die zegt, dat de nokhoogte van silo's maximaal 9 m
mag bedragen. Maar de laatste tijd komt er in Neder
land een nieuwe ontwikkeling op gang die niet alleen
in bedrijfseconomisch opzicht, maar ook met het oog
op verbetering van de sociale voorwaarden voor het
personeel van belang is en die inhoudt, dat men het
voer niet meer in kuilen op slaat en met veel plastic
afdekt, wat ook milieuvervuilend is, maar in een klei
nere ruimte opslaat. Daar wordt op het ogenblik vrij
veel studie van gemaakt. Ik zit in een desbetreffen
de landelijke studiegroep en weet precies waar het
over gaat. Daarom heb ik het amendement ingediend.
Het Landbouwschap wil dat er ten aanzien van de si
lo's een maximum nokhoogte van 28 m wordt toege
staan. Ik vind een dergelijke hoogte verfoeilijk en heb
mij in het amendement beperkt tot de toegestane
maximum hoogte die momenteel ten aanzien van hooi
bergen geldt, met dien verstande, dat ik wil dat het
college de bevoegdheid krijgt een zodanige vrijstelling
te verlenen, dat de maximum nokhoogte van silo's
20 m mag bedragen. Met betrekking tot silo's is de ef
fectieve ruimte van belang. In dit verband wil ik de
volgende cijfers noemen: een silo met een hoogte van
10 m heeft een capaciteit van 200 kg per m3, terwijl
een silo met een hoogte van 20 m een capaciteit van
ongeveer 300 kg per m3 heeft. Men moet wel de hoog
te in om de gewenste druk te verkrijgen.
De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! Er zijn
bij een bestemmingsplan als het onderhavige natuur
lijk dingen aan de orde ten aanzien waarvan het mij
niet zo verschrikkelijk veel uitmaakt of ze zus dan wel
zo gaan. Er zijn ook zaken bij aan de orde waarvan ik
het gevoel heb, dat ze erg essentieel zijn. Ik vind dat
wij zo'n zaak nu bij de kop hebben, ik had het amen
dement niet verwacht. Het gaat er natuurlijk niet om
hoe de ontwikkeling in het land is, het gaat erom hoe
in het landelijk gebied van Soest, in het bijzonder ook
in de Birkt, de silo's zullen staan. Na de discussie en
na de hoorzitting die wij hebben gehad en waarin wij
ook het Landbouwschap hebben gehoord, heb ik daar
eens bijzonder op gelet. Ik heb in de nieuwe polders
en ook op het Friese platteland een aantal silo's zien
staan en ik wil hier ronduit zeggen, dat ik het afschu
welijke dingen vind. Deze afschuwelijke dingen met
blinkende top, vallen niet weg in het landschap,
maar detoneren het landschap zeer. Ik kan begrijpen
datje deze dingen in de nieuwe polders niet kunt
missen uit een oogpunt van moderne bedrijfsvoering,
maar ik meen dat et in de Birkt, omdat de schaal
daar zo klein is, geen hoge silo's kunnen worden toe
gestaan, Ik denk hierbij aan het bezwaarschrift van
de heer W.A M. Wantenaar, Birkstraat 131. Ik ben
naar de Birkstraat 131 gegaan om te kijken of ik mij
daar een voorstelling van een situatie met een hoge si
lo zou kunnen maken. Welnu, ik meen dat een hoge
silo daar beslist niet kan worden toegestaan.
Wij zien al op tegen een maximum nokhoogte van 15
m. Onze voorkeur gaat uit naar een maximum nok
hoogte van 12 m. Ik doe niet zoals de heer Van Pop-
pelen heeft gedaan door te zeggen: Het Landbouw
schap heeft om een maximum nokhoogte van 28 m
gevraagd en men mag er blij mee zijn, dat ik niet om
die hoogte, maar om een maximum nokhoogte van 20
m heb gevraagd Ik waardeer dat als goed koopman
schap best, maar het is natuurlijk geen norm en geen
uitgangspunt.
Een hooiberg en een silo zijn gans niet met elkaar ver
gelijkbaar. Een hooiberg met een dergelijke hoogte is
ook een zeer groot obstakel, maar past veel meer in
het landschap dan een silo.
Ik wens pertinent niet een tegenstelling te hebben tus
sen mensen die de agrarische belangen wel zien en
mensen die die belangen niet zien. Ik behoor zeker tot
degenen die groot begrip hebben voor het feit dat de
agrariër een belangrijke rol vervult en dat hij ook be
hoorlijk economisch aan zijn trekken moet komen. Ik
wil dan ook beslist niet medewerken aan allerlei acties
die erop gericht zijn de agrariër zijn werkzaamheden
te beletten. Maar ik vind dat wij op een bepaald mo
ment toch ten opzichte van deze dingen ook neen
moeten durven zeggen. Het zou mij verschrikkelijk
spijten als de raad het amendement zou accepteren.
Wij zullen het in ieder geval niet doen.
De heer HILHORST: Mevrouw de voorzitter! Ik
sluit mij volledig aan bij de woorden van de heer De
Wilde.
Ik vertrouw erop dat het in de toekomst door de
aanwezige kennis en techniek niet nodig zal zijn, dat
wij met de silo's hoger gaan dan 15 m. In dit verband
vind ik de landschappelijke waarde van de Birkt een
zwaarwegend criterium.
De VOORZITTER: Dames en heren! Burgemees
ter en wethouders blijven de gedachtengang onder
schrijven die door hen is ontwikkeld en die overeen
komt met hetgeen de heren De Wilde en Hilhorst nu
naar voren hebben gebracht. De heer Van Poppelen
heeft ons niet tot een ander inzicht kunnen brengen.
De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter!
Ik beur aan het nu aan de orde zijnde amendement
niet zo zwaar als aan het straks aangenomen amen
dement. Het onderhavige amendement heeft ook niet
zulke verstrekkende gevolgen. Bovendien betreft
het een zaak die op dit moment nog niet speelt; over
een of twee jaar speelt ze wel, dan zullen er in Neder
land vrij veel silo's staan.
Ik meen dat de provinciale planologische commissie
aan gedeputeerde staten heeft voorgesteld ten aan
zien van silo's een maximum nokhoogte van 15 m toe
te staan.
Ik wil nu één vraag stellen dan ben ik zelfs bereid om
het amendement terug te nemen. Ik denk dat het
college maar enkele aanvragen om vrijstelling zullen
worden gedaan. Is het college bereid om in die geval
len de zaak welwillend te bekijken om dan eventueel
voor het betrokken bedrijf een uitzondering te ma
ken?
De heer BLAAUWDat mag dan niet.
De heer VAN POPPELEN.' Jawel.
De heer HOEKSTRA: Tot 15 m.
De VOORZITTER: Dames en heren! Als het amen
dement wordt ingetrokken en er overeenkomstig het
voorstel van het college wordt besloten, mogen er si
lo's worden gebouwd met een nokhoogte van maxi
maal 9 m en hebben burgemeester en wethouders de
bevoegdheid om vrijstelling te verlenen tot een nok
hoogte van 15 m. Op de vraag van de heer Van Poppe
len of burgemeester en wethouders dan eventuele aan
vragen om vrijstelling welwillend zullen bekijken moet
ik antwoorden, dat burgemeester en wethouders altijd
alle aanvragen, om wat voor dingen ook, grondig en op
alle merites bekijken en dat het woord „welwillend"
ons altijd in het vaandel staat geschreven. Want wij
66