Als u nu stelt dat er in 1976 een atletiekbaan komt op
de door u bedoelde plaats, zeg ik: Zo ver zijn wij nog lang
niet geweest.
De VOORZITTER: Akkoord.
De heer VAN EE: Wij hebben toen ook gezegd: Nu heb
ben wij er een idee van, te zijner tijd gaan wij er nog
eens over praten wat wij gaan schrappen en vervolgens
gaan wij zinvol bekijkai wat er dan wel tot stand moet
worden gebracht. Maar uw interpretatie
De VOORZITTER: Ging te ver.
De heer VAN EE: Ja, zo ver zijn wij nog niet.
De heer OLDENBOOM: Dat wilde ik ook zeggen.
De VOORZITTER: Goed, maar het is wel zo, dat in het
oude plan landelijk gebied het meerbedoelde stuk uit het
geheel is gelicht om in de toekomst sportvelden mogelijk
te maken. De aanleg van de sportvelden is dus niet iets
dat helemaal in de lucht hangt.
Dames en heren! Met betrekking tot de opmerking van
de heer Van Poppelen dat hij het zich niet kan voorstel
len, dat wanneer men een kilometer naar het noorden
zou gaan, men geen gemeentegrond zou tegenkomen,
moet ik zeggen: Dan komen wij toch terecht tegenover
de cascowoningen die op het ogenblik worden gebouwd;
dat is nl. de dichtst bijzijnde plek waar wij nog iets heb
ben en dat is dus inderdaad een stuk weg.
Ten aanzien van de opmerking van de heer De Wilde dat
wij wel eens vaker grond kopen ten behoeve van een an
dere instantie en dat wij pas nog 5 ha hebben gekocht in
verband met een school die daar zou worden gesticht,
wijs ik erop dat de koop ten behoeve van de school con
form het bestemmingsplan was. Ik vraag mij af of wan
neer wij een stuk grond zouden willen kopen voor de
vestigingvan het transformatorstation van de P.U.E.M.,
wij daarvoor uiteindelijk toestemming van gedeputeerde
staten zouden krijgen wanneer de vestiging van het sta
tion op die grond nog niet conform een bestemmings
plan zou zijn. Want het P.U.E.M.-gebouwtje zal waar
schijnlijk overal in de buurt waar men vanuit de raad
zoekt, ten noorden en ten zuiden van de door het colle
ge voorgestelde plaats, via toepassing van artikel 19 van
de Wet op de Ruimtelijke Ordening moeten worden ge
bouwd. Als ik mij even voorstel dat wij een stukje grond
vinden, dat dat dan over een maand in de raad komt en
dat vervolgens goedkeuring van gedeputeerde staten
moet worden verkregen, zou ik bijna zeggen: De
P.U.E.M. zou wel gek zijn als ze zo lang zou wachten,
terwijl ze morgen gewoon van een particulier iets kan
kopen en er dan van af is, terwijl het maanden en maan
den zou duren voordat wij met een eventuele goedkeu
ring van gedeputeerde staten net zo ver zouden zijn als
de P.U.E.M. morgen kan zijn. Dat lijkt mij dus niet zo'n
handige handelwijze. Ik meen dan ook dat wanneer er
geen stukje grond wordt verkocht dat nu in eigendom
van de gemeente is, de P.U.E.M. wel zelf met particu
lieren zal moeten gaan onderhandelen.
De heer DE WILDE: Als u morgen een stuk grond zou
hebben, zou u bij wijze van spreken morgen ook kunnen
beginnen met de artikel-19-procedure. Dat is helemaal
geen probleem. Bovendiener zijn zoveel relaties met ge
deputeerde staten en ook tussen
De VOORZITTER: Dat kan natuurlijk allemaal wel,
maar
De heer DE WILDE: Natuurlijk, dat kan allemaal.
De VOORZITTER: dat hebben wij morgen niet.
De heer DE WILDE: Als wij het willen en het praktisch
aanpakken, kan het. Er zal toch ook een artikel- 19-pro-
cedure moeten worden gevolgd wanneer de bungalow
in de Zoom wordt gebouwd? Dan wordt er toch ook
van het bestemmingsplan afgeweken?
De VOORZITTER: Ja. Maar als de raad vanavond be
sluit tot verkoop, kunnen wij natuurlijk morgen met een
artikel-19-procedure beginnen, terwijl als wij geen grond
hebben en u bij wijze van spreken op z'n allervroegst
volgende maand grond heeft, het allemaal langer duurt.
Als ik de P.U.E.M. was, zou ik op dit laatste beslist niet
wachten.
Dames en heren. Wij moeten vanavond tot duidelijkheid
komen. Daar zijn wij allen hard aan toe. Ik stel u dan
ook voor dat er nu wordt gestemd over het voorstel van
het college, waarbij wij het amendement waarover me
vrouw Korthuis heeft gesproken, gaarne overnemen. Dat
amendement komt erop neer dat er ongeveer 1740 m2
grond wordt verkocht, waarbij in overleg met de com
missie ruimtelijke ordening en de P.U.E.M. zal worden
bekeken waar op het sportterrein of vlak daarnaast de
beste plek zou kunnen worden gevonden.
De heer VAN EE: En in overleg met de sportstichting.
De VOORZITTER: Ja, natuurlijk ook met de sport
stichting, omdat daar nog gebouwen moeten worden ge
zet.
Het komt mij voor dat het voor alle duidelijkheid toch
goed is, dames en heren, dat er vanavond over het voor
stel dat voor u ligt, een beslissing wordt genomen. Ik
stel u voor nu tot stemming over te gaan.
De heer VAN LOGTENSTEIN: Mevrouw de voorzitter!
Is het amendement van mevrouw Korthuis ingebouwd
in de stemming of komt dat separaat aan de orde?
De VOORZITTER: Dat zit er nu in. Wij hebben eigen
lijk als college dat amendement overgenomen. Dat mo
gen wij doen. Wij doen de raad dus het voorstel om aan
de P.U.E.M. een stuk grond te verkopen van ongeveer
1740 m2, waarbij de afspraak wordt gemaakt dat door
burgemeester en wethouders in overleg met de commis
sie ruimtelijke ordening, gehoord de plannen die er bij
de sportstichting ten aanzien van de planning van ge
bouwen leven, en in overleg met de P.U.E.M. de beste
plek op het sportterrein wordt gezocht.
Het voorstel zoals het laatstelijk door de voorzitter is
omschreven wordt hierna in stemming gebracht en ver
worpen met 14 tegen 11 stemmen.
Tegen hebben gestemd de leden: mevrouw Van Stip-
hout-Croonenberg, Storimans, mevrouw Van Gelder-
Cornelissen, De Wilde, Verheus, Van den Brakel, Smit,
Visser, Van Logtenstein, Van Poppelen, Oldenboom,
Stam, mevrouw Greefhorst-Van Overdam en Hoekstra.
Voor hebben gestemd de leden: Van Aalst, mevrouw
Korthuis-Elion, Ebbers, Plomp, mevrouw Alting-Ambro-
sius, Hilhorst, Lange, Van Ee, De Haan, mevrouw
Oranje-Entink en Blaauw.
38