ige- us :reft weg er niet binnen vijfjaar komt of op het punt staat er te komen, de heer De Koning geen recht heeft op planschadevergoeding. Er is al zoveel geïnvesteerd, dat er bijna niets meer behoeft te worden geïnvesteerd en ik dacht dan ook, dat de heer De Koning bereid zou zijn om deze clausule te laten opnemen. De VOORZITTER: Maar deze clausule mag niet. De heer BLAAUW: Als deze clausule wettelijk niet mag, dan is het iets anders. De VOORZITTER: Neen, het mag niet. Maar ook als zo'n clausule wel zou kunnen worden opgenomen, zou het college er toch nog tegen zijn. Je doet iets of je doet iets niet. De heer DE WILDE: Ja, zo is het. De heer BLAAUW: Dan nemen wij het risico maar. De heer VAN POPPELEN: Ik vind u niet rechtlijnig, mevrouw de voorzitter. Er is in het verleden vaak ge zegd: Dat mag niet, want straks hebben wij die grond nodig. Ik ben het dan ook voor honderd procent met de heer Blaauw eens en per se oneens met uw stand punt. De VOORZITTER: Dames en heren.' Wij hebben straks behandeld een amendement van de V.V.D.-frac- tie om in de voorschriften een nieuw artikel, aan te duiden als nr. 10, in te voegen luidend als volgt: „Artikel 10, Recreatieve doeleinden-C (kampeerter reinen)." Wij hebben daarin een beetje geschrapt, want het is uitstekend bruikbaar voor iets anders, met name voor het onderhavige geval. De raad zou, als hij dat zou willen, kunnen voorstellen dat er in de voorschriften een nieuw artikel 10 wordt ingevoegd, waarin onder andere staat: 1. De op de kaart voor recreatieve doeleinden-C (kampeerterreinen) aangewezen gronden zijn bestemd voor standplaats voor caravans, tenten en naar de aard daarmee gelijk te stellen onderkomens. 2. Het op het kampeerterrein aanwezig aantal caravans en/of tenten te zamen mag niet meer dan 50 bedra gen. Dan is het bijna klaar. Dit is geen voorstel van burge meester en wethouders, maar de raad zou via invoe ging van een nieuw artikel 10 het terrein van de heer De Koning kunnen aanwijzen als kampeerterrein voor 50 kampeermiddelen, zijnde caravans, tenten en naar de aard daarmee gelijk te stellen onderkomens. Stelt iemand uit de raad voor een dergelijk artikel 10 in te voegen? De heer DE WILDE: Ja, mevrouw de voorzitter, maar dan een artikel 10 waarin sprake is niet van 50, maar van 70 caravans. De VOORZITTER: Dat strekt nog verder en betekent eigenlijk een subamendement. Ik weet niet of allen die een amendement als ik heb bedoeld zouden wil len indienen, van 70 uitgaan. We kunnen eerst stemmen over een amendement be treffende 70 kampeermiddelen. Als dat niet wordt aangenomen, kan men teruggaan tot 50. De heer VAN AALSTMevrouw de voorzitter! Het terrein is eventueel wel geschikt voor 100 caravans. Ik wil dit getal hier niet zo maar op tafel leggen, De VOORZITTER: Neen, maar u moet toch wel een getal op tafel leggen. De heer VAN AALST: maar wij moeten wel be denken dat de heer De Koning een exploitabel bedrijf moet hebben, een bedrijf dat een rendement oplevert. De VOORZITTER: U moet een getal op tafel leggen. De heer DE WILDE: Dat is natuurlijk zo, mevrouw de voorzitter. Ik wist van de 100 af, ik hoorde u 50 noemen en toen heb ik heel serieus 70 gezegd De heer OLDENBOOM: Er worden er 50 gevraagd. De heer DE WILDE: Neen, 100. De heer VAN POPPELEN: Ik persoonlijk heb er geen moeite mee om dat te ondersteunen. Wij hebben a gezegd, laten wij nu ook b zeggen en de heer De Ko ning een mogelijkheid tot exploitatie geven. De heer VAN AALST: Mevrouw de voorzitter!Ik stel, mede namens de heer Blaauw, voor, dat er in de door u aangegeven zin een nieuw artikel 10 in de voorschriften wordt ingevoegd volgens hetwelk het aantal kampeermiddelen op het terrein van de heer De Koning 100 mag bedragen. Het voorstel van de heer Van Aalst wordt hierna in stemming gebracht en aangenomen met 19 tegen 4 stemmen. Voor hebben gestemd de leden: Verheus, Storimans, Smit, Van Logtenstein, Stam, mevrouw Alting-Am- brosius, Van Poppelen, mevrouw Oranje-Entink, me vrouw Korthuis-Elion, Van Aalst, mevrouw Greef- horst-Van Overdam, Van den Brakel, Visser, Hoek stra, Oldenboom, Blaauw, mevrouw Van Gelder-Cor- nelissen, mevrouw Van Stiphout-Croonenberg en De Wilde. Tegen hebben gestemd de leden: Plomp, De Haan, Hilhorst en Ebbers. De VOORZITTER: Dames en heren! De uitslag van de stemming betekent ook, dat alle artikelen na arti kel 10 worden vernummerd. Ik heb het gevoel dat wij op dit moment niet meer behoeven te spreken over de artikelen, maar dat er nog een paar bezwaarschriften zijn waarover wel moet worden gesproken. Hierna wordt overgegaan tot de behandeling van de bezwaarschriften. (Over de in deze notulen niet afzonderlijk vermelde bezwaarschriften is door geen der leden het woord verlangd). Bezwaarschrift nr. 1 van de heer P.A. Wantenaar. De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter. Ik heb straks gezegd dat ik tegen de vestiging van nieuwe bedrijven ben, maar ik ben het niet eens met het voorstel van het college ten aanzien van het onderhavige bezwaarschrift, omdat de heer P.A. Wan tenaar legaal, conform het geldende bestemmingsplan het bedrijf in kwestie heeft gesticht. Ik zie beslist niet in waarom wij hem nu een bouwperceel zouden moe ten onthouden. De heer HILHORST: Mevrouw de voorzitter! Ik wil ten aanzien van het onderhavige bezwaarschrift nog opmerken, dat ten tijde van de tervisielegging van het ontwerp-bestemmingsplan Landelijk Gebied er een zelfstandig agrarisch bedrijf was, dat bestond uit een woning met een bedrijfsgebouw. Er zullen in de toekomst nog enige uitbreidingen, zoals een gara ge, een opslagruimte voor voeren, kunstmeststoffen, machines etc., noodzakelijk zijn. Deze uitbreidingen zullen niet zo erg groot zijn, maar zeker wel groter dan de ruimte waarover de heer P.A. Wantenaar zou kunnen beschikken volgens de mogelijkheid tot uit breiding met 15%. Dit is een van de belangrijkste rede nen waarom ik toch voorstel, dat de heer P.A. Wante naar alsnog een bouwperceel wordt gegeven. 81

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1975 | | pagina 82