Nr. 7 Soest, 23 juni 1976
NOTULEN
van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad
der gemeente Soest op woensdag 23 juni 1976 te 19.30 uur.
VOORZITTER: de burgemeester, mevrouw mr. J.M. Cor-
ver-van Haaften.
SECRETARIS de heer H. Borreman.
Tegenwoordig de leden: G.M.J. van Aalst, mevrouw G.G.A.
Alting-Ambrosius, W.A. Blaauw, J.J. van den Brakel, J.J.
Ebbers, M.A. van Ee, mevrouw J.W.D.P. van Gelder-Corne-
lissen, H.J. Goote, mevrouw J. Greefhorst-Van Overdam,
J.W. Hilhorst, D. Hoekstra, mevrouw E. Korthuis-Elion,
P.C. Lange, G.A. Oldenboom, mevrouw P.J. Oranje-Entink,
G.A.W.G.A. Plomp, J.R. van Poppelen, A.H.F. Smit,
G. Stam, C. Verheus, J. Visser en K. de Wilde.
Afwezig met kennisgeving de leden: R.A. van Logtenstein,
mevrouw M.F. van Stiphout-Croonenberg en P.L.J.M. Sto-
rimans.
De VOORZITTER opent de vergadering en stelt voor met
gebed te beginnen.
Hierna vindt voorlezing van het gebed door de voorzitter
plaats.
De VOORZITTER deelt mede dat bericht van verhindering
is ingekomen van de leden Van Logtenstein, wegens verblijf
in het buitenland,.mevrouw Van Stiphout-Croonenberg, we
gens vakantie en Storimans, wegens ziekte.
128 Voorstel tot vaststelling van de raamstructuur van het
Ontwikkelingsplan Soest 1976.
De VOORZITTER: Dames en heren! Ik herinner aan
de afspraak die is gemaakt in het seniorenconvent
over de spreektijden bij de behandeling van het con
cept-plan voor de raamstructuur; die zullen zijn voor
elke fractie maximaal 25 minuten in eerste termijn en
10 minuten bij de replieken.
De heer LANGE: Mevrouw de voorzitter! Toen de
raad op 21 augustus 1975 besloot het concept-ontwik
kelingsplan Zuidereng niet goed te keuren, doch eerst
het Ontwikkelingsplan Soest 1976 af te wachten, leek
dit besluit te zijn ingegeven door de overweldigende
populaire reactie op het concept-ontwikkelingsplan.
Wat de oorzaak geweest moge zijn, de V.V.D.-fractie
is er tevreden over dat dit besluit heeft geleid tot een
versnelling van de behandeling van het plan en tot de
gevolgde werkwijze met betrekking tot de inspraakmo
gelijkheden voor de bevolking. Ook het aanvankelijk
als belemmerend ervaren strakke tijdschema heeft bij
vele insprekers het gevoel van urgentie en betrokken
heid in stand gehouden, zodat het, dank zij de inzet
van de insprekers en de ambtelijke adviseurs, vandaag
mogelijk is om de door u, mevrouw de voorzitter, op
10 december 1975 aangekondigde raamstructuur in
behandeling te nemen.
Wij verwachten dat vanavond het kader kan worden
vastgesteld waarbinnen onze gemeente zich kan ont
wikkelen tot de veelzijdig gefacetteerde leefgemeen
schap, zoals dat in november van dit jaar in het ont
wikkelingsplan gestalte moet krijgen. Het verheugt ons,
dat hiermee ook een begin van de realisatie van de
wens van onze fractie tot stand is gekomen, welke
wens is uitgesproken door de heer Van Ee tijdens de
algemene beschouwingen over de begroting-1971 op
7 december 1970. Ik citeer uit de notulen:
„De groei van onze gemeenschap moet gebaseerd zijn
op een drietal hoofdplannen:
1. een structuurplan op lange termijn, zeg 10 jaar,
waarvan het ruimtelijk structuurplan een onderdeel is;
2. een financieel meerjarenplan, waarop het structuur
plan steunt;
3. een jaarplan, vertaald in de begroting met begelei
dende nota's, dat de basis is voor het dagelijks beleid
van het college van B. en W. in het desbetreffende
jaar.".
De raamstructuur zal in hoge mate bepalen langs wel
ke wegen Soest zich kan ontwikkelen, zichzélf kan
ontwikkelen, niet ontwikkeld wordt. De lijnen van
de structuur dienen strak geleidend en vaak afbake
nend getrokken te zijn. Details zullen binnen dit ka
der dimensies moeten toevoegen opdat de raamstruc
tuur kan uitgroeien tot een ontwikkelingsplan, dat op
zijn beurt als kaderstructuur voor bestemmingsplan
nen behoort te dienen.
Wij realiseren ons terdege dat al deze plannen zonder
vaste fundering door een financiële paragraaf fanta
sieën en tijdverspilling zullen blijven. Helaas ontbreekt
deze financiële paragraaf nog volledig, zodat wij niet
in staat geweest zijn om de alternatieven te toetsen
aan de financiële haalbaarheid. Aan de andere kant
maakt dit gemis het maken van principiële keuzen
weer gemakkelijker.
Mevrouw de voorzitter! Anders dan u stelt in de aan
biedingsbrief van de raamstructuur aan de raad me
nen wij dat in een ontwikkelingsplan wel degelijk ge
fixeerde einddoelen geformuleerd moeten worden,
die niet bereikt behoeven te worden, maar die niet
overschreden mogen worden. Wij hopen dat in de
raamstructuur reeds zulke limiterende grenzen getrok
ken zullen worden. Soest behoeft er onzes inziens niet
bang voor te zijn dat de bevolking wegtrekt, integen
deel, er zal uit de periferie altijd een voortdurende
druk op de woningmarkt worden uitgeoefend. De geo
grafische ligging van Soest temidden van uniek na
tuurschoon, omgeven door verstedelijkingskernen
met - nog - voldoende werkgelegenheid, die ook goed
met openbaar en particulier vervoer bereikbaar zijn,
garandeert het voortbestaan van deze druk. Het plan
Utrecht-Oost en de verstedelijkingsnota herinneren
ons aan de relatieve machtsposities van de gemeente
lijke, provinciale en rijksoverheid: de druk zou wel
eens groter kunnen worden.
Deze fractie wil dat de facet-modellen bevolking en
woningbouw gegrondvest worden op een visie die niet
uitgaat van prognoses over natuurlijke groei en mi
gratie-overschotten. Op grond van groeiprognoses
kunnen vele tientallen modellen worden uitgewerkt
die alle met evenveel geestdrift verdedigd kunnen wor
den.
In het recente verleden is de groei van Soest al enige
malen vastgesteld op basis van bevolkingsgroeiprog
noses van Soest zelf en van de directe omgeving.
Ik noem het uitbreidingsplan in hoofdzaken van 1947,
de structuurschets-1960, het streekplan Utrechtse
Heuvelrug-1962, streekplan Gooi- en Vechtstreek-
1965, het structuurplan Groot Amersfoort-1965 en
de structuurnota Soest-1967, exclusief Soesterberg.
Dit waren allemaal plannen, gebaseerd op groeiprog
noses en groei-ambities en allemaal achterhaald door
de feiten.
Mevrouw de voorzitter! Het is voor Soest nog steeds
een klein kunstje om te groeien, ook al op basis van
bevolkingsaanwasprognoses. Het is onzes inziens tijd
109