De heer Visser heeft vele verwijten uitgesproken aan het adres van het college van burgemeester en wet houders, met name over het gebrek aan visie. Ik heb met spanning geluisterd, maar ik verkeer nog steeds in spanning, want die visie is er bij hem ook niet uit gekomen. Ik hoorde alleen maar dreigementen met actiegroepen en procedures. De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter! Ik wil beginnen met datgene waarmee de heer Lange is geëindigd. Ik vind nl. de ongemotiveerde kritiek die de heer Visser diverse malen in raadsvergaderingen spuit en waarmee hij tracht de publiciteit te halen ver en ver beneden de maat. Ik vraag mij af of, als hij hier durft te oordelen dat het vorige college niet goed gewerkt heeft, de heer Visser niet dankbaar is voor het feit dat hij woont in een zeer rustige wijk, die weloverwogen gecreëerd is, in een prachtige bunga low. Ook heeft de heer Visser gezegd dat er ge bouwd is zonder rekening te houden met het verkeer. De vorige gemeenteraden hebben zich vaak gebogen over de verkeersstructuur. Juist echter actiegroepen deden het bezwaarschriften bij de Kroon regenen. Dan vraag ik de heer Visser: wat was verstandiger? Niet bouwen? Dan zouden alle bewoners van Over- hees geen huis hebben gehad, ook Jan Visser niet! Verder sluit ik mij helemaal aan bij de kritiek van de heer Lange. Wat de woningbouw betreft hebben wij ons uitge sproken voor prioriteit voor Overhees 3 en 4 en Klein Engendaal, desnoods Boerenstreek. Gelet op het bevolkingsmodel waarover de raad het eens is, het minimum model dus, ben ik van mening, dat wij aan deze gronden tot het jaar 2000 wel genoeg hebben. Ik geloof dat wij niet moeten willen regeren voor straks, wanneer wij er misschien niet meer zijn. Laat de gemeenteraad die er in 2000 is, maar eens opnieuw bezien wat er in Soest moet gebeuren. Dit impliceert dat het C.D.A., zoals wij al gezegd hebben, er in principe tegen is de andere gebieden voor bebouwing in aanmerking te doen komen. Het college heeft de kritiek van alle fracties vernomen. Ik meen dat deze kwestie zo snel mogelijk in een vergadering van de commissie voor ruimtelijke ordening aan de orde moet worden gesteld. Ik wil dan een opmerking maken over de motie die door de heer Lange is ingediend. Dit punt is in onze fractie reeds ter sprake gekomen. Onze fractie is vóór ingraving. Een lid van de fractie vraagt zich echter af - ik hoop dat dit nog kan worden onderzocht - of dit geen verkeerstechnische problemen geeft, vooral wat betreft het CO in de uitlaatgassen. Het verheugt ons dat het college het eens is met ons standpunt over de werkgelegenheid. Met betrekking tot het verkeer merk ik op dat natuur lijk de fietsers en de voetgangers een hoge prioriteit moeten hebben. Wij hebben er echter al duidelijk op gewezen dat men de verkeersstructuurnota realistisch moet bezien. Er zullen immers maar weinig mensen zijn die morgen zeggen: wij doen de auto aan de kant ter wille van de fietsers en de voetgangers. Ik heb duidelijk gemerkt dat er een verschil van me ning is tussen enkele fracties ten aanzien van de Wil- helminalaan. Wij hebben gevraagd hierover voorlopig geen forse uitspraken te doen. Ik meen dat, als men al die barrières in 't Hart ziet op de ontworpen kaar ten, men de bewoners van 't Hart van tevoren maar eens terdege moet raadplegen. Ik weet niet of wat hier voorgesteld is, door hen zo met gejuich ontvangen wordt. Wij geven er de voorkeur aan om niet te krasse uitspraken te doen met betrekking tot de Wilhelmina- laan. Wat het landschapsmodel betreft, heb ik duidelijk ge zegd dat ik het betreur dat er aan het landschap maar vier regels zijn gewijd. Mevrouw KORTHUIS-ELION: In de nota zijn het een paar bladzijden. De heer VAN POPPELEN: Ik bedoel de raamstruc- tuur. Ik heb gevraagd om grote zorg voor de agrariërs die wonen aan de Lange Brinkweg, de Korte Brink- weg en aan het Kerkpad. Ik meen, mevrouw de voor zitter, dat u zich hebt vergist in uw antwoord, omdat deze gebieden buiten het plan Landelijk Gebied lig gen. Ik heb vanavond met vreugde kunnen constate ren dat de fractie van de Partij van de Arbeid alsmede die van Progressief Soest zeer bezorgd zijn over de pro blematiek van de landbouw. Dit doet mij deugd. Ik zou aan beide fracties willen vragen of zij in overwe ging willen nemen om datgene waar zij tegen hebben gestemd met betrekking tot het plan Landelijk Ge bied te willen terugtrekken, bijvoorbeeld bij wege van een motie dan wel door dit te zijner tijd in de raad kenbaar te maken. De agrariërs zitten nu eenmaal in verband met de Hinderwet erg moeilijk. Ik meen dat, waar er nog mogelijkheden zijn, deze mensen ook mo gelijkheden moeten krijgen. De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter. Ik meen dat wij enkele winstpunten kunnen noteren. Ik ben erg blij met uw uitspraak dat u akkoord gaat met de stelling dat de bebouwing in Kerckenlandt er niet moet komen. Ook ben ik erg blij met uw uitspraak dat u van mening bent dat wij vanavond zouden moe ten besluiten om Zuidereng niet verder in procedure te nemen. Ik denk dat het goed is dit te onderstre pen. Uit het feit dat u van mening bent dat het be stemmingsplan Kerckenlandt moet worden ingetrok ken, concludeer ik dat u het eens bent met de opvat ting dat de Eng tussen de Molenstraat, de spoorlijn en de Nieuweweg open moet blijven. Hierop wil ik nog graag een duidelijk „ja" horen. Op twee punten heb ik nog zorgen. Ik heb het gevoel dat wij op die punten dreigen in de fout te gaan. Het is duidelijk dat degenen die hebben gepleit voor het concentrische model en het zwaartepunt van de wo ningbouw ten zuiden van de Koningsweg willen leggen de nek ver hebben uitgestoken. Het geldt niet zozeer voor Overhees 2, 3 en 4. Het geldt wél voor de Boe renstreek. Ik heb vanavond heel bewust gezegd dat ik vind dat de Boerenstreek op de langere termijn als be bouwbaar gebied in aanmerking mag komen. Dit geldt voor Klein Engendaal precies hetzelfde. De rap porten van de werkgroepen - het leeft zo ook in de gemeente - hebben als tendens om veel minder te doen dan wij hier naar voren brengen. Die tendens is duidelijk. Wij hebben als raadsleden tot taak even wicht te vinden tussen pogingen de woningbouw te beperken enerzijds en waar wij vinden dat de mensen gelijk hebben die mensen dat gelijk ook te bezorgen anderzijds. Ik vind het, eerlijk gezegd, erg jammer, dat zich dreigt te herhalen wat bij het plan Landelijk Ge bied is gebeurd, nl. dat wij vanavond ten opzichte van Kortend weer niet tot een beslissing komen, dat zulks ook geldt ten aanzien van Soestdijk-Noord en de Stad houderslaan, terwijl men, als ik het goed aangevoeld heb, uit alle fracties het geluid hoort dat wij die be-

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1976 | | pagina 130