'oor wordt
inteerd.
om-
ens
me voor
>orge-
nt geen
loen
irijven,
ster en
Jtand-
2 3
ogelijk
imum
g
1 dit
tan
reeds
.at
eri-
deling
rere-
17,
rijf"
le heer
ait-
traat-
ko-
10e-
een
igen-
ïw
i de
is
be
en
n
ee.
bedrijven. Het college stelt voor de afdoening van de
ze bezwaarschriften zo te doen zijn, dat vastgesteld
wordt, dat de bestaande kampeerterreinen op grond
van de overgangsbepalingen hun activiteiten onver
minderd kunnen voortzetten. Om aan de noodzaak
van vernieuwing van de voorzieningen mogelijk als ge
volg van strenger wordende wettelijke eisen te kun
nen voldoen, zullen de overgangsbepalingen worden
gewijzigd, in die zin, dat dergelijke bouwwerken tot
stand kunnen komen. Ook al worden die kampeer
terreinen niet in het plan ingepast. Onze fractie heeft
enige neiging met dit voorstel van het college mee te
gaan. Wij zijn wel voor het toestaan van verblijfsrecrea-
tie in het landelijk gebied van deze gemeente. Daar
over heb ik in het voorgaande geen misverstand laten
bestaan. Het was voor ons echter de vraag of kam
peerterreinen in die mate als thans aanwezig in het
plan zouden moeten worden ingepast. Nu andere
raadsleden (ik denk aan het voorstel van de V.V.D.-
fractie) op motieven die ons zeer wel aanspreken, be
pleiten deze kampeerterreinen in het plan op te ne
men, willen wij ons standpunt uitdrukkelijk afhanke
lijk stellen van de nog te voeren discussie.
In zijn repliek op het bezwaarschrift nr. 32 zegt het
college op pag. 30 van het ontwerp-besluit, dat een
verruimd overgangsrecht voorrang behoort te worden
gegeven boven een inpassing door middel van een con
serverende bestemming. Wij willen op die stelling van
het college graag een nadere toelichting. Als het in
derdaad zo is, dat inpassing conservering betekent,
minder mogelijkheden om straks aan de wettelijke
eisen te voldoen dan handhaving op basis van het
overgangsrecht met de mogelijkheid van vernieuwing
van de gebouwen om aan de eisen te voldoen, dan is
het natuurlijk logisch, dat je de zaak beter krachtens
het overgangsrecht kunt laten bestaan. Maar voordat
wij een oordeel daarover uitspreken, willen wij graag
door het college uitgelegd hebben wat het verschil tus
sen inpassing en conservering en overgangsrecht met
verruimde mogelijkheden van vernieuwing is.
Met de voorgestelde wijze van afdoening van het be
zwaarschrift nr. 33 van de heer De Koning kan onze
fractie zich zeer beslist niet verenigen. Bij de behan
deling van dit bezwaarschrift hoop ik aan te tonen,
dat hier een verkeerd beleid zou worden gevoerd in
dien in dit geval geen inpassing van dit kampeerterrein
zou plaats vinden. Er is een duidelijk verschil in be
leid tussen de provincie en de gemeente geweest inde
jaren 1971-1972. De provincie heeft aanvankelijk
voor onbepaalde tijd een vergunning gegeven. De pro
vincie stelde daarbij zeer zware voorwaarden. Een
beplantingsplan werd aangeboden aan staatsbosbe
heer, dat voor de uitvoering van dit plan subsidie ver
leende. Het provinciaal bestuur was zozeer overtuigd
van de aanvaardbaarheid van het kampeerbedrijf daar
ter plaatse, dat het zelfs speelde met de gedachte dat
vooruitlopend op het bestemmingsplan Landelijk Ge
bied van het gebied waarin het perceel van de heer
De Koning ligt, een klein bestemmingsplan zou wor
den gemaakt, waarin het plan van het kampeerterrein
officieel zou worden ingepast. De heer De Koning
heeft investeringen gedaan. Bouwvergunning voor
een toiletgebouw voor een korte periode van drie jaar
is verleend. Nu er per se op te staan, dat deze grond
de bestemming agrarische doeleinden C krijgt, acht ik
volstrekt onbegrijpelijk. Vlak bij is de vestiging van de
heer Van Kampen, over wiens uitbreidingsplannen
we net spraken. Vlak bij is Centropa met een zeer uit
gerekte, omvangrijke bebouwing. Op enkele honder
den meters afstand is een dierenasyi gevestigd, Vlak
bij zijn de terreinen van de sportclub Amersfoort. Nog
even verder is het woonwagenkamp. Op een kilome
ter afstand op Amersfoorts grondgebied is een officië
le gemeentelijke camping gevestigd, Onder die om
standigheden begrijp ik niet, dat wij erover zouden
denken een ontwikkeling, die door de gemeente is
toegelaten, althans niet is tegengehouden, en door de
provincie zeker aanvankelijk is toegejuicht, ongedaan
te maken. Wie zich zelf van de situatie ter plaatse heeft
overtuigd, zal moeten beamen, dat de heer De Koning
een zeer aanvaardbaar kampeerterrein tot stand heeft
gebracht. Onze fractie heeft de stellige overtuiging,
dat wij verkeerd zouden doen door het voorstel van
het college in dezen te volgen. Een uitspraak van de
raad zal door onze fractie op prijs worden gesteld.
Bij de behandeling van het bezwaarschrift zal ik in
dien nodig aan de hand van in mijn bezit zijnde stuk
ken er nog graag op ingaan, omdat ik het gevoel heb
dat hier toch de eis van goed bestuur ter discussie is.
Ten aanzien van de gemeentelijke camping delen wij
wel de mening van het college, dat het befeid van het
gemeentebestuur met betrekking tot het gemeente
lijke kampeerterrein bij de vaststelling van dit be
stemmingsplan niet aan de orde is. Er dan verder
over zwijgen zou op de desbetreffende belanghebben
de burgers dusdanig vreemd overkomen, dat ik er
nog enkele opmerkingen over wil maken. In het ka
der van wat hiervoor over particuliere kampeerterrei
nen is gezegd zou het denkbaar zijn dit kampeerter
rein eveneens onder verruimde overgangsbepalingen
te handhaven. Onze fractie is daar voor, omdat onze
fractie van mening is dat een gemeente als Soest het
zich tot een plicht moet rekenen er een behoorlijk
geoutilleerd kampeerterrein op na te houden, op te
richten en in stand te houden vanwege de gemeente,
in het kader van de sociaal-culturele voorzieningen.
Of dat gemeentelijke kampeerterrein dan preciès
moet blijven op de plaats waar het nu gevestigd is,
is een zaak van nadere bestudering; bijvoorbeeld door
de sportstichting. Gedacht zou kunnen worden aan
de suggestie die de V. V.D.-fractie reeds eerder deed
ten aanzien van een plaats vlak bij het natuurbad.
Wij zouden nu graag de verzekering ontvangen dat
ook naar de mening van het college een gemeentelijk
kampeerterrein in Soest tot de wenselijke voorzie
ningen moet worden gerekend. Dan komt vervolgens
aan de orde waar dat kampeerterrein dan zou moeten
komen. Dat is een kwestie van nadere studie en over
leg. Staat dat eenmaal vast, dan kunnen de kampeer
ders op het huidige gemeentelijke kampeerterrein er
ook op rekenen, dat zij niet eerder het tegenwoordi
ge terrein hoeven te verlaten dan nadat het nieuwe
gemeentelijke kampeerterrein er is. Juist omdat het
hier een groep mensen uit de grote steden betreft die
jarenlang in Soest hebben gekampeerd, doe ik een
klemmend beroep op het college en de raad voor de
ze groep mensen het nodige perspectief te openen.
Het commentaar van het college op bezwaarschrift
nr. 35 van mevrouw Sangster geeft mij geen aanleiding
tot het maken van opmerkingen.
Anders is het gesteld met de bezwaarschriften nrs. 36
en 37 van respectievelijk de Vereniging Amsterdamse
Lichtbond en de Nederlandse Federatie van Naturis-
55