Het is een aantal fraai uitgevoerde boekwerkjes ge
worden, waar ik u zeer dankbaar voor ben. Veertien
dagen geleden heb ik gedurende mijn krokusvakantie
in bet Groningse Vierhuizen, puur landelijk gebied,
bladzij voor bladzij doorgewerkt. En ik moet zeggen
dat ik veel lezenswaardige dingen en interessant fei
tenmateriaal over Soest ben tegengekomen. De afge
lopen twee weken heb ik de kinderen op school uit
voerig kunnen vertellen hoe Soest is ontstaan, hoe
waardevol het Eemland is en wat zich allemaal in ons
leefmilieu afspeelt. Dit zijn gegevens die ik natuurlijk
in elk willekeurig boekje had kunnen vinden, maar
het bureau OD 205 heeft een en ander netjes op een
rijtje gezet a raison van, naar ik schat, anderhalve a
twee ton (mag ik straks van u horen hoeveel het pre
cies gekost heeft? en ik moet zeggen, dat ik het dos
sier als een boerenstreekroman heb gelezen. Boeien
de lectuur met hier en daar weliswaar enkele onver
geeflijke foutjes. Een paar voorbeelden:
1. Op pag. 28 van de toelichting wordt een drietal be
stemmingen recreatieve doeleinden aangekondigd,
maar men komt niet verder dan A en B. U schrapte
waarschijnlijk C, de V.V.D. stelt vanavond voor C
weer toe te voegen en ik ben het daar hartelijk mee
eens. Het is opvallend dat op deze manier uw eigen
politieke vrienden u daarvoor op de vingers moeten
tikken.
2. De doorsnee van de R 38 op de plankaart klopt
niet. Deze rijksweg (het is niet te hopen dat deze
plannen doorgaan) wordt 26 m breed, maar de door
snee (op schaal meer dan 30 m breed) wijkt af van de
doorsnee van de R 28 die is getekend op de reeds
goedgekeurde bestemmingsplankaart van b.v. de ge
meente Leusden.
3. In deel III staat een overzichtkaart bladindeling A
afgebeeld met twaalf quadranten bouwpercelen, waar
van het achtste quadrant niet overeenkomt met kaart
8. De bovenkant van dit postzegeltje is de onderkant
van deze bladzijde.
Dit zijn zo maar enkele voorbeelden waarmede de
kwaliteit van dit hele plan en de werkwijze van het
bureau OD 205 wel getypeerd zijn.
Echter veel erger is, dat dit al drie jaar oude bestem
mingsplan volkomen is gedateerd. Terecht stelde dr.
Sybren de Hoog van de Werkgroep Ontwikkeling Eem
land tijdens een hearing in december, dat dit plan,
dat zijns inziens strak vasthoudt aan de Struktuur-
schets 1967, verouderd is. Als leidraad voor het be
stemmingsplan Landelijk Gebied wordt op pag. 9 van
de toelichting genoemd de Tweede Nota over de
ruimtelijke ordening in Nederland (1967) en het
streekplan voor de Utrechtse Heuvelrug (1962). Twee
reeds lang achterhaalde archiefstukken waarvan de fi
losofieën volkomen uit de tijd zijn. Rijp dus voor de
prullemand.
Het spijt me, uw bestemmingsplan Landelijk Gebied,
mevrouw de voorzitter, is van nul en gener waarde.
Waarom verschijnt nu holderdebolder dit plan? Als
dit bestemmingsplan vanavond door deze raad wordt
aangenomen, zitten we er tien jaar aan vast en is de
burger juridisch gebonden aan handen en voeten.
Terwijl aan het eind van dit jaar pas de nota verstede
lijking gaat verschijnen, om maar eens wat te noemen.
Terwijl op 23 december 1973 het eerste deel van de
Derde Nota over de ruimtelijke ordening (met een
heel andere filosofie) is verschenen, waar niet over
gerept wordt; een Oriënteringsnota die al ter visie
heeft gelegen, waarop schriftelijke reacties zijn geweest
en waarover openbare hoorzittingen zijn gehouden. De
raad van advies voor de ruimtelijke ordening heeft een
advies uitgebracht en thans ligt deze beleidsnota van
de regering bij de Tweede Kamer. U dwarsboomt de
plannen van de hogere overheid door dit plan te lance
ren.
De samenlevingsnormen wijzigen zich snel. Ging de
Tweede Nota nog uit van twintig miljoen inwoners,
nu krijgt een gemeente extra subsidie van binnenland
se zaken als ze inkrimpt. De reclamanten die het bui
tengebied groter willen maken, hebben dus gelijk. U
gaat daar helemaal aan voorbij. De uitgangspunten van
de zestiger jaren kunt u onmogelijk meer gebruiken
in 1975.
Progressief Soest neemt het u hoogst kwalijk, dat u
dit plan erdoor wilt drammen, terwijl er nog zoveel
onderzoekingen aan de gang zijn en de door u genoem
de, ongenuanceerde onderzoekingen verouderd en te
grofmazig zijn.
Ik mis in uw plan Landelijk Gebied bijvoorbeeld de in
zichten van de Kring Midden-Utrecht, „Ontmoeting
van Mens en Natuur" (najaar 1970), een wetenschap
pelijke studie over de recreatie uitgevoerd door Wage-
ningen.
Waarom houdt u geen rekening met de milieukarte-
ringskaart waar men op het ogenblik druk mee bezig
is? Die is op een heel andere leest geschoeid, maar het
zal nog wel even duren voordat ze klaar is.
In de discussienota Streekplan Utrecht-Oost van augus
tus 1974 staat:
„In de laatste jaren is de R.O. wel omschreven als het
beleid gericht op de best denkbare wederkerige aan
passing van ruimte en samenleving, zulks ter wille van
die samenleving. Maar het accent zal in de komende
jaren verschoven moeten worden naar een aanpassing
van de samenleving van vandaag aan de mogelijkheden
van ruimte en milieu, dit uit zelfbehoud van de maat
schappij en het individu van nu en morgen."
Wat aan uw bestemmingsplan Landelijk Gebied ont
breekt, zijn een visie en een constructief beleid en
daarom is uw plan van nul en gener waarde.
Nu heeft Soest de afgelopen jaren toch al geen ge
lukkige hand gehad bij het vervaardigen van bestem
mingsplannen. Ik citeer Jan van Arkel (9 juli 1974):
„Het Bestemmingsplan Weg over de Eng, door de
Raad aangenomen, maar vanwege de slechte kwaliteit
voortijdig door de gemeente teruggenomen. Bestem
mingsplan Eng, Park en Centrum door de Raad aan
genomen en door de Provincie en de Krocn afgekeurd
op doortrekken Dalweg na. Bestemmingsplan Kerc-
kenlandt weer ingediend en na een overstelpende
hoeveelheid bezwaarschriften door de Raad afgewe-
zen.
De wijk Klaarwater is met behulp van artikel 19 ge
bouwd, stelt hij, en de Struktuurschets deel I van
eind 1973 acht hij ook rijp voor de recycling van oud
papier.
Verder verneem ik dat er op 7 februari 1975 een
hoorzitting van gedeputeerde staten heeft plaats ge
vonden over het bestemmingsplan Overhees, waarover
de provinciale planologische commissie op 2 januari
1975 adviseerde het zuidwestelijke gedeelte van het
gebied niet in het plan op te nemen: natuurgebied.
Waarom zijn het publiek en de pers niet ingelicht over
deze, naar ik toch mag aannemen openbare, hoorzit-