De heer LANGE: Is dat dan zonder de kosten van de „aankleding"? Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN- BERG: Neen. In het normbedrag dat het ministerie van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk han teert - f. 1.200,- per vierkante meter - zitten ook de kosten van de „aankleding", behalve van de biblio theek. De heer OLDENBOOM: Maar hoe zit het nu precies met die subsidies? Als wij 95% van de kosten vergoed krijgen van de L.P.L.-regeling en nog eens 50% van de d.a.c.w., komen wij toch veel hoger uit dan 100%? Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN- BERG: Neen, want als men subsidie krijgt op grond van de L.P.L.-regeling, krijgt men natuurlijk géén sub sidie meer van de d.a.c.w., en omgekeerd. De VOORZITTER: Dit betreft dus subsidies op grond van de werkgelegenheid. Wanneer die subsidies niet kunnen worden verkregen, hoeveel subsidie kan dan worden verwacht van het ministerie van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk? Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN- BERG: Het ministerie van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk subsidieert alleen in het dorps huis, niet in de bibliotheek, want daarin wordt weer op een andere manier gesubsidieerd. De heer DE WILDE: In het overzicht van 24 juni jl. staat dat voor het dorpshuis een subsidie wordt gege ven van f. 1.325.000,-. Wethouder EBBERS: Een bepaald percentage van de stichtingskosten van het dorpshuis is subsidiabel door het ministerie van cultuur, recreatie en maatschappe lijk werk. De provincie subsidieert daar ook nog in en voorts wordt verwacht dat de gemeente eveneens sub sidieert op dit punt. Ik weet de exacte percentages niet meer precies, maar ik meen mij te herinneren dat het ministerie van cultuur, recreatie en maatschappe lijk werk voor 30 a 35% subsidieert in de kosten van het dorpshuis. Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: Ik meende dat de provincie in grotere projecten niet meer subsidieerde. Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN- BERG: Die regeling gaat pas 1 januari 1977 in en wij hebben nog subsidie aangevraagd voor 1976. De heer STORIMANS: Mevrouw de voorzitter! Ik moet de wethouder complimenteren met het stoom- wals-achtige geweld waarmee zij ons ervan tracht te overtuigen dat allerlei financiële middelen uit aller lei subsidiepotten zullen komen. Zij brengt dat met veel elan naar voren, maar wij worden langzamerhand wel benauwd voor al het geld dat de Soester gemeen schap in de toekomst zal moeten ophikken in de vorm van subsidies achteraf. Een zwembad is een noodzaak; het liefst zien wij een overdekt zwembad, maar daar moet weer f. 250 000,- bij. Al deze voor zieningen worden gesubsidieerd door het rijk en de provincie, maar de gemeente zal ook moeten betalen. Hoeveel zal dat worden? Wordt dat f. 250.000,- of toch zo'n f. 500,000,- per jaar, een bedrag dat ik ook al eens heb horen noemen. Bovendien noemt de wethouder bijvoorbeeld de mo gelijkheid om de architect „eruit te gooien". Welnu, dat kan natuurlijk, maar dan moet men niet vragen wat dat kost. Zo zijn er meer opmerkingen geweest in het betoog van mevrouw Van Stiphout, waarvan ik toch moet zeggen: Nou, nou, nou Overigens is dat allemaal niet zo belangrijk; het belangrijkste is naar mijn menmg de vraag hoeveel de Soester gemeen schap in de toekomst per jaar moet gaan betalen voor dit soort voorzieningen Wij vrezen dat dit bijzonder veel zal worden, zelfs als wij de centra zelf cadeau krijgen. De heer BLAAUW: Mevrouw de voorzitter! Ook met deze woorden van de heer Storimans kan ik het hele maal eens zijn, Op zichzelf ben ik bijzonder blij met dit centrum, maar het draait nu om de vraag wat dit de gemeenschap gaat kosten Als ik het betoog van mevrouw Van Stiphout goed heb begrepen, zou dit dorpscentrum in Soest één van de weinige dorpshui zen in Nederland worden dat zichzelf kan bedruipen en misschien nog winst kan opleveren. Ik wens dat toch te betwijfelen en de komende jaren verwacht ik echt wel een verliespost, maar in de toekomst zal dan wel blijken wie gelijk krijgt. Wat zijn nu de jaarlijkse kosten van de gemeente voor deze voorziening, aan subsidies of anderszins? Ik be twijfel bijvoorbeeld of Artishock zichzelf kan bedrui pen met de cursussen; immers, dan zou de subsidie voor Artishock ook wel naar beneden kunnen. Dit zal dan ook zeker geld gaan kosten, maar daarover hebben wij niets in de stukken kunnen lezen. Wat het totale bedrag betreft, werd in de verslagen eerst gesproken over f. 5 miljoen en later over f. 7 miljoen De wethouder noemt nu een bedrag van on geveer f, 4,9 miljoen, een cijfer dat juist vanmiddag zou zijn binnengekomen; het is jammer dat wij dit zelf nooit kunnen bezien, Is dat nu het definitieve bedrag? De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Financieel vind ik het allemaal niet zo belangrijk, want de ge meente is op dit gebied nog heel wat schuldig aan de bevolking. Ik ben dan ook blij met de uitleg van de wethouder, waardoor de zaken op een rijtje zijn gezet. Een aantal vraagtekens zal op 27 september a.s. onge twijfeld nog wel worden weggenomen, bijvoorbeeld inzake het bowlingcentrum en de eenvoudige toneel accommodatie; ik meen, wat dit laatste betreft, dat Soest toch wel behoefte heeft aan een grotere zaal voor het verenigingsleven Geen antwoord heb ik ge kregen op mijn vraag over de jeugdsoos, maar dat komt op 27 september a s, waarschijnlijk ook wel naar voren. De ongeorganiseerde jeugd mag het gebouw natuurlijk niet gaan slopen, maar er moet wel wat ge beuren voor die jeugd, Ik hoop dat de bevolking op 27 september in grote getale aanwezig zal zijn en haar eisen op tafel zal leggen, Benieuwd ben ik nog naar de contacten van de wet houder met de horeca Er zal een bar komen, naar ik heb begrepen; men kan ook moeilijk bowlen zonder dat er bowl wordt geschonken Hoe vindt men dat echter in Soest? Zijn er bijeenkomsten geweest met de horeca en zijn daar verslagen van? Er wordt al ge- bowled in Soest en er wordt zelfs reclame gemaakt dat er weer avonden vrij zijn en ik vraag mij af hoe men er daar over denkt Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Mevrouw de voorzitter! In eerste instantie heb ik een vraag ge steld waarop nog geen antwoord is gekomen, terwijl ik toch meen dat het om een belangrijke zaak gaat. In het verleden is door de raad bij de vaststelling van het bestemmingsplan een bepaalde ruimte opengela ten voor het wijk(diensten)centrum, In hoeverre is er nu afgeweken van de plannen die indertijd zijn vastge steld? 173

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1976 | | pagina 174