De VOORZITTER: Tja, blijkbaar is er geen eenstem
migheid meer in het college. Dat is helemaal niet erg
in dit geval, maar ook ik zal toch graag van de wet
houder horen hoe hij erover denkt.
Wethouder EBBERS: Mevrouw de voorzitter! Wij
hebben de bedragen eenvoudig trendmatig aangepast,
maar als men bepaalde stukken eigenlijk nooit op
vraagt, heeft dat niet zoveel zin meer. Het maakt dan
ook niets meer uit in het kader van de inkomsten van
de gemeente.
De heer OLDENBOOM: Als het college dan toch op
de utiliteitstoer gaat, mevrouw de voorzitter, wil ik
ook aandacht vragen voor artikel 34, punt d, waar
gesproken wordt over het innemen van een stand
plaats op het gemeentelijk kampeerterrein. Dat kan
helemaal niet.
De VOORZITTER: Dat is juist, want wij geven een
vergunning af voor de gehele zomer en als men dan
door omstandigheden enige tijd geen gebruik kan ma
ken van die vergunning, geven wij enige reductie
Maar laten wij nu eerst terugkeren tot de artikelen 7
en 8 van de legesverordening. Namens het college stel
ik voor om de verhoging van de zaken, genoemd in ar
tikel 7, toch door te voeren. Wat artikel 8 betreft,
stelt het college nu voor om de thans geldende bedra
gen te handhaven en dus voor die zaken géén verhoging
door te voeren, omdat ze nooit gevraagd worden, al
thans vrijwel nooit.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Dan kunt u die stuk
ken ook wel gratis geven.
De VOORZITTER: Neen, dat lijkt mij toch niet juist,
want dan gaan de mensen dit soort stukken zelfs afha
len om het als oud papier te gebruiken.
De heer VISSER: Wat^zegt u dar' nu, mevrouw de voor
zitter? Halen de mensen in Barneveld dit soort stuk
ken soms ook af om ze als oud papier te gebruiken?
De VOORZITTER: Het college stelt dus inzake artikel
8 voor, de nu genoemde bedragen in het voorstel te
vervangen door respectievelijk f. 60,-, f 30,-, f, 75,-
en f. 45,-, de oude bedragen dus Wat artikel 38 be
treft, dient hier inderdaad ingevoegd te worden dat
dit artikel alleen slaat op beroepsmatige voorstellin
gen, uitvoeringen enz. Verleden jaar hebben wij nl.
geconstateerd dat bij normale voorstellingen door ver
enigingen de wachtdiensten van de brandweer helemaal
niet aan de orde zijn. Tenslotte merk ik nog op dat wij
punt d van artikel 34 zullen moeten aanpassen, dit
naar aanleiding van de opmerking van de heer Olden-
boom.
De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter.' Het spijt
mij dat het voorstel van onze kant om de bedragen
voor de raadsnotulen en de raadsstukken niet te ver
hogen, kennelijk niet zo serieus wordt genomen door
het college, gezien de argumentatie van het college om
de oude bedragen van artikel 8 wél te handhaven en
dat niet te laten gelden voor artikel 7, met name punt
d van artikel 7. ik heb pas als laatste argument een
utiliteitsargument genoemd; als eerste argument heb
ik een principieel argument genoemd, nl, trachten om
allerlei zaken in de relatie tussen burger en bestuur zo
goedkoop mogelijk te houden, Juist met het oog
hierop pleiten wij voor het niet verhogen van de prijs
voor de raadsstukken en de raadsnotulen, met name
als ze worden afgehaald. Het is natuurlijk een goede
zaak dat alle stukken ook ter inzage liggen in de
bibliotheek, maar dat vinden wij toch niet voldoende.
Ik stel dan ook formeel voor, het bedrag genoemd in
punt d van artikel 7 niet te verhogen en dus te hand
haven op f 18,-.
De heer VAN LOGTENSTEIN: Mevrouw de voor
zitter! De argumentatie die u namens het college
hebt gegeven, vind ik toch wel bijzonder oneigenlijk.
Het lijkt mij beter om de bedragen voor dit soort
stukken nog verder te verlagen; misschien komt er
dan méér belangstelling voor.
Wethouder EBBERS: Mevrouw de voorzitter! De za
ken die in artikel 8 worden genoemd, zijn allemaal
grote boekwerken, Het samenstellen daarvan kost
enorm veel geld, Ik voel er dan ook beslist niet voor
om de bedragen voor déze zaken nog verder te verla
gen.
De VOORZITTER: Ja, deze boekwerken moeten al
lemaal gedrukt worden. De gemeente verdient er echt
niet op.
De heer LANGE: U hebt dus de verhoging kennelijk
in de eerste plaats voorgesteld om de verhoging van
druk- en papierkosten te dekken. Nu laat u echter in
eens die verhoging weer vallen.
De VOORZITTER: Ja, want wij hebben nu gecon
stateerd dat de stukken die worden genoemd in arti
kel 8, vrijwel nooit worden gevraagd. Dan is het ook
niet zo belangrijk meer of de bedragen voor die stuk
ken wel of niet verhoogd worden. Gehoord de discus
sie in de raad hebben wij dan ook die voorgestelde
verhoging laten vallen. Dit ligt wel anders bij artikel 7,
met name bij de stukken genoemd in punt d,
De heer VISSER: Ik meen dat het college zichzelf nu
toch wel tegenspreekt. Ik hoor nu allerlei argumenten
door elkaar, want de ene keer wordt gezegd dat het
papier zo duur wordt, terwijl de andere keer weer
wordt gezegd dat de stukken in artikel 8 tóch niet
worden aangeschaft zodat de prijs niet verhoogd be
hoeft te worden. Daarnaast wordt dan weer gesteld
dat het langzamerhand tijd wordt om de bedragen
weer aan te passen.
De VOORZITTER: Ik wil graag trachten de zaken
nog eens op een rijtje te zetten. Het is volstrekt nor
maal dat de prijzen van een aantal diensten die de
gemeente verricht, steeds worden aangepast, al is het
maar aan de inflatie, Bij een deel van de raad is nu
een zekere ongerustheid gebleken over een aantal ver
hogingen voor bepaalde stukken, ook wat betreft de
raadsvoorstellen en raadsnotulen als ze worden afge
haald op het gemeentehuis. Echter, als het bedrag
daarvoor van f 18,— naar f. 20,- wordt verhoogd,
hebben wij niet het gevoel dat veel mensen het abon
nement zullen afschaffen. Op dit punt houden wij
dus vast aan ons voorstel.
Wat de zaken, genoemd in artikel 8 betreft, is uit de
raad de opmerking gekomen dat deze toch wel erg
duur worden Gezien het feit dat deze zaken vrijwel
nooit worden aangeschaft, heeft het college er geen
moeite mee om in deze de raad te volgen. Het college
stelt dus voor om de bedragen genoemd in artikel 8,
te wijzigen in de oude bedragen, dus respectievelijk
f. 60,-, f 30,-, f. 75,- en f. 45,-.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voorzit
ter! Onze fractie is tegen het voorstel van de heer
Goote om het bedrag in punt d van artikel 7 te hand
haven op f. 18,—. Een bedrag van f. 2,— heeft niets
met meer of minder openheid te maken en om die
twee gulden zal niemand een abonnement afzeggen.
Ik vind het een onzinnige discussie die veel tijd heeft
gevergd en ik ben tegen het voorstel van de heer Goote.
191