voorzitter van die avond en de aanwezigen. Toen is de mensen duidelijk geworden wat het college van plan was met het Slangenbosje, Een en ander bleek volgens de betrokkenen duidelijk in strijd te zijn met de toe lichting op het ontwerp-bestemmingsplan Soestdijk. Daarop is men gaan protesteren bij gedeputeerde sta ten. Daarvoor was het echter te laat. In hun brief van 10 september 1975 stellen gedepu teerde staten, dat belanghebbenden te zijner tijd in de gelegenheid zullen worden gesteld kennis te nemen van het uitwerkingsplan. Namens het college is gezegd dat de mensen reeds op de hoogte waren van dat uitwer kingsplan. Dat moet het college niet zeggen, want tussen 15 oktober 1974 en 10 september 1975 zit bij na één jaar en het college kan dan ook niet zeggen, dat de mensen in kennis zijn gesteld van dat uitwerkings plan. Gedeputeerde staten stellen in hun brief ook, dat de mensen eventuele bezwaren kunnen indienen bij burgemeester en wethouders. Het bezwaar van de mensen is door gedeputeerde staten niet ontvankelijk verklaard. Gedeputeerde staten stellen, dat het uitwer kingsplan alsnog op tafel zal komen en dat de mensen bezwaren zullen kunnen indienen bij burgemeester en wethouders. Dat is echter niet gebeurd en de mensen voelen zich daardoor genomen. Daarop hebben zij be roep aangetekend bij de Kroon. De essentie van het bezwaar van de omwonenden is, dat zij niét op de juis te manier zijn behandeld De heer Lange meent dat het krediet moet worden verleend, omdat het tegenover de toekomstige bewo ners fatsoenlijk zou zijn om in ieder geval aanstalten te maken met de realisering van het plan. Het risico ligt echter bij de kopers van de grond, want zij heb ben stukjes grond gekocht waarvan nog niet precies vaststond wat er mee zou kunnen gebeuren. Wij moe ten voorzichtig zijn met hetgeen wij gaan doen. De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! Ik be treur hetgeen wij nu aan het doen zijn, want het is mijns inziens onnodig en bovendien erg onzorgvuldig. Gesteld is dat het aanvragen van een artikel 19-proce- dure niet onlogisch is. Dat heeft men mij ook niet horen zeggen. U had wat mij betreft die aanvraag niet behoeven te verdedigen Het college heeft het recht een artikel 19-procedure aanhangig te maken. Dat is gebeurd voor twee van de 21 kopers. Er is een hevige collisie aan de gang tussen een aantal mensen die zich - terecht of ten onrechte - te kort ge daan voelen en het gemeentebestuur. Er zijn spelregels die iedereen kent (voor die spelregels kan men al dan niet waardering hebben), waardoor er woningen kun nen worden gebouwd zonder dat de gemeenteraad er verder aan te pas komt en zonder dat de Raad van Sta te (afdeling geschillen van bestuur) eraan te pas komt. Iedereen (in het bijzonder de betrokkenen) wachten in spanning af wat gedeputeerde staten zullen beslis sen ten aanzien van de artikel 19-aanvragen, Ik zeg niet dat iemand wordt gedupeerd en ik zeg ook niet, dat het college van plan is de spelregels met voe ten te treden. Ik heb alleen gezegd dat ik de gang van zaken ontactisch vind. Het college moet nota bene nog een beslissing nemen met betrekking tot de inge diende bezwaarschriften. Ik neem aan dat de bezwaar schriften zullen worden gewogen en dat zij zullen worden voorzien van een advies. Daarna moeten zij aan gedeputeerde staten worden aangeboden. Gedepu teerde staten gaan als hoogste rechtsprekend orgaan in dit verband beslissen over het beroep van de betrok kenen, Die procedure moet niet worden vermengd meteen zaak als de onderhavige. Dat is van mijn zijde een gevoelsmatige benadering en als een ander dat niet zo voelt kan ik niet zeggen, dat ik dat fout vind Ik betreur het alleen dat deze zaken door elkaar worden gehaald. Dat is ook niet nodig. Ik meen ook dat de redenatie van u, mevrouw de voor zitter, niet helemaal klopt. De spits wordt afgebeten door die beide proefgevallen, Het kan best zijn dat u gelijk hebt en dat gedeputeerde staten geruime tijd nodig hebben om met betrekking tot de beide proef gevallen tot een beslissing te komen. Geen van de wo ningen kan worden gebouwd zonder een artikel 19- vergunning. Na een beslissing over de beide proefge vallen moeten er nog negentien aanvragen volgen. Stuk voor stuk zullen situering, plaats ten opzichte van de weg, hoogte tot omiingende bebouwing etc. nog worden bekeken. De VOORZITTER: Een en ander ligt klaar. De heer DE WILDE: Dat kan klaar liggen, maar dat betekent nog niet dat gedeputeerde staten al die aan vragen als één complex zullen beschouwen. Bij een ar tikel 19-aanvrage vindt (juist omdat men niet naar de Kroon kan gaan) een afweging per huis ten opzich te van de omringende bebouwing plaats; bezien wordt of in zo'n geval de Kroon al dan niet kan worden voor bij gegaan. Ik verzoek het college met mij te willen meedenken, ook al is het een andere mening toegedaan. Ik acht het denkbaar dat wordt besloten de beslissing van gede puteerde staten inzake die beide proefgevallen af te wachten. Gedeputeerde staten zullen naar ik meen over ongeveer twee a drie maanden een beslissing heb ben genomen Op dat moment kan een krediet be schikbaar worden gesteld. Ik voorspel het college dat de goedkeuring van het krediet samenvalt met de af werking van de overige artikel 19-bouwaanvragen. Dan hebben alle 21 gevallen op hetzelfde moment een bouwvergunning en dan kan het goedgekeurde krediet worden gebruikt voor het bouwrijp maken. Het is dan ook pertinent niet nodig om thans een krediet voor het bouwrijpmaken aan te vragen Aangezien het niet nodig is, moet het college de gevoelsmatige bezwaren van de mensen (zij hebben het gevoel dat het gemeen tebestuur doordrammerig bezig is; ik zeg niet dat dat mijn gevoel is) niet aanwakkeren Ik verzoek het college deze kredietaanvraag aan te houden tot het moment waarop gedeputeerde staten een beslissing hebben genomen over de beide artikel 19-procedures. Op een gegeven moment zullen gedeputeerde staten een beslissing hebben genomen inzake de artikel 19- procedure. In dat geval is het niet meer interessant of ik meen dat het Slangenbosje al dan niet in de huidige staat moet worden gehandhaafd, want als burger en als bestuurder moeten wij ons in onze samenleving neerleggen bij beslissingen die in hoogste instantie worden genomen Ik zal dan ook geen enkel bezwaar hebben tegen kredietverlening, wanneer gedeputeerde staten een verklaring van geen bezwaar hebben afge geven; op dat moment is er sprake van een uitvoering van een beslissing door een instantie die die beslissing dient te nemen Ik doe het dringende beroep op het college om deze kredietaanvraag aan te houden Mijn fractie zal tegen het voorstel stemmen, wanneer het college niet wil voldoen aan mijn verzoek. 443

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1975 | | pagina 444