willen iedereen altijd zoveel mogelijk plezier doen.
Maar daarvóór gaan nog de billijkheid en de redelijk
heid. De bedoelde aanvragen komen aan de orde in de
commissie ruimtelijke ordening, want wij hebben af
gesproken dat alle zaken ten aanzien waarvan het col
lege een vrijstellingsbevoegdheid of een wijzigingsbe
voegdheid heeft, vooraf in deze commissie zullen wor
den besproken. De commissie kan ons dan adviseren.
Ik zeg hier niet toe, dat we alles welwillend zullen be
kijken. Want als ik dat wel zou doen, zou het kunnen
worden uitgelegd alsof wij al van tevoren zeggen: Als
iemand om een vrijstelling vraagt, geven wij die. Zo is
het nu ook weer niet. De heer Van Poppelen heeft
iets meer gevraagd dan hij krijgt.
De heer VAN POPPELEN: Silo's met een hoogte van
9 m worden gewoon niet gebouwd en ik vertrouw er
op, dat als er een aanvraag om vrijstelling komt, de zaak
met de commissie ruimtelijke ordening zeer objectief
wordt bekeken.
De VOORZITTER: Ja, objectief. Dat is iets geheel
anders.
De heer DE WILDE: Met 15 m als maximum.
De heer VAN POPPELEN: Dan zet men er gewoon
twee naast elkaar. Dat is niet zo slim.
De heer DE WILDE: Als het maar ver genoeg uit elkaar
is.
Het amendement wordt ingetrokken.
Artikel 4.
De VOORZITTER deelt mede dat de heren Van Poppe
len en Smit een amendement hebben ingediend dat
luidt als volgt:
„Ondergetekenden,
J.R. van Poppelen,
A.H.F. Smit,
gelet op artikel 20 van het Reglement van orde voor de
vergaderingen van de raad;
dienen het volgende AMENDEMENT in op het ont-
werp-besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan
„Landelijk Gebied";
A. het dictum bij sub I onder: „voorschriften" als
volgt aan te vullen:
- na lid 2, sub a-2e van de artikelen 4 (agrarische doel-
einden-B/produktiegebied) en 5 (agrarische doelein
den-C/van landschappelijke waarde) toe te voegen, sub
a-3e, luidend als volgt:
,,3e. de met toepassing van lid 4 van dit artikel te bou
wen gebouwen te gebruiken of te laten gebruiken voor
permanente of niet permanente bewoning, voor de
uitoefening van een handels- en/of nijverheidsbedrijf,
alsmede voor de uitoefening van een niet-bodemge-
bonden agrarisch bedrijf".
- na artikel 4 (agrarische doeleinden-B/produktiege-
bied), lid 3 van de ontwerp-voorschriften tussen te
voegen een nieuw lid, aan te duiden als nummer 4 en
luidend als volgt:
„4. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om
vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 1 onder
a van dit artikel, ten behoeve van de bouw van agra
rische bedrijfsgebouwen, met uitzondering van wo
ningen ten behoeve van agrarische bedrijven gelegen
aan de zuidzijde van de Birkstraat en aan de dorpszij
de van de Lange Brinkweg, waarvan de bijbehorende
gronden worden doorsneden door deze wegen, voor
zover zulks in het belang is van een meer rationele be
drijfsvoering en met dien verstande, dat:
a. de hoogte van de gebouwen, niet meer mag bedra
gen, dan als volgt gespecificeerd is aangegeven
soort gebouw max. goothoogte max. nok-
in m. hoogte in m.
bedrijfsschuur
hooiberging
silo
5,5
9
15
15
b. de onderlinge afstand van de in dit lid bedoelde
gebouwen tenminste 1 m en ten hoogste 15 m mag
bedragen, terwijl de afstand tussen de verst van el
kaar afgelegen gebouwen niet meer dan 7 5 m mag be
dragen
c. de gezamenlijke grondoppervlakte van de krachtens
dit lid te bouwen bedrijfsbebouwing per agrarisch be
drijf niet meer zal bedragen dan 600 m2;
d. zij bevoegd zijn nadere eisen te stellen aan de
plaats, de vorm en de afmetingen van deze gebouwen,
voor zover deze eisen dienen ter bescherming van het
landschapsschoon en de openheid van het landschap".
- na artikel 5 (agrarische doeleinden-C/van landschap
pelijke waarde), lid 3 van de ontwerp-voorschriften
tussen te voegen een nieuw lid, aan te duiden als num
mer 4 en luidend als volgt:
„4. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om
vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 1 onder
a van dit artikel, ten behoeve van de bouw van agrari
sche bedrijfsgebouwen, met uitzondering van wonin
gen, ten behoeve van agrarische bedrijven gelegen aan
de zuidzijde van de Birkstraat en aan de dorpszijde van
de Lange Brinkweg, waarvan de bijbehorende gronden
worden doorsneden door deze wegen, voor zover zulks
in het belang is van een meer rationele bedrijfsvoering
en met dien verstande, dat:
a. de hoogte van de gebouwen, niet meer mag bedra
gen, dan als volgt gespecificeerd is aangegeven:
soort gebouw max. goothoogte max. nok-
in m. hoogte in m.
bedrijfsschuur
hooiberging
silo
5,5
9
15
15
b. de onderlinge afstand van de in dit lid bedoelde ge
bouwen tenminste 1 m en ten hoogste 15 m mag be
dragen, terwijl de afstand tussen de verst van elkaar
afgelegen gebouwen niet meer dan 7 5 m mag bedra
gen;
c. de gezamenlijke grondoppervlakte van de krach
tens dit lid te bouwen bedrijfsbebouwing, per agrarisch
bedrijf niet meer zal'bedragen dan 600 m2;
d. zij bevoegd zijn daarbij nadere eisen te stellen aan
de plaats, de vorm, de materiaalkeuze en de afmetin
gen van deze gebouwen, voor zover deze eisen zullen
dienen ter bescherming van de in de aanhef van lid 1
van dit artikel bedoelde waarde;
e. de in dit lid bedoelde vrijstelling slechts kan wor
den verleend, indien hierdoor niet in ernstige mate af-
67