de gemeente het desbetreffende gebied tot natuurge bied zou maken. Kan er niet een bepaling worden inge last waarin staat, dat de bestemming wordt veranderd als een bedrijf ermede uitscheidt? De VOORZITTER: Dat kan niet. Dan moet er gewoon een wijziging van het bestemmingsplan plaats vinden door de raad. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Dat kan de raad dan dus doen. De VOORZITTER: Ja, maar dan moet het plan wor den gewijzigd. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Dat is dus mogelijk en als een kampeerbedrijf geen levensvatbaarheid meer heeft, is dat een goede reden om het inderdaad te doen. Ik zou met het oog op de rechtszekerheid van de be staande bedrijven een sterk pleidooi willen houden voor handhaving van de kampeerbedrijven in de door ons voorgestelde zin. De heer HILHORST: Mevrouw de voorzitter! In de toelichting wordt gesteld, dat de door het onderbren gen van voorzieningen ten behoeve van de verblijfsre- creatie optredende versnippering van het buitengebied tegengegaan dient te worden. Dit is een van de be langrijkste motieven om kampeerbedrijven niet in het ontwerp plan op te nemen. De V.V.D.-fractie is deze méning niet toegedaan, en wel om de volgende rede nen. Wij vinden dat door het niet opnemen van genoemde bedrijven de versnippering van het buitengebied nog niet wordt verholpen, omdat de desbetreffende bedrij ven dan volgens het overgangsrecht zoals dat is neer gelegd in de artikelen 32 en 33 van de voorschriften kunnen blijven bestaan, zij het met beperkingen. Bo vendien vinden wij dat de bestaande kampeerbedrijven zo'n klein gedeelte uitmaken van de voorzieningen die het buitengebied versnipperen, dat het ons on rechtvaardig aandoet wanneer alleen verblijfsrecreatie in dit verband wordt genoemd. Er zijn veel grotere versnipperaars in dit gebied. De heer Visser heeft er straks ook al op gewezen. Wij willen ze nog wel eens noemen: de hoogspannings leiding, het Soester Natuurbad, het waterleidingbe drijf, het ziekenhuis Zonnegloren, het vliegveld Soes- terberg, de twee terreinen voor dagrecreatie met bij behorende parkeermogelijkheden, de militaire terrei nen. Het komt bij ons vreemd over, dat - wij spreken nog altijd over de ongewenste versnippering - terwijl de kampeerbedrijven volgens het overgangsrecht kunnen blijven voortbestaan, via de wijzigingsbevoegdheid van burgemeester en wethouders zoals die is neerge legd in artikel 25, lid 3, er een mogelijkheid wordt geopend tot het stichten van een nieuw kampeerter rein, zelfs in natuurgebied. Een ander belangrijk motief - u noemde het straks het uitgangspunt - is, dat dit gebied is bestemd voor dagrecreatie en dat verblijfsrecreatie pas aanvaardbaar wordt geacht wanneer aan dagrecreatieve behoeften is voldaan. Wij zijn van mening, dat er ter voldoening aan de behoeften aan dagrecreatie voldoende mogelijk heden aanwezig zijn. Wij noemen de twee terreinen van het Soesterhoogt en de Soester Duinen, de wan delroutes, de fiets-, voet- en ruiterpaden door de dui nen en bossen, het openstellen van particuliere en mi litaire terreinen. Wij betreuren het, dat wij geen enkele positieve bena dering van de verblijfsrecreatie in de algemene toe lichting kunnen vinden zoals bijvoorbeeld: Deze vorm van recreatie is uitermate belangrijk voor: a) degenen die een weekend of een vakantie in een bosrijke omgeving willen doorbrengen vanwege de natuur, de rust, misschien voor hun gezondheid of omdat een buitenlandse trip financieel niet haalbaar is; b) voor degenen die een kampeerbedrijf beheren - het betekent ten slotte hun inkomen; c) voor de middenstand die er baat bij kan hebben. Wij hebben stellig de indruk, dat er in de toekomst steeds meer verkeersvoorzieningen in het natuurge bied nodig zijn ten behoeve van de mobiele dagrecre anten. Wij zijn van mening, dat een inpassing in het plan de beheerders van een kampeerbedrijf de nodige en ver langde positie van rechtszekerheid geeft. Te lang heeft men met een onzekere toekomst geleefd. Een inpassing in het plan zal voor hen ongetwijfeld een stimulans zijn om meer aan de outillage van hun ter rein te gaan doen en om verbeteringen aan te brengen. Wij beogen met een inpassing een conserverend karak ter dat tot uitdrukking komt in de op de kaart aange geven percelen en in het nieuwe artikel van de voor schriften. Wij stellen voor dat de volgende bedrijven in het plan worden opgenomen: 1. A.W. Huizen, Soesterbergsestraat 133, met een ter rein van ongeveer 1,82 ha; 2. A. Hilhorst, Birkstraat 126a, met een terrein van 3 ha; 3. W.A. Brood, de Zoom 11, met een terrein van 3 ha; 4. mevrouw C. Besselink, de Zoom 7, met een ter rein van 1,08 ha en 5. P.D. de Jong, Birkstraat 118, met een terrein van 1,89 ha. De VOORZITTER: Heb ik het goed begrepen, dat u voorstelt om het terrein van de heer A. Hilhorst bijna te halveren? De heer HILHORST: Ja, mevrouw de voorzitter. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Wij hebben begrepen, mevrouw de voorzitter, dat de provincie een handha ving van dergelijke grote terreinen zeer waarschijnlijk zonder meer niet zou aanvaarden. Daarom hebben wij de terreinen binnen een acceptabele grootte ge houden. Het schijnt dat je bij de provincie met een terrein van 3 ha meer kans hebt en dat als je vraagt om handhaving van een terrein dat groter is dan 3 ha, de provincie veel strenger gaat beoordelen of ze hand having überhaupt zou toestaan. Daarom hebben wij ons tot 3 ha willen beperken. De VOORZITTER: U wilt de kampeerterreinen dus ompalen tot een maximum van 3 ha. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Ja, mevrouw de voor zitter, om te voorkomen dat de provincie het über haupt afkapt omdat sommige te groot zijn. De VOORZITTER: En heb ik goed begrepen, dat u volgens het amendement per ha wilt toelaten 25 kampeermiddelen, waarbij men mag kiezen uit sta caravans, toer-caravans, zomerhuisjes en tenten? Zo ja, dan betekent het dat degenen die 3 ha hebben, 7 5 kampeermiddelen kunnen hebben. Ze hebben er op het ogenblik een heleboel minder. Het betekent dus wel, dat het aantal kampeermiddelen in onze gemeen te een geweldig stuk zal toenemen. De heer A.W. Hui- 73

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1975 | | pagina 74