roep doen, toch een mogelijkheid te creëren om aan
dit verzoek tegemoet te komen. Het betreft hier een
burger die in verband met zijn gezondheid niet meer
in staat is om aan het arbeidsproces deel te nemen en
voor zijn hobby zijn vrije tijd nuttig wil besteden; vol
gens de wet is dat dan een bouwwerk. Het is mij be
kend dat vanuit het college in een bepaalde richting
een suggestie is gedaan zij het wel op een zeer geringe
basis. Wellicht kan in die richting een iets ruimere op
lossing worden gevonden. Ik denk hierbij aan een
overleg om te komen tot sloop van oude opstallen en
bouw van nieuwe. Er moet naar mijn mening toch
wel een oplossing te vinden zijn op dit punt, In de
commissie voor de beroepschriften hebben wij hier
over lang gesproken en wij hebben ons allemaal afge
vraagd, of het niet mogelijk zou zijn om hieraan iets
te doen. Formeel moeten wij de raad voorstellen om
het beroep van de heer Pothoven inzake het hobby
kasje af te wijzen, maar ik doe graag een beroep op
het college en de raad om te trachten, deze man toch
enigszins tegemoet te komen.
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! In het
voorstel van de beroepschriftencommissie staat, dat
reclamant geen agrariër is. Dat begrijp ik niet, want
hij houdt zich dagelijks bezig met het verzorgen van
zijn koe, zijn varken, zijn 100 konijnen, zijn kippen
en zijn groenten- en plantentuin. De commissieleden
die ter plaatse zijn geweest, kunnen toch niet ontken
nen dat zonder meer al door de aard van het woonhuis
met grote deel en boerderij de entourage geheel het
beeld geeft van een agrarisch bedrijfje Slechts in fi
nancieel opzicht is de heer Pothoven geen agrariër;
hij kan zijn bedrijfje niet commercialiseren, omdat hij
sedert jaren een uitkering geniet met het oog op een
ernstig ongeluk dat hem is overkomen. Het is onno
dig om te zeggen hoe groot voor de heer Pothoven de
teleurstelling was toen hij bij brief van 26 mei 1976
moest vernemen van het college, dat hem de gevraag
de bouwvergunning voor een groentenkasje was ge
weigerd om redenen die ook in het voorstel van de be
roepschriftencommissie zijn vermeld.
Het is mij bekend dat wethouder Hoekstra in de tijd,
gelegen tussen de zitting van de commissie voor de
beroepschriften en deze raadsvergadering nog het
voorstel heeft gedaan om de heer Pothoven een kasje
van drie bij drie meter toe te staan. Ik zal gaarne ver
nemen of dit voorstel aan de heer Pothoven is gedaan
omdat weigering van de bouwvergunning door het
college toch niet voor 100% was te verdedigen, of uit
louter humane en sociale overwegingen. Mijns inziens
is de verdediging van het college niet waterdicht, even
min als het voorstel van de beroepschriftencommis
sie, met name als het gaat om de begrippen „perceel"
en „kadastraal perceel". Het is in principe onjuist om
te spreken over perceel Ferd. Huycklaan 5; men spreekt
toch ook niet over een niet bebouwd perceel als zijnde
perceel, straat en huisnummer X. Beter en enig juist is
om te spreken over kadastraal perceel nummer A en
nummer B. Het is dan ook hoogst amusant om te be
denken welke situaties er allemaal kunnen ontstaan als
de begrippen „kadastraal perceel" en „perceel" ver
ward worden. Hoe zit dat bijvoorbeeld met één kadas
traal perceel, waarop van één woning een dubbele wo
ning wordt gemaakt die een tweede huisnummer
krijgt? Mogen er dan wél twee bijgebouwen worden
geplaatst van ieder maximaal 40 m2? Moet de heer Pot
hoven dan eerst de deel van de boerderij ombouwen
tot hoofdwoonvertrek, een tweede ingang maken en
een extra huisnummer 5A aanvragen om de vergun
ning voor het bouwen van een groentenkasje te kun
nen krijgen?
Het is niet juist om te stellen dat alleen kassen die be
drijfsmatig worden gebruikt, in het plan Landelijk Ge
bied gebouwd zouden kunnen worden. Volgens de
bouwverordening is het, evenals in het bestemmings
plan Soestdijk/Dorresteinweg, mogelijk om kassen te
bouwen en waar zijn kassen meer op hun plaats dan
in het landelijk gebied? Ik lees dat agrarische bedrijfs
gebouwen op het perceel van de heer Pothoven wél
zijn toegestaan; is een groentenkas dan geen agrarisch
gebouw?
Als het eerder genoemde voorstel aan de heer Potho
ven, nl. het bouwen van een groentenkasje van drie bij
drie meter, gedaan is uit humane en sociale overwe
gingen, waarom dan niet, evenals destijds in de situatie
van de heer Fugers met zijn dakkapel aan het Kerkpad,
de knoop helemaal doorgehakt en vergunning verleend
voor het gevraagde? Het is toch een zaak van goed be
stuur als iedere bouwaanvraag individueel wordt be
handeld en mét de achtergronden wordt beoordeeld
Als het college heeft gepoogd om tot een compromis
oplossing te komen, waarom dan niet een zodanig
compromis dat de heer Pothoven in zijn bedoelingen
tegemoet wordt gekomen, bijvoorbeeld een vergunning
op termijn van vijf of tien jaar?
Het zal duidelijk zijn, mevrouw de voorzitter, dat ik
niet kan meegaan met dit voorstel. Ik zal ertegen
stemmen.
Mevrouw ORANJE-ENTINK: Mevrouw de voorzit
ter! In de commissie voor de beroepschriften is in
derdaad geopperd, dat het bijzonder plezierig zou zijn
als de heer Pothoven een kasje zou kunnen krijgen. De
heer Visser spreekt ook over een „kasje", maar de kas
die door de heer Pothoven is aangevraagd, kan zeker
niet als „kasje" worden betiteld; het gaat nl. over een
enorme kas van 30 m2.
De heer Visser spreekt voorts eenvoudig over twee per
celen, maar dan komen er ook nog andere zaken bij
kijken. Als er twee percelen zijn, zal er ook twee keer
vuilnisbelasting, rioolrecht enz. moeten worden be
taald; dat lijkt mij ook niet zo'n voordelige zaak.
De beroepschriftencommissie stond inderdaad uiterst
welwillend tegenover het verzoek van de heer Potho
ven. Als het écht een kasje was geweest, hadden wij
graag gezien dat al het mogelijke was gedaan om deze
man toch zijn hobby te laten uitoefenen. Er staat ech
ter al een enorm bijgebouw, dat al groter is dan is toe
gestaan De commissie voor de beroepschriften had
dan ook geen andere mogelijkheid dan de raad voor te
stellen het beroep af te wijzen.
Wethouder HOEKSTRA: Mevrouw de voorzitter! Het
college wilde ook graag de heer Pothoven hier en daar
tegemoet komen. Zelf heb ik nog niet met hem ge
sproken, maar wel hebben wij een bepaalde suggestie
gedaan in de vergadering van de commissie voor de
beroepschriften. De nu gevraagde bouwvergunning
moeten wij echter zonder meer weigeren. Vervolgens
kunnen wij altijd afwachten of de heer Pothoven met
een nieuwe aanvraag komt, bijvoorbeeld voor een kas
je van drie bij drie meter of iets dergelijks. Dit soort
kasjes staan er méér in Soest. Het is echter onmogelijk
om bij een kas van 34 m2 te spreken over een hobby-
kas.
De heer VAN DEN BRAKEL: Mevrouw de voorzitter!
182