meel geen kennis van de inhoud van die brief. Ik wil
de brief best bij de beraadslagingen betrekken, wan
neer ik althans maar kennis kan nemen van de inhoud
van die brief. Wij hebben die brief niet gehad.
De heer VAN POPPELEN: Dat betreur ik.
De VOORZITTER: Ik zie al wat er aan de hand is. Die
brief betreft een bezwaarschrift en wij moeten de din
gen wel uit elkaar houden. Er zijn twee bouwplannen
voor bouwen in het Slangenbosje. Deze plannen zijn
ter inzage gelegd in verband met een aanvraag voor
een verklaring van geen bezwaar ex artikel 19. Die
brief betreft een bezwaarschrift tegen het bouwplan
van Higler. Daarbij wordt die brief betrokken. De
brief behoort niet bij het punt dat nu aan de orde is.
De heer VAN POPPELEN: Maar er is wel sprake van
een vervolg.
De VOORZITTER: Zo kunnen wij alles aan elkaar
praten.
De heer VAN POPPELEN: De zaken houden met el
kaar verband, want als men grond bouwrijp gaat maken,
zal er ongetwijfeld worden gebouwd. Daarom geloof
ik toch dat het voor de duidelijkheid noodzakelijk is,
dat het college die brief beantwoordt. Ik zal gaarne
het standpunt van het college met betrekking tot die
brief vernemen.
Mevrouw de voorzitter. Het zal ook goed zijn om uit
de doeken te doen of er al dan niet een besluit kan
worden genomen door de raad zolang er een kroon-
procedure loopt.
De burgemeester zou aan de omwonenden beloften
hebben gedaan. Kan daarover iets meer worden ge
zegd?
De VOORZITTER: Ik wil nog eens duidelijk zeggen,
dat thans wordt voorgesteld een krediet beschikbaar
te stellen voor het bouwrijpmaken van het Slangen
bosje; daarbij moet het blijven.
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Het colle
ge kan wel een voorstel indienen om de Zuidereng
bouwrijp te maken en dan zal er heel wat water door
de Eem vloeien voordat een dergelijk voorstel wordt
goedgekeurd.
De laatste zin van het voorstel luidt:
,,De raadscommissies voor openbare werken en finan
ciën gaan met dit voorstel akkoord."
Die zin lees ik nogal eens. Ik zit in beide commissies
en ik meen dat het juister zou zijn, wanneer werd ver
meld dat tenminste één lid van deze commissies tegen
was.
Ik heb nogal wat bezwaren tegen het verlenen van een
krediet voor het bouwrijpmaken van het Slangenbosje.
In zo'n geval moetje het er toch wel over eens zijn,
datje dat gebied bouwrijp maakt. Ik meen dat wij,
zolang de Kroon geen uitspraak heeft gedaan en zolang
de omwonenden niet op een juiste manier zijn voor
gelicht over het uitwerkingsplan, geen krediet beschik
baar moeten stellen voor het bouwrijpmaken van het
Slangenbosje. Ik meen dat wij ons geld nuttiger kun
nen besteden.
De heer LANGE: Mevrouw de voorzitter! Mijn frac
tie gaat akkoord met de kredietaanvraag, vooral ook
omdat wij in het verleden de koopcontracten hebben
goedgekeurd. Tegenover de toekomstige bewoners is
het onzes inziens fatsoenlijk om in ieder geval aanstal
ten te maken met de realisering van het plan.
Er liggen twee aanvragen ter visie en het raadsbesluit
440
met betrekking tot het onderhavige voorstel zal door
gedeputeerde staten moeten worden goedgekeurd Ik
neem aan dat gedeputeerde staten, wanneer zij een
besluit nemen over het al dan niet goedkeuren van de
aangevraagde ontheffingen, deze kredietaanvraag me
de betrekken in hun besluitvorming,
De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! Het
college zal zich er niet over verbazen, dat wij overwe
gend bezwaar hebben tegen dit voorstel. In een ander
geval - het Zwarte Weggetje in Soesterberg - heb ik
mijn bezwaren al eens naar voren gebracht. Deze
kwestie was echter van veel minder omvang Toen
heb ik, omdat de zaak niet van grote importantie was
en omdat ik bespeurde dat men niet met mijn bezwa
ren wilde meevoelen, gezegd dat ik er geen punt van
wilde maken. Dat doe ik in dit geval echter wel.
Natuurlijk kan men zeggen dat de gemeente grond
heeft verkocht en dat er dus sprake is van een artikel
19-procedure. Men kan zeggen dat hetgeen thans
wordt voorgesteld een logische consequentie is van
de grondverkoop en de artikel 19-procedure Er is
echter ook nog zoiets als de relatie tussen het ge
meentebestuur en de bestuurden. Daarom moeten
wij er op zijn minst van uitgaan, dat het bestuur zo
doorzichtig is, dat de mensen het gevoel hebben, dat
problemen eerst op een behoorlijke manier worden
afgewerkt en dat pas daarna (wanneer de ene of de
andere partij in het gelijk is gesteld) verdere maatre
gelen worden genomen met betrekking tot de uitvoe
ring.
Ik neem aan dat u, mevrouw de voorzitter, zal zeggen,
dat het een niets heeft te maken met het anderHet
college zal er echter ook rekening mede moeten hou
den, dat een aantal betrokkenen het gevoel zal heb
ben, dat het gemeentebestuur koste wat het kost de
zaak wil doorzetten, terwijl aan de gang is een artikel
19-procedure (een aantal mensen heeft een bezwaar
schrift bij de Kroon ingediend tegen de gedeeltelijke
goedkeuring van het plan Soestdijk). Dat vind ik on
tactisch en uit een oogpunt van relatie ten opzichte
van de bewoners zeer onverstandig.
Ik kan mij de manier waarop u, mevrouw de voorzit
ter, de zaak wilt behandelen best voorstellen; u zegt
het een heeft met het ander niets te maken
De VOORZITTER: Dat zeg ik niet.
De heer DE WILDE: Dan wil ik een poging wagen om
u er in ieder geval toe te brengen, dat u op dit stuk
mogelijkerwijze toch een inlichting geeft aan de raad
De VOORZITTER: Ik zeg juist dat ik niet zeg, dat
het een met het ander niets heeft te maken,
De heer DE WILDE: Daarvoor ben ik u dankbaar.
Dan wdl ik mijn betoog nu toespitsen op een paar
punten.
Mevrouw de voorzitter. Het college kent mijn gevoe
lens met betrekking tot de artikel 19-procedures, Ik
heb grote moeite met zo'n situatie. Wij kennen een
rechtsbestel waarbij in hoogste ressort tenslotte de
Kroon, geadviseerd door de afdeling geschillen van de
raad van bestuur, een eindbeslissing moet nemen. In
dit geval zijn niet onbelangrijke zaken aan de orde.
Daarbij komt dat ik bij deze artikel 19-procedure het
gevoel heb, dat er op zijn minst sprake lijkt te zijn
van misverstanden en kortsluitingen. De situatie wordt
daardoor alleen maar moeilijker. Is het waar dat, zo
als in het bezwaarschrift met betrekking tot de artikel
19-procedure staat, het college niet heeft voldaan aan