en ter bestrijding van brand. Ook op scholen wordt
veel voorlichting gegeven. Ik weet dat er ook vrouwen
organisaties zijn die zich hebben gemeld om voorlich
ting te krijgen. Zij willen ook voorlichting hebben over
de veiligheid in en om de woning.
De heer SMIT: Mevrouw de voorzitter! Ik heb in mijn
betoog de gemeente Renkum genoemd. Het is mij be
kend waar dat enorme verschil met Soest vandaan komt
en dat verschil is voor mij dan ook geen punt. Ik heb
het verschil alleen even willen memoreren.
De heer STAM: Mevrouw de voorzitter! Onder volg
nummer 3.10 wordt onder 02.01 gesproken over de
inruil van vier surveillance-auto's.
De VOORZITTER: Er worden er geen vier ingeruild.
De heerSTAM: Is het de bedoeling dat er vier nieuwe
surveillancewagens worden aangeschaft? U hebt straks
gezegd dat er twee surveillancewagens zijn.
De VOORZITTER: Er zijn op het ogenblik twee surveil
lancewagens en er wordt een derde wagen aangeschaft.
Daarnaast wordt er een auto aangeschaft voor de alge
mene dienst en dat is geen echte surveillance-auto die
men overal kan herkennen. Deze laatste auto wordt
wel voor bepaalde surveillances gebruikt.
De heer STAM: Het zijn er dus vier?
De VOORZITTER: Het gaat om drie normale surveil
lancewagens, terwijl één auto voor allerlei andere zaken
zal worden gebruikt, onder andere voor een stille sur
veillance. Deze auto zal ook kunnen worden gebruikt
voor de vreemdelingendienst.
De heer STAM: In de begroting staat het dus niet goed?
De VOORZITTER: Neen. Er moet staan inruil drie
auto's.
De heer STAM: Worden er wel vier auto's aangekocht?
De VOORZITTER: Ja.
De heer OLDENBOOM: Mevrouw de voorzitter! Onder
punt 04 van volgnummer 3.12 wordt een bedrag geraamd
voor een verwarming in de wapenkelder ter voorkoming
van vocht. Wat is precies de bedoeling?
De VOORZITTER: Zomers brandt de verwarming niet
en daardoor kunnen de wapens gaan schimmelen. Daar
voor moet een kleine voorziening worden getroffen.
Algemeen.
Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN-
BERG: Mevrouw de voorzitter! Ik behoor tot de men
sen die vinden dat ieder gemeentebestuur elke keer
weer de post van de B.B. moet verwerpen, wellicht
krijgen wij op die manier ooit een echt plan van de
grond.
Bovendien hebben wij te maken met een instelling die
geen overzicht van haar financiële toestand geeft, noch
van haar werkzaamheden. Daarom zal ik andermaal tegen
post 3.108 stemmen.
De VOORZITTER: Dames en heren! In kan de gedach-
tengang van mevrouw Van Stiphout eerbiedigen.
Mevrouw Van Stiphout heeft gezegd, dat de B. nooit
een begroting overlegt en nooit een verslag van haar
werkzaamheden openbaar maakt. Ik weet dat zij het
heel erg druk heeft, maar deze stukken hebben wel in
de leesmap van de raad ter inzage gelegen.
Gistermiddag is de begroting voor 1976 vastgesteld en
die begroting wordt ter inzage gelegd, Ieder jaar wordt
er ook een verslag gemaakt en ook dat wordt ter inzage
gelegd. Ik wil mevrouw Van Stiphout mijn stukken wel
geven, want ik heb een hele map,
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Er staat niets in die
stukken.
De VOORZITTER: Dat is wat anders. Wij hadden de
illusie dat er, gelet op het gestelde in de nota hulpver
lening bij ongevallen en rampen, nu duidelijkheid
zou komen over de B.B. Het aantal verplichte noodwach-
ters zou drastisch worden teruggebracht, zodat er echt
iets zou zijn voor bepaalde taken in oorlogstijd. Wij
zouden allemaal hebben geweten waaraan wij toe zijn,
wanneer die nota was aangenomen, maar de Tweede
Kamer heeft roet in het eten gegooid.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Daarover praten wij al
twaalf jaar.
De VOORZITTER: Ook wij hoopten dat het slot van
die twaalf jaar in zicht was, maar de Tweede Kamer
wilde blijkbaar nog geen slot hebben.
De heer SMIT: Mevrouw de voorzitter! Ik heb in mijn
op schrift gestelde betoog ook een passage staan over
de verkeersveiligheid, maar gelet op het tijdstip wil ik
die passage niet meer voorlezen. De door mij genoemde
zaken zijn al voor een deel behandeld, terwijl ze anders
nog elders aan de orde zullen komen.
Hoofdstuk III, openbare veiligheid, wordt zonder hoofde
lijke stemming vastgesteld, waarbij wordt aangetekend,
dat mevrouw Van Stiphout-Croonenberg geacht wenst
te worden tegen volgnummer 3.108 (Bescherming Be
volking) te hebben gestemd.
Hoofdstuk II, Algemeen beheer.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voorzitter!
Ik meen dat de toezending van al die flapjes voor de
commissievergaderingen geldverslindend moet zijn. Wij
hebben er zelf om gevraagd en het college treft dan ook
geen enkele blaam. Soms krijg ik drie enveloppen per dag
in de bus, terwijl ik de stukken bewaar tot de laatste dag.
Daarom zou ik de raad willen vragen zich nog eens. te
bezinnen over dit punt; ik zou willen voorstellen om
alle stukken één keer per week - vlak voor het week
einde - toe te zenden aan de raadsleden. Ik meen dat op
die wijze geld kan worden bespaard.
De VOORZITTER: Ik stel u voor om in het senioren
convent op deze kwestie terug te komen. In dat gesprek
kunnen wij dan praten over de wijze waarop wij porto
kosten kunnen besparen. Bovendien kunnen wij dan
spreken over het tijdstip waarop de raadsleden de
raadsstukken thuis willen hebben. De raadsleden hebben
om twee weekeinden gevraagd, maar een week na de
raadsvergadering hebben wij al dikwijls weer commissie
vergaderingen. Wellicht zouden de raadsleden kunnen
uitspreken dat zij aan één weekeinde genoeg hebben.
Dat punt moet derhalve in het seniorenconvent worden
besproken.
De heer VERHEUS: Mevrouw de voorzitter! Ik wil
naar aanleiding van volgnummer 2.20 (kosten wijkraad
Soesterberg) een aantal op Soesterberg betrekking heb
bende zaken bespreken. Een groot deel van de inwoners
van Soesterberg heeft vaak het gevoel, dat Soesterberg
een soort van achtergebleven gebied van Soest is. Door
diverse leden van het college is al getracht om die ziens
wijze te weerleggen. Vooral de heer Plomp heeft daar
toe een aantal pogingen ondernomen; ik wil mij niet
uitspreken over de vraag of hij daarin al dan niet is ge
slaagd.
Ik wil op dit moment aandacht vragen voor het gevoe
len dat in Soesterberg bestaat en daartoe wil ik een
paar punten op een rijtje zetten Het gaat om zaken die
toch wel erg schril afsteken bij wat elders in de gemeen-
423