raad adviseert het college deze zaak op de agenda van
de gemeenteraad van Soest te plaatsen, waarna een be
slissing kan worden genomen.
De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! Ik zou
thans graag eerst commentaar van het college krijgen
op hetgeen de heer Van Rijthoven heeft opgemerkt;
wellicht is het ons dan mogelijk dieper op de zaak in
te gaan.
De VOORZITTER: Meestal laten wij de raad eerst
praten, waarna het college antwoordt. Het kan echter
ook anders.
De heer VAN AALST: Mevrouw de voorzitter! De
middenstanders hebben de hoorzitting van 4 juni
1974 met een zeer onbevredigend gevoel verlaten. Er
is deze middenstanders beloofd, dat zij nog een keer
zouden worden gehoord en dat zij hun problemen op
tafel zouden mogen leggen.
Op 11 september 1975 hebben de middenstanders tij
dens de vergadering van de wijkraad mogen luisteren
naar het standpunt van de wijkraad. Ik meen dat de
middenstanders in de rondvraag de gelegenheid heb
ben gekregen om hun problemen naar voren te bren
gen. Op dat moment bleek dat de wijkraad reeds een
formeel besluit had genomen, maar aan de midden
standers is toegezegd, dat hun problemen in het ad
vies van de wijkraad zouden worden verwerkt. Dat is
kennelijk niet gebeurd. De betrokkenen vragen in feite
niets bijzonders, want zij vragen slechts om te mogen
worden gehoord. Zij zijn met name bang voor de be
voorrading van de winkels die aan de achterkant moet
geschieden.
De wijkraad heeft advies uitgebracht en wil geen
nieuwe hoorzitting beleggen. De middenstanders daar
entegen willen nog gehoord worden. Is het misschien
mogelijk dat de commissie openbare werken met de
betrokkenen gaat praten?
De VOORZITTER: Dames en heren! Conform de
verordening op de wijkraad is het juist, dat wij voor
zaken die Soesterberg regarderen, advies vragen aan de
wijkraad. Dat is het eerste deel van hetgeen wij voor
stellen en wij menen aan dat voorstel te moeten vast
houden. Het is mogelijk dat de wijkraad tot de conclu
sie komt dat hij niets meer heeft te adviseren, omdat
er reeds is geadviseerd. Dat horen wij dan graag van
de wijkraad. Wij zouden echter niet graag ooit het ver
wijt krijgen, dat wij de wijkraad niet hebben inge
schakeld. Wanneer de wijkraad daarover anders denkt,
horen wij dat graag van de wijkraad.
Wij hebben een brief gekregen van een aantal perso
nen uit Soesterberg. In die brief wordt gevraagd be
trokkenen te horen voordat een definitieve beslissing
wordt genomen. Daarom verzoeken wij de wijkraad
middenstanders en belanghebbenden vooraf te horen.
Het is mogelijk dat de wijkraad zegt de middenstan
ders niet meer te willen horen en dat het advies aan de
raad zonder een nieuwe hoorzitting wordt uitgebracht.
Ook is het mogelijk dat de wijkraad zegt dat het niet
nodig is om een nader advies uit te brengen. Dat horen
wij dan graag, want wij willen niet graag het verwijt
krijgen dat wij de wijkraad niet alle mogelijkheden ge
ven om te doen wat hij wil.
Het staat de wijkraad vrij om de middenstanders als
nog te horen, maar voor de elegantie hebben wij het
verzoek van de middenstanders nog even vermeld.
De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! Heb
ben de middenstanders en andere belanghebbenden
zich eerst tot de wijkraad Soesterberg gewend? Zijn
zij reeds door de wijkraad gehoord? Gaan de betrok
kenen in feite in beroep bij de raad van Soest, omdat
zij bij de wijkraad niet hebben gekregen wat zij wil
den? Ik heb het gevoel dat mijn veronderstelling juist
is. In dat geval heeft het niet zo verschrikkelijk veel
zin om de brief eerst weer in handen van de wijkraad
te stellen en kunnen wij beter - zoals door de wijkraad
wordt voorgesteld - een beslissing nemen,
De VOORZITTER: Dames en heren! Op 13 juni
1974 heeft de wijkraad het college een advies doen
toekomen. Daaraan voorafgaand heeft de wijkraad een
hoorzitting gehouden voor belangstellenden. Van die
hoorzitting is een verslag gemaakt. De belanghebbenden
stellen nu, dat hun wensen totaal zijn genegeerd door
de wijkraad.
De wijkraad heeft toegezegd dat de middenstanders
nog eens zouden worden gehoord, voordat er een defi
nitief besluit zou worden genomen. Ik meen dan ook,
dat wij deze brief wel om advies aan de wijkraad moe
ten sturen, Die plicht hebben wij, mede omdat er in
de brief van de middenstanders en andere belangheb
benden een soort van beschuldiging staat aan het
adres van de wijkraad. De wijkraad moet zelf zien wat
hij verder met deze brief doet. Burgemeester en wet
houders menen dat het nuttig is, dat de wijkraad -
wellicht ten overvloede - nog eens met de betrokke
nen gaat praten om het gerezen misverstand uit de
wereld te helpen. Wellicht hebben de betrokkenen het
verslag van de hoorzitting verkeerd geïnterpreteerd.
De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! Uw re
denering over de wijze van afdoening is begrijpelijk en
mijns inziens ook juist. Zojuist heeft echter een ver
tegenwoordiger van de wijkraad (ik neem aan dat hij
heeft gesproken namens de wijkraad) gezegd, dat de
wijkraad geen behoefte heeft aan het nogmaals uit
brengen van een advies en het nogmaals horen van de
middenstanders en andere belanghebbenden. Ik vind
dat wij ons in dat geval té formeel opstellen, wan
neer wij de raad nogmaals om commentaar vragen. In
dat geval stel ik de gemeenteraad voor om het colle
ge te verzoeken een pre-advies uit te brengen, zodat
het stuk een volgende keer gewoon in de raad in be
handeling kan worden genomen. Dat is dan mijns in
ziens de beste weg.
De VOORZITTER: Ik wil thans een aanvullende
vraag aan de vertegenwoordiger van de wijkraad stel
len. Is de brief van 15 november jl. van de midden
standers en andere belanghebbenden reeds in de wijk
raad behandeld?
De heer VAN RIJTHOVEN (Wijkraad Soesterberg):
Neen.
De VOORZITTER: Was de inhoud van deze brief de
wijkraad bekend op het moment dat de wijkraad de
heer Van Rijthoven verzocht om een verklaring af te
leggen?
De heer VAN RIJTHOVEN (Wijkraad Soesterberg):
Mevrouw de voorzitter! De inhoud van de brief is
ons uiteraard niet bekend, want formeel worden in
gekomen stukken niet ter beschikking van de wijkraad
gesteld. De wijkraad is uitgegaan van de raadsagenda.
Tijdens onze laatste vergadering hebben wij unaniem
besloten om het advies uit te brengen, dat ik in eerste
instantie heb verwoord.
Wij hebben ons terdege beraden over bepaalde uitvoe
ringen van het plan, maar dat heeft met de procedure
430