenschap voldoende inspraak blijft behouden in de
taak en het functioneren van het sociaal-cultureel cen
trum binnen het cultuurbeleid van onze gemeente.
Ten aanzien van dit cultureel centrum zou ik het col
lege graag in overweging willen geven om in ieder ge
val faciliteiten op te nemen voor uitvoeringen voor
toneel, muziek en dergelijke op beperkte schaal. Het
is mijns inziens voor een gemeente van bijna veertig
duizend inwoners toch wel een moeilijk te verteren
zaak, dat een toneelvoorstelling voor ongeveer zestig
mensen, zoals onlangs gepland door de vereniging
't Nut, geen doorgang kon vinden door het ontbre
ken van de benodigde zaalruimte.
Ik heb waardering voor de uitbreiding van de kunst
zinnige vorming tot alle klassen van het lager onder
wijs, maar ik meen dat ook deze doelgroep te be
perkt is. Ik zou dan ook graag een tweeledige uit
breiding aan dit pakket zien; enerzijds naar andere
vormen van onderwijs (met name het kleuteronder
wijs en het secundair onderwijs), anderzijds zou ik
willen benadrukken dat het aanbeveling verdient dat
in 1976 wordt nagegaan of uitbreiding aan het be
staande pakket kan worden gegeven, met name op het
gebied van de muzikale vorming. Mogelijk kan in
Soest met een experiment op dit gebied worden ge
start, net zoals dit in Amersfoort momenteel al het
geval is
Gezien de hoge tarieven van het muziekonderwijs
aan de regionale muziekschool vinden wij de uitbrei
ding van de muzikale vorming op de scholen erg be
langrijk. Voor grote groepen van de bevolking zijn
de tarieven domweg te hoog Dit heeft niets te ma
ken met het feit dat door de gemeenten Amersfoort
en Soest een belangrijke bijdrage aan de muziekschool
wordt gegeven. Het is dringend nodig om maatregelen
te nemen teneinde op langere termijn verbetering te
brengen in de financiële positie van de muziekschool.
Het is onbegrijpelijk dat de rijksbijdrage aan de mu
ziekscholen nog steeds niet zodanig is dat de kosten
die aan de individuele deelnemers in rekening moe
ten worden gebracht het principe „gelijke kansen
voor iedereen, ook in het muziekonderwijs" mogelijk
maken. Ik zou dan ook graag willen dat de raad zich
aansluit bij een terzake geformuleerde motie van de
gemeenteraad van Amersfoort. De tekst van deze
Amersfoortse motie zal ik zo dadelijk aan u, mevrouw
de voorzitter, overhandigen. Ter ondersteuning van
die Amersfoortse motie dien ik - mede namens me
vrouw Greefhorst-Van Overdam, mevrouw Korthuis-
Elion en de heer Visser - de volgende motie in:
388