Tot zover deze zaak, omdat de heer Koppelmans
heeft toegezegd de werkgroepen te zullen enquete-
ren en in september een evaluatiebijeenkomst te zul
len beleggen met de vraag: hoe gaan we nu verder?
Het is te hopen, dat de diverse werkgroepen hun werk
zullen voortzetten totdat het definitieve ontwikke
lingsplan ter inzage wordt gelegd. Dat ze voor die tijd
enkele eisen zullen stellen, lijkt me zeer gerechtvaar
digd. Daarnaast zullen op dezelfde manier werkgroe
pen gevormd moeten worden (hoe en door wie laat
ik nu in het midden) die net zo het onderwijs, de re
creatie en het sportmodel gaan behandelen en uitdie
pen. Dit moeten open werkgroepen zijn, waaraan
iedereen op elk moment kan deelnemen en die in het
openbaar vergaderen. Gaarne hoor ik van u, mevrouw
de voorzitter, een reactie en een voorstel over deze
materie.
Een nieuwe groep Welzijn gaat nu een beleidsplan
opstellen, zoals we de vorige week in de commissie
voor maatschappelijk werk hebben afgesproken; dien
aangaande pleit ik ervoor dat met name de individue
le leden van de stuurgroep in ieder geval een uitnodi
ging krijgen daaraan deel te nemen.
Nog twee dingen over de inspraak. Van punt 14 van
het gele werk- en procedureschema waar staat „het
aangeven van de reacties van de inspraakprocedure,
welke wel en welke niet in de raamstructuur zijn of
konden worden opgenomen, voorzien van een toe
lichting" is niets terecht gekomen. De manier tenslot
te waarop gewone raadsleden, zoals ik dus, achter de
feiten, stukken, verslagen, brieven, etc. moesten zien
te komen, was frustrerend en minimaal. Ik vind dat
toch een kwalijke zaak.
En nu de raamstructuur zelf. Het facet-model bevol
king is een flauwe-kul-verhaal. Als we voor de natuur
lijke groei moeten bouwen, staat Soest nog heel wat
te wachten, maar op 14 januari 1975 schreef de
P.P.D. al aan de gemeente Soest dat het saldo van het
geboortecijfer en het sterftecijfer niet altijd behoeft te
leiden tot natuurlijke groei, ook de natuurlijke afname
behoort tot de reële mogelijkheden. Hetzelfde geldt
voor het migratie-overschot in de raamstructuur. De
P.P.D, is van mening dat Soest geen rol behoeft te ver
vullen voor de woningzoekenden in de regio. Op
10 mei 1974 al schreef dezelfde dienst, dat er gren
zen zijn aan de aantrekkelijkheid van dit woonkli
maat. Progressief Soest wil wat de bevolkingsprogno
se betreft niet verder kijken dan ten hoogste vijfjaar.
Alle cijfers daarna worden door ons thans als niet re
levant geschrapt. De C.B.S.-trend doortrekken van
10 jaar laat-maar-groeien-beleid, zoals ook het voor
ontwerp Streekplan Utrecht-Oost doet, wijzen we af.
De toegepaste methodiek is verouderd en achterhaald.
Het gangbare systeem is in 1975 aangevochten door
de voorlopige Wetenschappelijke Raad voor het Rege
ringsbeleid en het Nederlands Interuniversitair Demo
grafisch Instituut.
Het is onjuist de vraag te stellen: op welk tijdstip kan
ik verwachten, hoe groot de bevolking is? Dat is geen
uitgangspunt voor de woningbouwbehoefte. Op de
natuurlijke groei kun je geen beleid afstemmen of je
moet naast elke echtelijke sponde een ambtenaar zet
ten. Het vestigingsoverschot kun je wel beperken. De
suggestie van de werkgroep A nemen we bijna onver
kort over. Waarom u niet, mevrouw de voorzitter?
We kunnen de verbazing en het ongenoegen van deze
werkgroep best delen, dat van hun voorstellen niets
in de raamstructuur is terug te vinden.
Bij een woningbouwprogramma gaat het er primair
om dat de huidige bevolking goed gehuisvest is. Het
aantal woningzoekenden bedraagt 1845. Ik gebruik
oude cijfers, want de nieuwe zie ik nu pas. Door 758
van hen worden woningen vrijgemaakt en 463 aan
vragen komen van buiten, zodat voor Soester ingeze
tenen een behoefte bestaat van 624. Deze laatsten
moeten allereerst geholpen worden. Behalve de vijf
vinger-theorie van de provincie gelden bij de behoefte
raming van woningen twee belangrijke criteria, die de
raamstructuur en straks het ontwikkelingsplan hard
zouden moeten maken:
1. welke gebieden gaan wij (liefst regionaal) zó kwali
tatief waarderen, dat ze onbebouwd blijven?
2. wat bouw je en voor wie? Wie heeft recht op een
woning? Dat zijn vooral die mensen die niet op de
vrije markt terecht kunnen. Bouwen voor de eigen
behoefte is sociale woningbouw. Baarn heeft de vrije
sectorbouw goed aan banden gelegd, gisteren!
Voor de woningen die we nog nodig hebben, blijven
enkele gebieden over: Overhees 2 en Klein Engen-
daal, behalve de stukken die uitermate geschikt zijn
voor parkaanleg en wandelpaden. Die woningbouw
moet zodanig zijn dat de bevolking geen last heeft
van de Centrumweg (houtopstanden). Overhees 3 en
4 moeten in de eerste fase onbebouwd blijven vanwe
ge het nog vigerende streekplan; en na 1980 kan in
uiterste noodzaak daar bebouwing plaats vinden met
behoud van flinke bufferzones. Progressief Soest zal
zich altijd actief blijven verzetten tot aan de Kroon
toe tegen woningbouwplannen op de Eng, Kercken-
landt, Boerenstreek, omgeving Stadhouderslaan,
't Slangenbosje, Hees, Kortend, Koninginnelaan,
landgoed Tetrode en de onbebouwde stukken in de
bebouwde kom. Deze open plekken moeten op
nieuw gewaardeerd worden in het kader van de woon
omgeving en het leefmilieu, dus voor woonerven,
speelplaatsen, trapveldjes, parkeerplaatsen, etc. Voor
de rechtszekerheid van de Soester burger zou over de
ze gebieden vanavond een definitieve beslissing moe
ten vallen door middel van een hoofdelijke stemming.
Het uitstekende verslag van de werkgroep Verkeer en
Vervoer sprak Progressief Soest en de P.S.P. bijzon
der sterk aan. De volgorde voetgangers/fiets, openbaar
vervoer, autoverkeer is zeer juist. Eerst moet in Soest
de hoofdverkeersstructuur worden vastgesteld om
daarna een verkeerscirculatieplan op te stellen. Aan de
vele vooruitstrevende ideeën van de Werkgroep (zie
blz. 4 in het eindverslag) kunnen we nog toevoegen
dat de bromfiets (met name een onding in Overhees
1) gerust van de fietspaden mag verdwijnen. In de
eerste fase moet een aantal conflictpunten op te los
sen zijn. De voorgestelde maatregelen in 't Hart,
die wij kunnen onderschrijven, moeten niet afge
daan worden met het simpel plaatsen van enkele ver
keersborden. Een goede aanpak en veilige voorzie
ningen vragen veel geld, maar dat hebben we er graag
voor over. De idiote Wilhelminalaanplannen, een
overblijfsel uit de oude Engwegboedel, kunnen wat
ons betreft uit het Ontwikkelingsplan-1976 weggela
ten worden. Het bestemmingsplan Weg over de Eng,
waar het voorontwerp Streekplan Utrecht-Oost nog
steeds aan appelleert (en terecht, zegt de heer Van
der Sluis; als jullie er niets aan doen en er alleen
maar vragen over stellen, eerst mondeling en dan ook
nog schriftelijk) moet zo snel mogelijk worden inge
trokken.