Mevrouw de voorzitter. Ik zal graag vernemen of het de bedoeling van het college is, dat er nu ook een kre diet beschikbaar wordt gesteld voor de voorlichting dan wel desbetreffende kosten zijn inbegrepen in het geen wij aan de Stichting Kafi moeten betalen. Ik heb uitdrukkelijk een uitspraak gehad over de werkwijze van de Stichting Kafi ten aanzien van de waarde. Te dien aanzien is gezegd: Neem de Stichting Kafi niet; dit zijn mensen die ontzettend gedetail leerd te werk gaan met grote lijsten en het kostje handen vol geld. Ik weet niet wat er voor opvattin gen leven met betrekking tot de werkwijze van de Stichting Kafi ten aanzien van de oppervlaktegrond slag. Ik meen dat er eigenlijk weinig gemeenten met deze stichting hebben gewerkt ten aanzien van de op pervlaktegrondslag. In hoeverre is samenwerking met het kadaster moge lijk? Daar zijn gegevens over de oppervlakte aanwezig. Zijn gegevens die wij hier verzamelen, interessant in die zin dat het kadaster er wat voor over heeft, omdat het kadaster er meer up to date mee zou kunnen wor den gemaakt? Ik heb op het ogenblik de indruk dat de uitvoering eigenlijk belangrijker is dan de grondslag, maar al met al heb ik het gevoel dat de waardegrondslag in deze baaierd van onzekerheden toch te verkiezen is boven de oppervlaktegrondslag. De heer VERHEUS: Mevrouw de voorzitter! Naar aanleiding van een desbetreffende opmerking van de heer De Wilde wil ik zeggen, dat ik er mijn twijfels over heb of het krediet van f. 960.000,— toereikend zal zijn. Als wij dit krediet beschikbaar stellen, dan moet het nog worden goedgekeurd door gedeputeerde staten en als het hier een begroting betreft op basis van de cijfers van nu, dan dacht ik, nog afgezien van de mogelijkheid dat de b.t.w. misschien binnen afzien bare tijd wordt verhoogd, dat wij zeker rekening moe ten houden met de waarschijnlijkheid dat wij met de f. 960.000,— niet zullen uitkomen. Er is hier een paar keer gesproken over de militaire terreinen waarvoor nu niet wordt betaald en straks wel zal moeten worden betaald. Wanneer een militair ob ject in twee gemeenten ligt en de ene gemeente de waarde als grondslag hanteert en de andere gemeente de oppervlakte als grondslag hanteert, kan er dan niet een Babylonische spraakverwarring bij de belas tingplichtige, in dit geval domeinen, ontstaan? Wethouder EBBERS: Mevrouw de voorzitter! Er is op het ogenblik in onze gemeente sprake van geweldi ge verschillen in waarde. Te dien aanzien zou ik met betrekking tot het feit dat de heer Oldenboom zich in feite uitspreekt voor toepassing van de waarde grondslag het volgende willen zeggen. Je kunt op een gegeven moment naar beste weten een goede waarde taxeren. Maar wat doe je wanneer je als gemeente op een gegeven ogenblik constateert, dat een huis op het bedrag x is getaxeerd, doch wordt verkocht tegen dat bedrag x plus en een bedrag y Moet je dan ten aan zien van alle huizen die in de omgeving daarvan staan en dezelfde grondslag hebben gekregen, tot een wijzi ging komen? Ik vraag mij af of dat een rechtvaardige zaak is. Ik geloof nl. dat de waarde erg wordt beinvloed door de vraag die er is. En dan betwijfel ik echt of het gunstig is om de waarde als grondslag te kiezen. Ik persoonlijk voel ervoor de oppervlakte als grondslag te kiezen, omdat de oppervlakte naar mijn mening een onveranderbaar geheel is. Ik geef hierbij onmiddellijk toe, dat daarbij de te hanteren vermenigvuldigingsfac toren een belangrijke rol spelen. Maar ik dacht dat die factoren echt naar beste weten, met name via een aan tal proefberekeningen, zullen worden vastgesteld. De heer VAN POPPELEN: Welke groepen bedoelt u nu? Er wonen vele soorten mensen in Soest. Denkt u aan de individuele burgers of denkt u aan de bedrij ven? Waar praat u nu over? Wethouder EBBERS: Ik praat überhaupt over de waarde, over de omstandigheid dat je de waarde taxeert en dat daarna blijkt, dat er een verkoop plaats vindt waarbij de waarde kennelijk hoger wordt aange slagen. Ik vind dat het dan moeilijk wordt om erbij te blijven persisteren, dat de waarde als grondslag zo ob jectief zou zijn. Ik persoonlijk zie daar een zekere sub jectiviteit dik in zitten. De heer DE WILDE: Ik meen dat alle belastingplichti gen inzicht moeten hebben in het geheel van factoren dat wordt toegepast. Wethouder EBBERS: Inderdaad. De heer VAN POPPELEN: Juist, dat is het. De heer DE WILDE: Het antwoord op de vraag of wij tot een billijk systeem kunnen komen hangt af van het antwoord op de vraag of wij de redelijkheid van het systeem van coëfficiënten aan de belastingplichtigen duidelijk kunnen maken. Daarvan moeten wij ons goed rekenschap geven. De heer VAN POPPELEN: Inderdaad. Maar er is steeds gesproken over woningen. Het gaat echter niet alleen over de woningen, het gaat ook over de bedrij ven. Wethouder EBBERS: Inderdaad. Het gaat over de be lastingplichtigen in hun totaliteit. Ik heb de woningen als voorbeeld genoemd, omdat zo'n voorbeeld nogal sprekend kan zijn. Mevrouw de voorzitter. De heer Oldenboom en ik zullen het misschien niet met elkaar eens worden. Ik vind dat op zich zelf helemaal niet een groot pro bleem, want ik dacht dat wij altijd als goede demo craten elkaar het recht van de twijfel mogen geven. Ik ben van mening dat wij met de keuze van de op pervlaktegrondslag de beste rechtszekerheid geven aan onze plaatselijke contribuabelen. De offerte van de Stichting Kafi d.d. 18 mei 1976 is gebaseerd op een levertijd van ongeveer twintig maanden. De Stichting Kafi heeft daarbij vermeld, dat de prijsopgave van kracht is tot 1 november 1977. Dit wil zeggen dat wij zo gauw mogelijk moe ten beginnen. Ik laat hierbij buiten beschouwing wat er eventueel met de b.t.w. zal gebeuren; ik neem aan dat de raad het mij niet kwalijk zal nemen als de b.t.w. van 16% wordt verhoogd tot 18%. Van de kant van elke gemeente die wij daarnaar heb ben gevraagd is ons gezegd, dat de Stichting Kafi bij zonder open is met haar prijsstellingen en heel nauw keurig werkt. De opmerking van de heer Oldenboom dat de Stichting Kafi zo ontzettend zorgvuldig te werk gaat, is eigenlijk een compliment aan het adres van deze stichting en mijns inziens in feite alleen maar een aanbeveling om deze stichting in te schakelen. Ik heb begrepen dat de gemeente Soest met haar ka dastrale gegevens vaak nauwkeuriger, althans meer bij gewerkt is dan het grote kadaster in Utrecht. Ik heb dat ook aan den lijve ondervonden; pas een jaar nadat wat mijn eigen perceel betreft bij gemeentewerken de nodige bijwerking had plaats gehad, kwam men van 103

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1976 | | pagina 104