399
Wethouder Plomp heeft reeds het een en ander gezegd
over de l.o.m.-school. De mogelijkheid om eventueel
te komen tot oprichting van een l.o.m.-school voor
de regio Soest-Baarn wordt door mijn fractie met bij
zonder veel aandacht gevolgd; realisering van deze
plannen zal door ons dan ook van harte worden on
dersteund. Juist voor deze kinderen is de afstand
school-huis van bijzonder veel betekenis.
Met betrekking tot de ouderparticipatie zullen wij
initiatieven die kunnen leiden tot verkleining van de
denkbeeldige afstand school-gezin van harte onder
steunen. Het betrokken zijn van de ouders bij de
school is voor een goede ontwikkeling en samenwer
king onmisbaar.
De visie van het college terzake van de integratie van
het kleuter- en basisonderwijs kunnen wij geheel on
derschrijven.
De speciale aandacht van het college voor het onder
wijs aan kinderen van buitenlandse werknemers vin
den wij een verheugend verschijnsel, zeker nu er een
tweede leerkracht komt die deze kinderen in hun eigen
taal en cultuurbeleving kan benaderen.
De aansluiting van de kinderen van rijksgenoten op
ons onderwijs zal ook onze aandacht moeten blijven
houden. Te denken valt daarbij aan de vorming van
zogenaamde sluisklassen voor het middelbaar onder
wijs, te meer daar blijkt dat met name het V.O. voor
deze kinderen veelal een grote achterstand te zien
geeft.
Uiteraard heeft het schoolzwemmen onze volledige
medewerking. De daaraan verbonden kosten zijn ech
ter bepaald niet te verwaarlozen. Het is in feite absurd,
dat deze vorm van onderwijs niet tot de lichamelijke
opvoeding behoort in de zin van de rijkssubsidierege
ling. Is hiervoor al eens contact opgenomen met de
V.N.G.? Bij de rijksoverheid zal er op moeten worden
aangedrongen dat deze vorm van onderwijs voor rijks
subsidie in aanmerking komt.
Zoals reeds bij de algemene beschouwingen gesteld,
zullen wij de experimenten die de huidige minister bij
het onderwijs beoogt, plaatselijk gezien kritisch con
structief beoordelen. Wij menen in het college in dit
opzicht, zeker met betrekking tot de vrijheid van on
derwijs, het volste vertrouwen te mogen hebben.
Mevrouw ORANJE-ENTINK: Mevrouw de voorzit
ter! Wij leven in een snel veranderende wereld en
woorden van deze strekking zijn al bij verschillende
hoofdstukken uitgesproken. Ook in het onderwijs is
dat merkbaar, gezien de discussie tussen de Tweede
Kamer en minister Van Kemenade over de grote ver
anderingen die zich mogelijkerwijze de komende vijf-
en-twintig jaar in het onderwijs zullen voltrekken.
Ik voel mij niet geroepen om op plaatselijk niveau
een geheel nieuwe onderwijsfilosofie naar voren te
brengen. Wij kunnen ons zeer wel vinden in hetgeen
is gesteld in de nota van aanbieding over het onder
wijs.
Het is een goede zaak dat de gemeenschappelijke
schoolraad voor het openbaar onderwijs als adviesor
gaan serieus meespeelt en wordt gewaardeerd. Dat
mag wel eens worden gezegd, want het merendeel
van de leden van deze schoolraad bestaat uit leden
van oudercommissies die ook al in hun eigen ouder
commissie zeer actief zijn en veel van hun tijd en aan
dacht aan het onderwijs geven. In de schoolraad wor
den steeds onderwerpen aan de orde gesteld die van
groot belang zijn voor het onderwijs in de gemeente
Soest. Ik noem in dit verband de brandpreventie; alle
scholen zijn nu voorzien van een vluchtroute. Wij zijn
dankbaar voor het feit dat nu aan alle leerkrachten
een gedrukte handleiding terzake van de brandpre
ventie op de scholen is verstrekt.
Niet bij alle scholen is de verkeersveiligheid optimaal.
De ouders van kinderen die de school aan de Smitsweg
bezoeken, zijn niet allemaal even tevreden over het
verkeer ter plaatse. Ik verzoek het college de situatie
ter plaatse nog eens te bezien.
Wij zullen van de regionale schoolraad, wanneer deze
net zo goed gaat draaien als de Soester schoolraad,
nog veel mogen verwachten. Is de regionale school
raad al met zijn werkzaamheden gestart Doen alle
gemeenten uit de buurt ook mee?
Wij zijn verheugd over het feit dat de schooladvies
dienst begin 1977 zal gaan draaien. Wij hopen dat de
ze schooladviesdienst vele zaken kan opvangen, waar
aan thans nog niets kan worden gedaan. De huidige
schoolpsychologische dienst kan hulp aan individuele
leerlingen geven. Ik maak mij zorgen over de vacature
die bestaat voor een logopediste. Een dergelijke
functionaris is bijzonder belangrijk. Is deze vacature
reeds vervuld? Ik heb vernomen dat het zeer moeilijk
is om in een dergelijke vacature te voorzien. Ik hoop
dat dat bij ons niet het geval zal zijn.
Onze fractie staat een geleidelijke invoering van de
ouderparticipatie voor. Dat zal uiteraard moeten ge
schieden in overleg met de desbetreffende leerkrach
ten. Ouderparticipatie heeft nl. geen zin, wanneer de
leerkrachten niet willen. In dit verband wil ik er wel
aan herinneren dat reeds vele ouders vele uren van
hun tijd geven, want op een aantal scholen wordt er
reeds door ouders geholpen. Ik hoop dat dat gebeurt
naar voldoening van ouders en leerkrachten. Bij het
benoemen van nieuwe leerkrachten dient de ouder
participatie tevens ter sprake te worden gebracht.
Wij zijn misschien wel eens wat zekerder geweest
over de vestiging van een l.o.m.-school dan nu het ge
val is. Zo'n school is een dure zaak. Ik heb hier en
daar vernomen, dat een aantal leerlingen zal kunnen
worden begeleid en opgevangen, wanneer de grote
schoolbegeleidingsdienst in werking is getreden. Het
zal echter nog tot 1977 duren voordat de schoolad
viesdienst gaat functioneren, terwijl er ook nog geen
l.o.m.-school is. Wat gebeurt er nu met de kinderen
waarvoor in omliggende gemeenten geen plaats is?
Ik heb gehoord dat er op de Ridderoordschool in De
Bilt reeds geen enkel kind uit Soest meer kan worden
opgenomen. Kan er nu zonder brokken te maken wor
den gewacht tot het moment waarop de schoolad
viesdienst voor de begeleiding kan zorgen? Wanneer
kunnen wij een beslissing met betrekking tot de
l.o.m.-school tegemoet zien? Wij kunnen natuurlijk
niet blijven praten.
In de nota van aanbieding schrijft het college onder
meer op bladzijde 7
„Bijzondere aandacht zal worden geschonken aan de
mogelijkheden om te komen tot een verdere ontwik
keling van het onderwijs aan deze kinderen in eigen
taal en cultuur."
Deze zin heeft mijn aandacht getrokken. Hoe stelt
het college zich dat voor? Hoe valt dat te verwezen
lijken?