t
:ts
werkperiode voor nodig. Aan het plan Landelijk Ge
bied moest erg veel werk worden gedaan. Op een ge
geven moment is iemand die elders promotie kon ma
ken, weggegaan. Daar hebben we een heel goede
kracht voor teruggekregen. Zo iets duurt een aantal
maanden. Als iemand ons gaat verlaten met inachtne
ming van een bepaalde opzegtermijn en je dan moet
adverteren, krijg je nl. altijd een gat van een
paar maanden. De nieuwe kracht is inmiddels inge
werkt en hij is nu met man en macht bezig met Soest-
Midden. Wanneer Soest-Midden - een hele kluif vanwe
ge de hele inventarisering, die voor een gedeelte klaar
is - gereed is, zijn wij door de erge zorgen heen. Ik
kan mij voorstellen dat men er op het ogenblik wel
eens een beetje bang voor is, dat wij erg achterlopen,
maar ik heb de hoop dat het weer helemaal in het
goede gareel zal komen.
Burgemeester en wethouders hebben er geen moeite
mee om het onderhavige terrein als een postzegel
plannetje te gaan aanmerken. Wij zullen graag zo
spoedig mogelijk zo'n plannetje klaarmaken. Over
uw hoofden heen wil ik hierbij zeggen dat hieruit
niemand de conclusie zou moeten trekken dat wan
neer toepassing van artikel 19 wordt afgewezen om
dat een plan nog niet zo ver is, burgemeester en wet
houders dan altijd wel even een postzegelplannetje
zouden kunnen maken. Want dat is natuurlijk, vooral
als je het moet zien in een grotere context, niet de be
doeling.
De heer HOEKSTRA: Mevrouw de voorzitter! Wij
vonden de onderhavige zaak in de commissie een uit
zonderlijk geval. Wij zijn te dien aanzien ook ge
sterkt door de argumenten die de heer Verheus zoeven
heeft genoemd. Wij menen dat de hele argumentatie,
waarbij ik denk aan het feit dat er geen wegaanleg no
dig is, dat alle voorzieningen al aanwezig zijn en dat er
bij verwezenlijking van het bouwplan twee goedkope
huurwoningen vrijkomen, aan gedeputeerde staten
moet worden voorgelegd te zamen met het postzegel
plannetje. Wij hopen dat het het college van burge
meester en wethouders dan wel zal gelukken bij gede
puteerde staten de vereiste verklaring van geen bezwaar
te verkrijgen.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten,
dat burgemeester en wethouders zo spoedig mogelijk
een postzegelplannetje in voorbereiding zullen nemen.
f. Motie van de gemeenteraad van Leek d.d. 17 de
cember 1974 inzake uitkeringen lager onderwijs voor
het jaar 1975 met voorstel deze motie voor kennisge
ving aan te nemen.
Dit stuk wordt voor kennisgeving aangenomen.
g. Brief d.d. 7 december 1974 van een aantal bewo
ners van de Beckeringhstraat en omgeving met betrek
king tot een geplaatst hekwerk op het perceel Becke
ringhstraat 3 met voorstel te berichten overeen
komstig bijgaande ontwerp-antwoordbrief.
De heer VAN LOGTENSTEIN: Mevrouw de voorzit
ter! In de voorlaatste zin van de ontwerp-antwoord
brief staat dat het uitzicht op terreinen als het onder
havige niet altijd riant is. Ik zou in deze zin het woord
„altijd" willen weglaten, omdat het uitzicht op derge
lijke terreinen op zijn minst niet riant is.
Er is nog een mogelijkheid om op zijn minst tegemoet
te komen aan het verzoek van de betrokken bewo
ners. Voor het bouwwerk in kwestie (volgens de wet
is het hekwerk een bouwwerk) zal nl. nog een vergun
ning moeten worden afgegeven en burgemeester en
wethouders zouden daarbij artikel 302 van de bouw
verordening integraal kunnen toepassen. Met andere
woorden: burgemeester en wethouders zouden de ver
gunning kunnen afgeven zonder ontheffing te verle
nen. Dan wordt de situatie aantrekkelijker en wat
meer acceptabel voor de buurtbewoners. Is het colle
ge bereid om hieraan tegemoet te komen?
De VOORZITTER: U bedoelt dus dat u het zou
willen terugbrengen tot één meter?
De heer VAN LOGTENSTEIN: Ja, langs de openbare
weg op zijn minst.
De VOORZITTER: De argumentatie voor een hoog
hek was juist, dat het een afsluiting van een bepaald
terrein moest zijn. In de industriële sfeer laten wij al
tijd wel hekken van twee meter toe, omdat er duide
lijk gevallen zijn waarin men terreinen erg graag
goed wil afsluiten. Dat is de achterliggende reden
waarom wij de ontheffing wel verlenen op dit soort
industrieterreinen.
De heer VAN LOGTENSTEIN: Het is een beetje een
dubieus geval, omdat het op de grens van industrie
bestemming en woonbestemming ligt. Het hekwerk
lijkt wat op een leeuwenkooi. Het is een afschuwelijk
ding, vooral ook doordat het nu door zijn nieuwig
heid enorm glinstert. Er zou tussen de gebruikers van
het terrein en de omwonenden absoluut een compro
mis te vinden zijn door artikel 302 van de bouwveror
dening integraal toe te passen. Ik ben ervan overtuigd,
dat de gebruiker daar ook tevreden mee kan zijn.
De VOORZITTER: Integraal toepassen betekent één
meter.
De heer VAN LOGTENSTEIN: Ja. Bescherming kan
dan alsnog plaatsvinden.
Wethouder EBBERS: Mevrouw de voorzitter! Ik
dacht dat er dan toch in ieder geval aan de betrok
ken industrie moet worden gevraagd of ze daarmede
instemt. Als ze ter beveiliging en bescherming van
haar terrein een hek met een hoogte van twee meter
wil hebben, geloof ik datje dat niet kunt weigeren.
De VOORZITTER: Niet moet weigeren. Wij mogen
het wel.
Wethouder EBBERS: Inderdaad. Ik meen dat het dan
niet moet worden geweigerd.
De VOORZITTER: Ik zie het ook niet.
De heer VAN LOGTENSTEIN: Dat is misschien wel
juist, maar de ontheffing betreft een macht die bij
burgemeester en wethouders ligt en zij zouden aan de
hand van hun eigen oordeel over het hekwerk er een
andere mening over kunnen hebben dan de industrie.
Het is niet een zaak die de industrie zozeer aangaat;
het is een compromis tussen het gebruik van het ter
rein in kwestie en de omgeving waarin het ligt.
De VOORZITTER: Ja, maar burgemeester en wet
houders zijn in het algemeen wel de mening toege
daan dat iemand die op een industrieel gebied zit, de
mogelijkheid moet hebben om zijn terrein adequaat
af te sluiten. Dat is bij een hek van één meter hoogte
bepaald niet het geval. Dat is de achtergrond van het
feit dat wij toch wel de meerbedoelde ontheffing wil
len verlenen.
De heer VAN LOGTENSTEIN: Ik zou het bijzonder
jammer vinden als burgemeester en wethouders dat
zouden doen, want het levert geen aantrekkelijk ge
heel op.
43