van de Bank voor Nederlandsche Gemeenten, waarin
regelmatig over de onroerend-goedbelasting wordt ge
publiceerd, dat ik twee a drie dagen geleden uit hoof
de van mijn functie heb ontvangen en dat ik toen
gauw heb doorgelezen.
Mevrouw de voorzitter. Van het aantal gemeenten
waarin de onroerend-goedbelasting per 1 januari 1980
zal zijn ingevoerd, heeft 12% de grondslag oppervlakte
gekozen. Als je naar het totale inwonertal van al die
gemeenten kijkt, dan moetje constateren dat ten aan
zien van 30% der inwoners de grondslag oppervlakte
is gekozen.
Het voorstel van de heer Storimans inzake proefbere-
keningen aan de hand van de beide grondslagen be
treft iets waarover ik nog niet heb nagedacht. Ik wil
dit graag eens aan de orde stellen. Ik zou mij kunnen
voorstellen, dat wij in overleg met de Stichting Kafi
tot zulke berekeningen zouden kunnen komen en die
dan zouden kunnen bespreken in de financiële commis
sie. Maar ik heb dit nog niet met de Stichting Kafi be
sproken. En ik weet dan ook niet of het mogelijk is.
Ik weet ook niet of het extra kosten met zich zou
medebrengen.
De heer VAN POPPELEN: Als u dat wilt, dan moet
het voorstel worden aangehouden, want anders kan
het niet.
Wethouder EBBERS: Ik heb gezegd dat ik het niet
weet. De raad kan gewoon het nu gevraagde krediet
voteren en ik kom dan wel bij de raad terug als
mocht blijken, dat de bedoelde proefberekeningen
extra kosten met zich medebrengen.
De heer STORIMANS: Maar als wij op grond van de
proefberekeningen tot de conclusie zouden komen,
dat de grondslag waarde voor ons gunstiger zou zijn,
dan zouden wij alsnog tot een verandering moeten
komen.
Wethouder EBBERS: Neen, het kan niet gunstiger uit
werken, want in beide gevallen moet tot hetzelfde re
sultaat worden gekomen. Het kan niet veel verschil
len.
De heer STORIMANS: Wij hebben het over een ver
schuiving van de belastingdruk en dus gaat het er ons
als gemeenteraad toch ook nog om wie er uiteinde
lijk zullen betalen. Ik meen dat het voor de burgers
erg prettig zou zijn als bijvoorbeeld ook de militaire
terreinen kunnen worden aangeslagen in deze belas
ting.
Wethouder EBBERS: Ik was nog niet uitgesproken.
De militaire terreinen zijn in het algemeen niet vrij
gesteld en ik heb ook helemaal niet de bedoeling om
ze vrij te stellen.
De heer STORIMANS: Er staan grote gebouwen op
en dan zou het wel eens zo kunnen zijn,
Wethouder EBBERS: Ja, dat kan betekenen dat daar
voor veel moet worden betaald. In dit verband noem
ik ook de bedrijven, die nooit zijn aangeslagen. De
bedrijven betalen geen personele belasting, maar ze
gaan nu wel meedraaien in de onroerend-goedbelas
ting, Dit betekent datje natuurlijk verschuivingen
krijgt. Maar dat hangt natuurlijk ook af van de tarie
ven die hier worden vastgesteld. Wij zullen er bij de
tariefstelling rekening mee moeten houden, dat wij
niet meer mogen opleggen dan het maximale percen
tage.
De heer STORIMANS: Het gaat mij om de verschui
vingen.
Wethouder EBBERS: De verschuivingen zitten er na
tuurlijk in. Dat hebben wij reeds van het begin af aan
geconstateerd. Wij hebben in het verleden niet voor
niets de personele belasting bewust vrij sterk omhoog-
gebracht. Wij waren nl. van mening dat anders de klap
straks veel te groot zou worden. Wij wilden de men
sen via de verhoging van de personele belasting een
beetje laten wennen aan het verplaatsen van de druk.
De heer VISSER: Bedoelt u nu de gebruikers of de
eigenaars?
Wethouder EBBERS: U heeft in de stukken gezien,
mijnheer Visser, dat de eigenaars op het ogenblik on
geveer tegen de 15%-norm aan zitten. Er zal wat de
verschuivingen betreft nog het een en ander moeten
worden uitgerekend. Er zullen ook proefberekenin
gen moeten worden gemaakt ten behoeve van de vast
stelling van de vermenigvuldigingsfactoren. Ook die
berekeningen komen bij u op tafel in het kader van
de meerbedoelde procesgang.
De heer STORIMANS: Maar wij maken nu de keuze.
Wethouder EBBERS: Inderdaad. Maar ik ben er stel
lig van overtuigd, dat als er proefberekeningen wor
den gemaakt, u straks zult zeggen dat het verschil er
niet in zit. Beide grondslagen zijn bij de wet geregeld
en volgens mijn gevoel zijn ze alle twee gelijk.
De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! Ik vind
dat de wethouder erg duidelijk heeft geantwoord. Ik
zit echter nog een beetje met hetgeen waarop het slot
van zijn antwoord betrekking had. Ik begrijp wel dat
er van de kant van het college een zekere concessie
wordt gedaan. Ik heb daar alle begrip voor. Want het
is inderdaad niet eenvoudig. En ik vind dat de heer
Storimans gelijk heeft wanneer hij zegt, dat hij aan de
hand van een aantal concrete gevallen zou willen zien
wat toepassing van de waardegrondslag en wat toe
passing van de oppervlaktegrondslag zou opleveren.
De heer VAN EE: Dat maakt niets uit.
De heer DE WILDE: Ik heb daar alle begrip voor. De
beroerdigheid is alleen, dat wij de beslissing die wij
vanavond moeten nemen, natuurlijk niet meer op de
tocht moeten gaan zetten,
Wethouder EBBERS: Neen, dat moeten wij inder
daad niet doen.
De heer DE WILDE: want anders is het qua be
sluitvormingsproces niet goed. Óf je hebt het gevoel
dat we tot een keuze kunnen komen (wat mij betreft
is dat het geval) óf je hebt het gevoel dat we niet tot
een keuze kunnen komen en dus de zaak nader moe
ten onderzoeken. Ik vind datje dat eerst voor je zelf
moet vaststellen, want anders ga je een besluitvor
mingsproces baseren op een aantal elementen die in
het geheel van de besluitvorming niet helemaal zuiver
zijn. Ik ga akkoord met een paar onderzoekingen,
mits ze geen ander doel hebben dan aan te tonen, dat
zowel de grondslag waarde als de grondslag opper
vlakte zeer wel kan dienen om te komen tot het doel
in de vorm van een redelijk objectieve grondslag,
maar op basis van de beslissing die vanavond wordt
genomen, nl. de beslissing dat in Soest als grondslag
de oppervlakte zal worden gehanteerd. Als het gewenst
is om deze toezegging te doen, in het bijzonder aan
de C.D.A.-fractie, om ook die fractie te kunnen mee
krijgen bij de beslissing die wij vanavond nemen, dan
heb ik daartegen geen enkel bezwaar. Maar ik wil wel
zeggen, dat het de keuze van de oppervlaktegrondslag
niet kan aantasten. Het moet alleen de uitvoering van
101