enig zicht op besluitvorming bestaat. Daarbij wil ik wel opmerken dat de medewerking vanuit het onder wijsveld om tot een goede discussie te komen wel zeer gering lijkt. Het onderwijsveld lijkt wat dit be treft wel een stoppelveld. Overigens heeft het mij verbaasd dat het college zich in de nota van aanbie ding positief uitlaat over de wenselijkheid van een l.o.m.-school voor de regio Baarn/Soest, terwijl uit het antwoord van burgemeester en wethouders op vragen hieromtrent van mij blijkt: „Ons college is in principe eerder tegen dan voor de stichting van een school voor kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden." Hierbij ontbreekt elke motivering. Graag zou ik op dit punt nadere aanvulling van de wethouder krijgen, zodat een principiële discussie over het al dan niet stichten van een l.o.m.-school kan worden gevoerd. Het zal het college uit mijn betoog duidelijk zijn, dat ik niet zo erg tevreden ben over de gang van za ken op onderwijsgebied in het afgelopen jaar. Ook de plannen voor 1976 maken op mij niet de indruk van een totaal en evenwichtig beleid zoals ook burge meester en wethouders dat blijkens hun eigen woorden nodig achten. Enkele positieve punten wil ik niet onvermeld laten. Zo wordt het optrekken van de bedragen voor de aanschaf van hulp- en leermiddelen door ons toege juicht, evenals onder meer het tot stand komen van een cultureel pakket voor de lagere schooljeugd. Mevrouw Van Gelder maakte hiervan reeds melding. Wij zijn eveneens blij met de toezegging die maandag jl. door het college is gedaan om met een regelmati ge verslaglegging over de situatie van de openbare scholen in Soest te komen. Onze fractie wil bij deze gelegenheid nog eens een aantal punten onder de aandacht van het college brengen; wij verzoeken het college om een duidelijk antwoord. Zoals in het verleden reeds gesteld, is voor de samen werking tussen kleuterschool en lagere school overleg over uniformiteit van de schooltijden van belang, me de gelet op de veranderende rol van de (huis)vrouw in de samenleving. Wil het college een onderzoek instel len en zo mogelijk experimenten stimuleren om tot uniformering van schooltijden te komen? In het kader van de ouderparticipatie bij het onder wijs en de integratie van kleuter- en lager onderwijs is voorlichting en begeleiding van zowel ouders als per soneel gewenst. Is het college bereid deelname van onderwijzend personeel aan dergelijke cursussen te stimuleren? Ik denk in dit verband aan de onlangs door minister Van Kemenade gedane mededeling dat hij per 1 augustus 1976 wil starten met een bijscho lingscursus voor onderwijzend personeel. Het lijkt mij gewenst om de discussie over een ge meentelijk onderwijsbeleid met alle betrokkenen op gang te brengen om tot een formulering van dat be leid te komen. Te denken valt aan een speciale com missie of stuurgroep, waarin alle betrokkenen verte genwoordigd zijn en die tot taak krijgt de huidige si tuatie op onderwijsgebied te inventariseren en aanbe velingen voor het te voeren beleid te formuleren. Een andere wens is het scheppen van voorwaarden, waardoor het functioneren van de onderwijscommis sie enigszins kan worden verbeterd. Ik denk daarbij onder meer aan het tijdig toesturen van de stukken voor een vergadering. Nu worden wij soms ter verga dering met een stuk geconfronteerd waarover terstond een advies wordt gevraagd. Een tweede wens in dit verband is dat notulen (of een besluitenlijst) worden gemaakt van de vergaderingen van de onderwijscom missie. Ik kan mijn wensenpakket nog met enkele punten uit breiden, maar ik zal dat niet doen. Ik hoop dat de te neur van mijn verhaal duidelijk is. Het is nu meer dan ooit gewenst dat het college in nauw overleg met alle betrokkenen tracht te komen tot het formuleren van een duidelijk beleid op het gebied van het onderwijs. De heer SMIT: Mevrouw de voorzitter! Het afgelo penjaar is er ruimschoots aandacht besteed aan de re gionale schoolraad en de regionale schooladvies dienst; de laatste als uitbouw van de bestaande samen werking Soest-Baarn. De werkwijze van de schoolad viesdienst is in ruime kring besproken met de belang hebbenden, Hoewel wij de min of meer negatieve be nadering van de werkers in het veld als teleurstellend ervaren, menen wij toch, dat deze dienst bijzonder nuttig werk zal kunnen doen in het belang van het kind. Het aantal deelnemende gemeenten is op dit moment juist toereikend om voor een rijksbijdrage in aanmerking te kunnen komen. De financiële basis is wel erg wankel, wanneer wij bedenken, dat de deel name van Bunschoten wellicht twijfelachtig moet worden genoemd, terwijl binnenkort ook Eemnes zich zal uitspreken over verder lidmaatschap van het Samenwerkingsorgaan Eemland of de overstap naar het Gewest Gooiland. Wat zullen de financiële gevol gen zijn van het uittreden van een of meer (adspirant) leden en daardoor het wegvallen van de rijksbijdrage? Het stimuleren van elke vorm van onderwijs - van wel ke richting dan ook - staat bij onze fractie centraal. De verlenging van de leerplicht zal wellicht extra druk uitoefenen op de bestaande vormen van het l.b.o. en het m.a.v.o. in onze gemeente. Wij vernemen gaarne de mening van het college terzake. Bovendien zouden wij wel eens gegevens willen heb ben met betrekking tot de partiële leerplicht. Hoe is de controle daarop en door wie wordt deze controle uitgeoefend? In het kader van de intergemeentelijke samenwerking en/of regionale samenwerking zijn wij blij met de p.c.- samenwerking Soest-Baarn, die heeft geleid tot de vergevorderde voorbereiding van de uitbouw van het Griftland College. Er is, dankzij de volle medewerking van de raad, dit jaar voor het kleuter- en basisonderwijs een relatief groot aantal bouwaanvragen van scholen van elke richting tot stand gekomen. Dit heeft de raad, met name voor wat de scholenbouw in Overhees betreft, wellicht (zoals de heer De Wilde het noemde) in een dwangpositie gebracht. Dat feit wil ik niet geheel ontkennen. Wij zullen echter, wanneer wij het kind in het onderwijs centraal willen stellen (en wanneer wij een juist beheer van gemeenschapsgeld willen voeren) daarvan de gevolgen moeten accepteren, waar bij wij ervan uitgaan, dat deze moeilijke zaak zich in de toekomst niet zal herhalen. De wijze van voorlichting door onze voorlichtings ambtenaar (de heer Van Os) op de scholen verdient onze volle waardering. Gezien de belangstelling van de jeugd in klassikaal verband bij raadsvergaderingen ge loof ik dat de belangstelling voor het raadswerk in de toekomst wellicht groter zal worden. 398

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1975 | | pagina 399