slissingen niet voor ons moeten uitschuiven, dat Soest
behoefte heeft aan duidelijkheid dienaangaande. Ik
geloof trouwens dat iedereen het gevoel heeft dat die
gebieden qua bebouwingsmogelijkheden ook niet
meer nodig zijn. Dat is het probleem waarover het
gaat. Volgens bladzijde 7 van de raamstructuur zijn in
het minimum woningbouwmodel - de 700 die nu in
aanbouw zijn buiten beschouwing gelaten - in totaal in
1991 nog 1973 woningen nodig. Ik tel dan op de ge
tallen 518, 871 en 584. Ik laat dus Overhees 2 buiten
beschouwing, want de woningen in dit gebied behoren
bij de 700 die al gerekend zijn gebouwd te zullen
worden. In Overhees 3 en 4 komen respectievelijk
300 en 450 woningen. Klein Engendaal taxeer ik op
500 woningen. De Boerenstreek kan volgens onze ge
gevens 750 woningen bevatten. Als ik een en ander
optel, kom ik op 2000 woningen. Dan zijn dus Kort
end, Stadhouderslaan en het gebied in Soestdijk-Noord
helemaal niet nodig. Wij zijn gedekt tot het jaar 1991.
Ieder heeft zijn eigen verantwoordelijkheid. Als het
provinciaal bestuur of het landelijk bestuur ons
dwingt via aanwijzingen om meer te bouwen dan wij
moeten, dan komt dit voor verantwoordelijkheid van
het provinciaal bestuur of het landelijk bestuur. Ik
ben ervóór dat wij Kortend duidelijk rekenen als te
behoren ter weerszijden van de Birk. Ik ben ervóór dat
het een open gebied blijft tussen Baarn en Soest. Ik
wil in dit opzicht duidelijkheid en daarom zou ik de
volgende motie willen voorstellen:
„De raad van de gemeente Soest,
gezien de raamstructuur,
overwegende dat er behoefte bestaat aan duidelijke
uitspraken over waar in de gemeente wél en waar niet
gebouwd mag worden, dit in verband met de uitwer
king van het ontwikkelingsplan,
spreekt uit dat als bouwgebieden, gefaseerd en in tel
kens kleine omvang, worden aangeduid:
Overhees 2, 3 en 4;
Klein Engendaal;
en, zo nodig, Boerenstreek;
terwijl ook in de verdere toekomst niet gebouwd mag
worden in Soestdijk-Noord, aan de Stadhouderslaan
en in Kortend".
Deze motie, mevrouw de voorzitter, is behalve door
mij nog door de heer Goote, mevrouw Van Gelder-
Cornelissen en de heer Van den Brakel ondertekend.
Mevrouw de voorzitter. Het tweede punt waarvan ik
vind dat wij in de fout dreigen te gaan, betreft het
centrum. Het is duidelijk dat dit in de gemeente een
heet hangijzer vormt. Van Zuidereng is het bezwaar
geweest dat Zuidereng dreigde de zuidkant van de
Eng aan te tasten. Als wij niet als een keihard gegeven
houden dat wij onder geen beding over de Parklaan
heengaan, wanneer daarvoor geen waarborgen bestaan,
ook met betrekking tot de tracering van de Centrum-
weg, dan meen ik dat wij met betrekking tot het
centrum wel eens een herhaling zouden kunnen krij
gen van een aantal vooral in de gevoelsmatige sfeer
liggende weerstanden, die lijken op de weerstanden
die wij hebben gekend. Ik hoop dit niet, maar ik vrees
het. In dit verband geef ik u echt de raad om, waar u
de koppeling hebt aangebracht tussen het tracé van de
Centrumweg en het centrum - ik heb dit niet gedaan,
maar ik heb het uit het antwoord begrepen - het alter
natieve tracé te nemen. Dan hebben wij een afscher
ming van het centrum langs de Parklaan. Het kost ons
30 tot 35 woningen in het gebied van Klein Engen
daal. Wij hebben dan echter duidelijk de beleidswil
aan de dag gelegd om ten opzichte van de Eng abso
luut niet tot aantasting over te gaan. Natuurlijk zijn
hieraan technische problemen verbonden. Het kin
dertehuis heeft er ook mee te maken. Op die facet
ten gaat de heer Goote nog in. Ik wil toch echt op de
psychologische kant van de zaak, die naar mijn gevoel
te weinig aandacht krijgt, de aandacht vestigen.
Ik meen dat u geen antwoord hebt gegeven op de
vraag - maar ik neem u dit niet kwalijk, want ik heb
respect voor het feit dat u in zo korte tijd al die zaken
hebt behandeld - of het college bereid is milieukaarte-
ring te doen plegen, omdat ik mij nl. kan voorstellen
dat bij voortzetting van het gebruik van de bodem in
de gemeente een zeer nauwgezette afweging moet
plaats vinden, telkenmale wanneer wij gebieden be
bouwen en wegen aanleggen, tegen de verstoring die
wij in het landschappelijke en ecologische milieu te
weeg brengen. Ik hoop dat onze gemeente op dit
punt initiatieven wil ontwikkelen.
Tenslotte het dilemma waarvoor wij staan met die
518 woningen. Die 700 woningen hebben een be
paalde bouwplaats. U zegt: kijk naar de geactualiseer
de woonbehoeftecijfers. Ik vraag of die cijfers werke
lijk betrouwbaar zijn. Wat is er waar van de verhalen
over het „schonen" van de lijst? Wilt u daarover
een stellige uitspraak doen? Het is duidelijk dat, als
het college met die 518 woningen, behalve de 700,
binnen een termijn van nu tot 1981 aan de gang wil,
er een dilemma gaat ontstaan. Ik meen dat het ver
standiger is Klein Engendaal eerder tot ontwikkeling
te brengen dan Boerenstreek. Ik denk dat dit samen
valt met het tracé van de Centrumweg. Over het stuk
tot aan de Nieuweweg zullen wij geen meningsver
schil hebben. Ik denk dat iedereen uitgaat van de ge
dachte dat de Centrumweg over de Klein Engendaal-
weg héén moet gaan. Ik vrees dat zich ten aanzien
van de Boerenstreek ten opzichte van het provin
ciaal bestuur gaat herhalen wat zich ten aanzien van
Overhees 3 en 4 afspeelt. Met betrekking tot Klein
Engendaal zal dit naar mijn gevoel niet gebeuren. Ik
zou ervóór zijn dat, als wij het eens zijn over het
tracé van de Centrumweg, de doorgetrokken Ko
ningsweg langs Klein Engendaal, in ieder geval dat ge
deelte van Klein Engendaal als ontwetp-bestemmings-
plan wordt aangevat. Ik kan u niet volgen in uw rede
nering dat u daarin geen tijdwinst ziet. Ik heb het ge
voel dat die tijdwinst er komt en dat wij er verstandi
ger aan doen niet te wachten op het koninklijk be
sluit met betrekking tot Overhees 3 en 4. Wanneer de
randvoorwaarden met betrekking tot Klein Engen
daal vastliggen, wanneer wij dus weten welk tracé
voor de doorgetrokken Koningsweg in het ontwikke
lingsplan wordt vermeld, wanneer dus ook de noord
zijde vaststaat - ik neem aan dat dit vanavond wel
vast komt te staan - dan kan het college bij wijze van
spreken morgen beginnen met het opstellen van een
program van eisen voor het centrum; dan kunnen ook
de woningbouwplannen voor Klein Engendaal tot ont
wikkeling worden gebracht.
De VOORZITTER: De spreektijd bij de repliek voor
de fractie van de P. v.d. A. is thans uitgeput. Mij
blijkt dat de heer Goote tóch nog enkele minuten het
woord verlangt. Ik stel aan de raad voor hem gedu
rende 3 minuten daartoe in de gelegenheid te stellen.
Daartoe wordt besloten.
130