njs itbrei- gbe- zijn ma- ifoort kschool regelen ing te school. 5 mu- osten moe- sen logelijk d zich an de ;ze levrouw g van s me- rthuis- „De raad van de gemeente Soest in vergadering bij een: heeft kennis genomen van de motie d.d. 26 novem ber 1975 van de gemeenteraad van Amersfoort, waarvan het kernpunt is, de onvoldoende rijksbijdrage aan de Amersfoortse Muziekschool, betuigt instemming met de inhoud van de motie, verzoekt het College van B. en W. hiervan kennis te geven aan de Minister van C.R.M." Rest mij nog te benadrukken, dat de gemeente Soest het waard is, dat het gemeentebestuur zich actief en positief opstelt ten aanzien van het cultuurbeleid. Wij mogen ons gelukkig prijzen met verenigingen die vanuit hun eigen verantwoordelijkheid al het moge lijke doen om dat cultuurbeleid feitelijk inhoud te ge ven. Als resultaat van al deze initiatieven hebben wij dit jaar zien verschijnen de cultuurnota „Van harte aanbevolen" van de Soester Gemeenschap. Mijn frac tie meent dat de in deze nota genoemde punten op zo kort mogelijke termijn door het college moeten worden opgepikt en moeten worden gebruikt om me de het beleidsplan te formuleren waarbinnen deze punten kunnen worden gerealiseerd. Ten aanzien van de subsidie aan de Provinciale Utrechtse Stichting voor Welzijnsbevordering heb ik een voorstel dat ik graag in stemming gebracht wil zien. Ik meen dat het onredelijk is ervan uit te gaan, dat deze stichting er is en dat indien nodig een beroep op de stichting kan worden gedaan zonder dat de ge meente een bijdrage wil leveren aan de instandhou ding van de stichting. Wij hebben de toenmalige over wegingen van de raad gewogen. Op dit moment is er misschien wel een wat andere situatie; men denke maar eens aan de aanstelling van de opbouwwerker en het feit dat leden van de P.U.S.W. kunnen optreden als voorzitter van hoorzittingen Wij menen dat er sprake is van een vorm van klaploperij, wanneer Soest deze stichting geen instandhoudingssubsidie geeft. Er zijn in de provincie slechts vier of vijf gemeenten die helemaal geen subsidie aan deze stichting geven. Ik vind het toch wel een bijzonder trieste zaak, wanneer Soest tot die gemeenten zou behoren. Het door mij in te dienen voorstel - mede-ondertekend door de he ren De Wilde, Goote en Van den Brakel - luidt: „De raad van de gemeente Soest in vergadering bijeen: is van mening, dat het bestaan van de Provinciale Utrechtse Stich ting voor Welzijnsbevordering voor de gemeente Soest nuttig is, in die zin, dat waar nodig een beroep op de ze stichting kan worden gedaan, stelt voorts vast, dat daardoor het bestaan van de stichting van belang is voor de Soester bevolking, spreekt uit, dat de lopende subsidie-aanvraag voor 1976 moet worden toegekend." Naar aanleiding van het antwoord op vraag 69 in het verslag van de begrotingscommissies zij opgemerkt, dat wij alleen maar gelukkig kunnen zijn met de be staande autonomie binnen het beleid ten aanzien van culturele zaken. Uitgangspunt voor dit beleid dient te blijven het gewenste voorzieningenniveau in onze gemeente. Een landelijk gemiddelde voor de gemeen telijke uitgaven voor culturele zaken kan naar de me ning van mijn fractie maar voor twee doeleinden worden gebruikt: 1indien het landelijk gemiddelde lager is dan dat in onze gemeente om na te gaan of wij ons ten aanzien van ons beleid mogelijk niet te voorzichtig opstellen; 2. indien het landelijk gemiddelde hoger is om vast te stellen dat er kennelijk een verschil is met andere ge meenten. Mijns inziens kan een landelijk gemiddelde nooit norm zijn voor de uitgaven voor culturele zaken in onze gemeente. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Ik heb veel waardering voor hetgeen wethouder mevrouw Van Stiphout doet op het gebied van het maatschap pelijk werk, maar over haar cultuurbeleid ben ik niet zo tevreden. Ik meen zelfs te mogen zeggen dat een cultuurbeleid in onze gemeente ten enen male ont breekt en dat is reeds jarenlang het geval. Oorzaak daarvan is waarschijnlijk ook, dat de commissie cultu rele zaken niet zo vreselijk in de belangstelling staat van de pers en de burgerij. Bij een gerichter cultuur beleid zou er ook wat gerichter kunnen worden ge sproken in de diverse verenigingen en organisaties. Het wordt tijd dat er een cultuurbeleid komt. Het wordt ook tijd dat er een subsidieverordening komt. Reeds op 12 december 1973 stelde de heer Joosten van D'66 voor, dat het college zich zou gaan bezighouden met het voorbereiden van een algemene subsidieverordening teneinde in de toekomst meer duidelijkheid te verkrijgen over de advisering en de verlening van subsidies. Op bladzijde 227 van de no tulen van de betrokken raadsvergadering staat, dat de voorzitter vindt dat de heer Joosten gelijk heeft en dat burgemeester en wethouders gaarne het verzoek van de heer Joosten overnemen. Jarenlang hoor je dan niets meer. Nu is het excuus dat er wordt ge werkt aan een rapport van een welzijnsgroep en dat dat rapport via allerlei hearings moet worden be sproken. De verordening moet wachten totdat ieder een zijn mening heeft kenbaar gemaakt. Ik vind dat een subsidieverordening op ieder tijdstip kan worden gemaakt. Thans is er sprake van een chaos. De ene vereniging krijgt, zonder erom te vragen, zo maar meer subsidie en dat gebeurt dan op grond van een goed klinkend rapport Een andere vereniging krijgt precies hetzelfde bedrag als vorig jaar en wanneer je dan vraagt waarom er niet meer subsidie wordt ver leend krijg je als antwoord: er is niet om meer subsi die gevraagd. Een zelfde subsidiebedrag betekent in feite achteruitgang. Weer een andere vereniging heeft geld over, maar zij krijgt subsidie. Wanneer je vraagt waarom er toch subsidie wordt verleend krijg je als antwoord: dat gebeurt ter stimulering. Een provincia le stichting krijgt helemaal geen subsidie, omdat - zo wordt gesteld - voor de diensten van die stichting wordt betaald, wanneer er gebruik van wordt ge maakt Op provinciaal gebied is er ook het E.T.I., een economische club Wij maken ook gebruik van de diensten van het E.T.I. en voor die diensten wordt betaald. Toch staat er voor het E.T I. een subsidie- post in de begroting. Aan nog weer een andere vere niging is subsidie verleend, maar deze vereniging wordt niet in staat gesteld om wat te sparen. Die ver eniging acht dat sparen nodig om in de toekomst eens een wat duurder gezelschap uit te nodigen. Er is geen subsidieverordening en daarom zijn er ook geen regels waaruit blijkt dat een vereniging een bepaalde reserve mag opbouwen. 389

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1975 | | pagina 390