De heer DE WILDE: Zo'n bepaling lijkt mij redelijker
dan dat er wordt gezegd: Je moet gedogen en je krijgt er
geen cent voor vergoed. Want dat lijkt mij een wat vreem
de toestand.
Wethouder EBBERS: Het lijkt mij juist dat de door u ge
wraakte toevoeging wordt vervangen door: waarbij een
redelijke vergoeding kan worden geëist.
Mevrouw de voorzitter. Het aantal kanalen is op dit mo
ment al minstens acht wanneer je uitgaat van 3 fm- en 5
televisiekanalen. De uitbreiding die bij het systeem met
36 kanalen mogelijk is, wil niet zeggen dat je 36 kanalen
moet gaan gebruiken. Wij hebben het gebruik van acht
kanalen gekozen, omdat dat in deze streek vrij veel ge
vraagd is. Mochten er in de toekomst uitbreidingen no
dig zijn, bijvoorbeeld in verband met een regionale ont
wikkeling, dan zijn ze mogelijk tegen een aanzienlijk la
ger bedrag dan geldt bij uitbreiding van het vhf-systeem.
Dat heeft ons tot de keuze van het vhf-uhf-systeem ge
bracht. Wij hebben deze keus niet zozeer gedaan om ieder
een gelukkig te maken met 36 televisie- en radiomogelijk
heden, nog afgezien van het feit dat wij daar naar mijn
mening de eerste jaren zeker niet aan toe zullen zijn.
De heer DE WILDE: En de aanschaffingsprijs van het
ene systeem verschilt niet veel van die van het andere sy
steem?
Wethouder EBBERS: Nee. Maar de investering is wel bij
zonder groot als je het vhf-systeem wilt uitbreiden. Qua
aanschaffingsprijs verschillen de twee systemen niet veel
van elkaar, maar wat uitbreidingen betreft is het vhf-uhf-
stysteem veel voordeliger.
Wat de woningwetwoningen betreft is het entreegeld in
de stichtingskosten van de woningen verwerkt.
De installateur van het geheel heeft mij medegedeeld, dat
een blikseminslag op de kabels nagenoeg niet mogelijk is,
omdat de weerstand bijzonder hoog is en de kabels niet
van een stalen mantel zijn voorzien. Een blikseminslag
op de kastjes die vóór de huizen staan, is wel mogelijk.
Bij zo'n blikseminslag kunnen de televisietoestellen
worden beschadigd. Als dat gebeurt, wordt de schade in
het algemeen vergoed door de normale brandverzekering
die naar ik aanneem iedere Nederlandse burger sluit.
De televisiemast zelf is in voldoende mate geaard. Ten
aanzien daarvan is een blikseminslag niet zozeer te vre
zen. Zou er te dien aanzien toch een blikseminslag plaats
vinden, dan zouden de ontvangstkasten en de versterkers
worden beschadigd.
Ik meen dat het overlijden van een abonnee automatisch
beëindiging van het abonnement inhoudt, maar misschien
denken de juristen hier anders over.
De in lid 7 van artikel 4 van de aansluit- en leverings
voorwaarden genoemde administratieve redenen zouden,
zoals de heer De Wilde al heeft gesuggereerd, verandering
van huurder kunnen betreffen.
Naar aanleiding van hetgeen de heer De Wilde met betrek
king tot artikel 8 naar voren heeft gebracht zeg ik graag
toe, dat wanneer de zaak gaat draaien, wij in het voor-
lichtingskrantje met betrekking tot deze materie wat na
dere informaties zullen geven. Dat lijkt mij nuttig.
In artikel 9 dienen de woorden „luister- en kijkgelden"
inderdaad te worden vervangen door: omroepbijdragen
Het lijkt mij goed dat er aan artikel 10 iets wordt toege
voegd waarin wordt verwezen naar het desbetreffende ar
tikel van de bouwverordening.
De VOORZITTER: Dames en heren! Ik zou even willen
ingaan op de kwestie van de in lid 8 van artikel 2 genoem
de onaannemelijke voorwaarden. Ik zou mij kunnen
voorstellen dat als voor de aansluiting van een perceel op
de centrale antenne-inrichting het noodzakelijk is een
gat in een muur te maken, dat de eigenaar dan de voor
zieningen die worden getroffen om de boel weer in orde
te maken, overvloedig betaald wil zienDan kan ik het
mij ook voorstellen, dat je je daartegen wapenen wilt,
zodat je in zo'n geval verantwoord tegen de huurder kunt
zeggen dat je de aanleg weigert Anders zou de huurder
ons kunnen aanspreken. Ik vraag mij wel af of de bepa
ling in het genoemde lid de fraaiste formulering heeft
gekregen, maar ik dacht wel dat je aan zo iets behoefte
zou kunnen hebben.
Het is mij niet geheel duidelijk wat de heer Van Aalst
heeft bedoeld met zijn opmerking over artikel 4 en het
overlijden van een abonnee. Er kan in geval van overlij
den van de abonnee worden opgezegd met ingang van
een kalendermaand, waarbij een opzegtermijn van een
maand in acht dient te worden genomen. Ik vraag mij af
of de heer Van Aalst heeft bedoeld, dat het abonnement
in geval van overlijden van de abonnee zelfs aan het eind
van de maand van overlijden moet kunnen worden be
ëindigd, Als het abonnement een maand langer duurt,
komen de desbetreffende kosten op de boedel.
De heer VAN AALST: Ik heb gedoeld op een situatie
waarin er niet wordt opgezegd Ik zou mij kunnen voor
stellen dat als een alleenstaande abonnee overlijdt, er
niet wordt opgezegd
De VOORZITTER: Tja Dat is juridisch erg interessant
Want wanneer wordt dan de opzegging geacht te zijn ge
daan? Dan zouden wij nog een bepaling moeten maken
waarin staat wanneer de opzegging geacht wordt te zijn
gedaan. Meestal zal er een opzegging plaats vinden door
de erfgenamen. Wanneer er een alleenstaande overlijdt
en niemand iets doet, dan blijft de aansluiting in stand.
Betreft het een huurhuis, dan zal daar meestal wel in
wor den voorzien, Als het een eigendomshuis betreft,
kan het nog even duren en dan komen de desbetreffende
kosten op de boedel. Misschien wil de raad het aan ons
overlaten dit punt nog eens te bekijken Ik geloof wel
dat er een kleine aanvulling bij moet, maar ik zie nog
niet precies hoe die zou moeten luiden
De heer VAN AALST: Mevrouw de voorzitter! Ik mis
nog een antwoord betreffende een eventueel in te bou
wen ontsnappingsclausule in verband met uitbesteding
aan derden.
De VOORZITTER: Ik begrijp niet wat u bedoelt
De heer VAN AALST: De gemeente gaat nu een over
eenkomst aan met de bewoners. Als wij ertoe zouden
overgaan een derde dit geheel te laten exploiteren voor
de gemeente Soest, zal uiteraard die derde ook zelf de
zaken met de bewoners gaan regelen,
Wethouder EBBERS: Ik meen dat je dat ook in een
eventueel overnamecontract kunt vastleggen,
De heer VAN AALST: Maar tegenover de abonnee moet
er naar mijn mening nu iets worden vastgelegd.
De VOORZITTER: Ja, dat wij ons het recht voorbehou
den om een andere beheerder aan te wijzen Als dit er
niet in staat, lijkt het mij dat wij nog wel een desbetref
fende aanvulling kunnen maken
De heer VAN AALST: Ik heb verder nog wat moeite
met lid 1 van artikel 8, Het college spreekt over een all-
in contract met Siemens, maar volgens dit lid zal de ge
meente een storingsdienst ter beschikking stellen.
De VOORZITTER: Ja, via Siemens
Wethouder EBBERS: Ik meen dat het beschikbaar stel
7