kelijk een grote bejaardenflat was gepland. Dat be stemmingsplan was tot in hoogste instantie goedge keurd. Dat flatgebouw is niet gerealiseerd, omdat de Centrale voor Bejaardenzorg die het zou bouwen, on voldoende financiën had. In 1972-1973 beschikte genoemde centrale wel over voldoende financiële middelen. Men wilde het gebouw wat verzetten, want men was wat de bouw betreft tot wat andere inzichten gekomen. Daarvoor moest wor den gewerkt met een artikel 19-procedure, Op dat moment zijn de omwonenden in beroep gegaan tegen de artikel 19-aanvraag, Gedeputeerde staten hebben de verklaring van geen bezwaar niet afgegeven. Wij hebben toen wel eens gezegd dat gedeputeerde staten de planologie een beetje vermengden met andere as pecten, want in de overwegingen werd gezegd, dat er geen behoefte was aan een x-aantal bejaardenkamers, waarom wij geen financiële tegemoetkoming zouden krijgen. Daarom werd de artikel 19-vergunning niet af gegeven. Daarover hebben wij ons bijzonder verwon derd, omdat in de beslissing een niet-planologisch ele ment meespeelde. Ter plaatse zou een groot flatgebouw hebben gestaan, wanneer tien jaar geleden voldoende financiën aanwe zig waren geweest. Ik meen dan ook dat er kan wor den gesproken van een wijs besluit van de raad toen werd besloten in het bestemmingsplan Soestdijk op dezelfde plaats de bouw van woningen met een lage goothoogte toe te staan, zodat er in visueel opzicht iets heel anders zou komen dan oorspronkelijk was ge dacht. Ik begrijp wel dat de omwonenden het nog fijner vin den, wanneer er helemaal geen woningbouw meer in die omgeving plaats vindt. Men zou echter ook kun nen vergelijken hetgeen er had kunnen staan en het geen er misschien komt te staan. Gelet op al deze overwegingen meen ik, dat het aanvragen van een ver klaring van geen bezwaar ex artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening niet onlogisch is. Er zijn mijns inziens wel artikel 19-aanvragen waarvan men zich eerder kan afvragen of er niet beter op de uit spraak van de Kroon kan worden gewacht. De vraag is of twee zaken moeten worden vermengd. De ene zaak betreft een kredietaanvraag voor het bouwrijpmaken en de tweede zaak betreft de beslis sing die nog moeten worden genomen over de twee aanvragen ex artikel 19. Terecht heeft de heer De Wil de verondersteld, dat wij geen spade in de grond zul len steken voordat de verklaring van geen bezwaar bin nen is. De heer De Wilde meent dat wij het krediet ook wel kunnen aanvragen, wanneer de verklaring van geen bezwaar is afgegeven door het college van ge deputeerde staten. In dat geval zal de raad, aldus de heer De Wilde, sportief zijn en snel medewerking ver lenen. De heer De Wilde vergeet daarbij kennelijk, dat het wel twee tot drie maanden duurt voordat een der gelijk krediet door gedeputeerde staten wordt goedge keurd. Tot nu toe is er alleen aandacht besteed aan het be lang van hen die menen, dat het Slangenbosje moet blijven zoals het nu is. Er zijn echter ook andere be langhebbenden. Wij hebben met een aantal mensen voorlopige koopcontracten gesloten. Twee toekomsti ge bewoners hebben wij bereid gevonden om formeel een bouwplan in te dienen, waardoor wij voor deze twee bouwplannen een artikel 19-procedure op stapel konden zetten. Ik meen dat wij op die wijze voorzich tig hebben gemanoeuvreerd. Er zal geen spade in de grond gaan voordat de ver klaring van geen bezwaar is afgegeven en voordat een bouwvergunning is afgegeven. Het zal ongeveer drie maanden duren voordat gedeputeerde staten een voor stel als het onderhavige zullen hebben goedgekeurd. De tervisielegging van de artikel 19-aanvragen is achter de rug, zodat de bezwaarschriften na behandeling met de aanvragen naar Utrecht kunnen worden gestuurd. Er zal, wanneer de verklaring van geen bezwaar en de bouwvergunning worden afgegeven, kunnen worden gebouwd door de belanghebbenden die al zolang in de wachtkamer zitten. Daarvoor is het echter nodig dat het krediet voor het bouwrijpmaken inmiddels is verleend. De mensen zullen immers toch nog moeten wachten totdat het terrein bouwrijp is gemaakt. Wethouder HOEKSTRA: Mevrouw de voorzitter! Van het aangevraagde krediet voor het bouwrijpma ken is een bedrag van ongeveer f. 220.000,— voor het zo goed mogelijk behouden van het Slangenbosje. Wij willen het Slangenbosje zo reëel mogelijk intact laten. De begroeiing rondom de kavels blijft gehandhaafd. De bouwers zullen adviezen krijgen van de plantsoe nendienst, zoals ook in Egghermonde is gebeurd Aan de kant van de Ir. Menkolaan staan wat elzenbos jes die bloot komen te staan. Dat is een klein strookje tot aan het bospad. Daar zal het een en ander worden geplant om de dichtheid van het bosje te bevorderen. Er komen vier toegangen tot het Slangenbosje om het Slangenbosje toegankelijk te maken vanuit de ver schillende wegen. Het Slangenbosje zal er keurig bij blijven liggen. De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter! Ik heb wel gehoord dat er een gesprek is geweest met de omwonenden, maar ik heb niet gehoord hoe hun reactie was. Ik zal graag alsnog kennis nemen van die reactie. Terecht is opgemerkt dat het oorspronkelijke plan veel funester was dan het huidige plan. Het zou voor de omwonenden een verschrikking zijn geweest, wan neer zij tegen een muur van een bejaardenflat hadden moeten aankijken. Ik acht het begrijpelijk dat de omwonenden graag de ruimte willen houden, maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen, dat heel veel Soesters over meer ruimte zou den willen beschikken, maar dat is helaas niet moge lijk. Eenmaal gemaakte kosten moeten natuurlijk ook worden opgebracht. Ik ben gerustgesteld door de mededeling dat er niets zal gebeuren zolang er geen verklaring van geen be zwaar is afgegeven. Er zal echter met bouwrijpmaken kunnen worden begonnen, wanneer die verklaring wordt afgegeven, ik geloof dan ook dat niemand wordt gedupeerd door goedkeuring van het gevraagde krediet. Daarom gaat mijn fractie akkoord met de kredietaanvraag. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Het Slan genbosje wordt natuurlijk goed vernield, wanneer er wordt gebouwd en in dat verband is het niet van be lang of er een flat of bungalows komen. U hebt, mevrouw de voorzitter, op 15 oktober 1974 een bijeenkomst voorgezeten in het bejaardencen trum, Aan de muur zou een kaart hebben gehangen waarop de mensen goed konden zien welke plannen het gemeentebestuur had. Uit de brief van de betrok kenen begrijp ik echter, dat juist op die vergadering een ernstig verschil van mening is ontstaan tussen de 442

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1975 | | pagina 443