li hu :rediet in le stukken rg op de itgevoerd neb ik noet ik ede kant ling op Wij i alle kan- ling aan- trent ben niet at eerst wij met nauw wel worden aren. Ik zonder, it niet :rwijl er et toe- ij hebben atrouil- igelo - is als catieve n het ester bos- rkeer- ate, enz. mensen over de natuur- maal aag of er om de t de moet er ge- ït is dui- r elkaar t begre- oor de )ij en met en han- ie, hoe elen. en ko- loemd, aange- 11 doen, sser be- erd wat e gaan ïedewer- iort :n. Ibe^ wijz. 1/ wat fvijz. ggk. 141 Dat laatste wil ik nog eens benadrukken, want de kosten die de Heidemaatschappij ons in rekening brengt, zijn betrekkelijk laag. Wanneer wij nu een en ander geheel in eigen handen gaan nemen, vrees ik dat dit ons op de lange duur toch meer geld zal gaan kos ten. Dat is echter de consequentie van onze verant woordelijkheid, van onze mening dat een bos niet al leen meer opstaand hout is, maar nog méér functies heeft. Met het oog hierop ben ik blij met het voorstel dat nu aan de orde is. Daarnaast wijs ik erop dat de boscommissie niet in het openbaar vergadert. Ik meen dat het gewenst is dat dit wél gaat gebeuren en dit punt staat ook „op de rol" voor de boscommissie. Het gaat hier trouwens om een vrij sterk technische materie en een aantal mensen in onze gemeente is op dit punt zeker zeer deskundig. In de boscommissie vragen wij ons dan ook af, of wij deze commissie niet moeten uitbreiden met een aantal burgerdeskundigen, opdat wij ook in de boscommis sie een beleid kunnen voeren dat zo democratisch mogelijk tot stand is gekomen. Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Mevrouw de voorzitter! Wij zijn bijzonder blij met dit voorstel, waarover wij bijzonder lang hebben gesproken in de boscommissie. De ambtenaren en de wethouder heb ben ook bijzonder veel werk moeten verzetten voordat dit goed doordachte voorstel op tafel kwam te liggen. Blij ben ik met het feit dat in het voorstel tot uiting komt dat de begrippen „beheer" en „onderhoud" van elkaar worden onderscheiden. Niet zo goed tot uiting komt in het voorstel dat het beheersplan, nadat het te zijner tijd in de boscommis sie zal zijn behandeld, ook in de raad aan de orde wordt gesteld. Is dit inderdaad de bedoeling? De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter! Het gaat bij dit voorstel alleen over de vraag hoe wij de bossen gaan beheren. Pas als dit voorstel is aange nomen, kan over de details worden gesproken. Wethouder HOEKSTRA: Mevrouw de voorzitter! De vragenstellers zijn eigenlijk al door elkaar/geantwoord. Met name is de heer Visser door de heer Van Ee/geant- woord, terwijl de heer Van Ee voorts nog de agenda van de boscommissie heeft bekend gemaakt Mevrouw Van Gelder kan ik nog antwoorden dat het beheers plan te zijner tijd natuurlijk ter sprake komt in de raad. Alles/(Jat de heer Visser heeft opgemerkt, zal worden aangepakt, Daarom hebben wij dit voorstel ook gedaan. De heer Van Ee heeft nog even de financiën aange roerd. Tot nu toe werd het beheer van 500 ha bos voor minder dan f. 200.000,-- uitgevoerd. In de toe komst, als wij écht de bossen willen gaan beheren, zullen wij daar waarschijnlijk niet onder kunnen blij ven, maar dat zal men te zijner tijd in de desbetref fende voorstellen wel zien. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. Voorstel tot het vaststellen van een brief aan allen die op het plan Zuidereng hebben gereageerd De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Ik ben blij dat straks de 4.000 mensen die bezwaarschriften hebben ingediend, te lezen krijgen dat het bestem mingsplan Zuidereng door de raad is afgeketst. Min der gelukkig ben ik met het tracé van de Centrumweg. De mensen zullen zich daarover nog wel eens buigen als zij deze brief krijgen, waarin het tracé is beschre- 142 ven. Het lijkt mij verstandig als bij de brief een teke ningetje wordt gevoegd van dit tracé, opdat de men sen precies weten waar het om gaat. De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! Deze brief is het antwoord van de raad op de bezwaarschriften tegen het ontwerp-bestemmingsplan Zuidereng. Het lijkt mij juist om ook duidelijk in de brief te formu leren dat dit antwoord namens de raad wordt gegeVen, zoals in andere antwoord-brieven ook is gedaan. Daarnaast wordt in de eerste zin van de brief gespro ken over „uw reactie". Ik meen niet dat dit een juiste omschrijving is, want de mensen hebben een bezwaar schrift ingediend. Welnu, dan moeten wij dat ook als zodanig aanduiden. Tenslotte meen ik dat het goed zou zijn om in de brief te vermelden dat ook de ingediende bezwaarschriften niet verder in behandeling zullen worden genomen. De VOORZITTER: De heer Goote heeft terecht ge constateerd dat het gebruikelijk is om te vermelden dat het antwoord namens de raad wordt gegeven. In dit geval zijn wij daar zonder meer van uitgegaan, om dat bezwaarschriften tegen een ontwerp-bestem mingsplan alleen maar aan de raad kunnen worden gezonden. Het is echter inderdaad beter wanneer wij duidelijk tot uitdrukking laten komen dat het ant woord namens de raad wordt gegeven. Wij zullen een wijziging op dit punt aanbrengen. Ik ga voorts akkoord met de door de heer Goote ge suggereerde wijziging van het woord „reactie" in de eerste zin in „bezwaarschrift" en met zijn suggestie om nog te vermelden dat nu ook de ingediende be zwaarschriften niet verder in behandeling zullen wor den genomen. Naar mij blijkt laat de heer Goote ove rigens de precieze formulering aan burgemeester en wethouders over. De heer Visser wijs ik erop dat het tracé van de Cen trumweg nog helemaal niet vaststaat. Wij hebben al leen getracht hier te verwoorden hetgeen de raad zich op 23 juni jl. voor ogen heeft gesteld op dit punt. Het lijkt mij dan ook niet praktisch om rl in dit stadium met tekeningen te gaan werken. Ongetwijfeld zullen de tekeningen op het daartoe geëigende moment in omloop komen. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! U zegt dat wij de zaak alleen maar verwoord hebben, maar op 23 junijl. hingen er toch in de raad twee duidelijke teke ningen, waaruit wij een keuze hebben gemaakt. Een afdrukje daarvan kan dan toch wel bij de brief worden gevoegd? De VOORZITTER: Neen, dat kan op dit moment niet; dat alles komt pas later aan de orde. Op deze tracés moet nog nader worden gestudeerd, zoals wij ook heb ben afgesproken. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. Voorstel tot het verlenen van eervol ontslag aan de heer J.C.M. Verwer, hoofd van de openbare lagere school „De Regentuuter". Mevrouw ORANJE- ENTINK: Mevrouw de voorzit ter! Zijn er al activiteiten ontwikkeld voor de opvol ging van de heer Verwer en staat deze vacature zowel voor mannen als voor vrouwen open' Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Uiter aard staat deze vacature open voor vrouwen én voor mannen, in die volgorde. Inderdaad zijn er al activi- 151

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1976 | | pagina 152