c. Brief van mevrouw I. Bergefurt, Joh. Poststraat 29,
Soest, met het verzoek om maatregelen te treffen ter
beveiliging van de kinderspeelplaats aan de Joh. Post
straat, met het voorstel de brief in handen te stellen
van burgemeester en wethouders om advies.
Besloten wordt overeenkomstig dit voorstel.
d. Brief d.d. 24 september 1976 van Stichting Spullen-
hulp inzake „ruimtegebrek" onder mededeling dat
inmiddels een oplossing is gevonden waarvan bij schrij
ven van burgemeester en wethouders d,d 4 oktober
1976 aan de stichting mededeling is gedaan.
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter.' Het lijkt
erop, gezien deze mededeling, dat burgemeester en
wethouders bijzonder snel hebben geantwoord, nl. op
4 oktober in antwoord op een brief van 24 september.
Dat is echter maar schijn. Immers, de brief van 4 okto
ber aan de stichting is het antwoord op een brief van
de stichting van 17 februari jl. In die brief heeft de
stichting gevraagd om een oplossing, maar er kwam
maar geen antwoord. Op 24 september jl. heeft de
stichting daarom opnieuw een noodkreet gezonden
aan de raad en op 4 oktober is daarop ineens geant
woord door het college. Ik vraag mij af waarom dit
allemaal zo lang heeft moeten duren.
Bovendien, de door het college gesuggereerde oplos
sing is toch niet zo geweldig. De stichting is weliswaar
blij met de ruimte, maar het is er donker, er is geen
verlichting en er is geen waterleiding. De stichting doet
echter heel wat werk ten behoeve van de gemeente;
zo stuurt de maatschappelijke dienstverlening de men
sen door naar de stichting en dan mag men verwachten
dat de gemeente wat soepeler is en een behoorlijke
ruimte aanbiedt, waar de stichting haar werk, dat in
Soest bijzonder gewaardeerd wordt en ook bijzonder
nodig is, kan verrichten
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voorzit
ter! Ik ben eens ter plaatse gaan kijken en ik heb be
grepen dat de stichting wel blij is met de nieuwe ruim
te; dat is ook qua afmetingen een behoorlijke ruimte.
Echter, vooral omdat er geen enkele watervoorziening
is en de boel dikwijls nogal vies wordt afgeleverd, is
de ruimte wel bijzonder primitief, ook als men maar
geringe eisen stelt. Ik zal in deze vergadering geen con
creet voorstel doen, maar wellicht kan het college nog
nader bekijken of het mogelijk is om in de nieuwe
ruimte toch in ieder geval een waterleiding aan te bren
gen. Wil het college ook over verdere voorzieningen
die ter plaatse nodig zijn, in overleg treden met de
stichting?
De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter! Ik
ondersteun graag de woorden van mevrouw Korthuis.
Wethouder HOEKSTRA: Mevrouw de voorzitter! In
derdaad is er al enige tijd geleden een brief van de
stichting binnengekomen. Wij hebben daarop naarstig
naar ruimte gezocht, maar die hebben wij nergens
kunnen vinden. Wij hadden een contract met de Bond
van Zwembaden en wij wisten niet of dat contract ver
lengd zou worden. Daarop zijn wij in overleg getreden
met deze bond, met het doel om de bond op een an
dere plaats te huisvesten; dat overleg heeft echter niet
het door ons gewenste resultaat opgeleverd. Toch zijn
wij verder gaan kijken naar mogelijkheden in de buurt
en daarbij bleek dat de bewuste schuur niet intensief
werd gebruikt door de familie Clarisse. De heer Plomp
en ik hebben dan ook met deze familie overlegd over
de vraag of deze schuur niet aan de stichting spullen-
hulp zou kunnen worden aangeboden. Door de familie
is toegezegd dat dit zou kunnen gebeuren en dat de
heer Clarisse eerst de schuur zélf zou verbeteren. De
heer Clarisse is echter ziek geworden en moest in het
ziekenhuis worden opgenomen, zodat van die verbe
tering niets terecht kwam.
Later kwam mevrouw Joosten bij mij op het spreek
uur, voor een andere aangelegenheid overigens. De
zaak was toen al helemaal rond en het was mijn bedoe
ling om dit meteen aan mevrouw Joosten te melden.
Toen bleek echter dat zij juist de bewuste brief van
24 september jl. had geschreven die nu op de agenda
staat. Vanavond heb ik nog een telefoontje gehad van
mevrouw Joosten en zij heeft mij hetzelfde verteld als
in de raad naar voren is gekomen, nl dat er geen wa
terleiding aanwezig is en dat de schuur eigenlijk veel
te donker is. Bovendien heeft de stichting, sinds zij
de beschikking over de schuur heeft gekregen, enorm
veel méér spullen binnengekregen, zodat zij nu wéér
met ruimtegebrek zit. Dat kunnen wij echter vanavond
verder niet oplossen en ik heb mevrouw Joosten dan
ook aangeraden om hierover opnieuw contact op te
nemen met burgemeester en wethouders,
Besloten wordt het stuk voor kennisgeving aan te ne
men.
e. Brief van 30 september 1976 van de Stichting Jeugd
werk Soesterberg, met verzoek om:
a. garantiegeldlening voor de bouw van een nieuwe ac
commodatie;
b. verhoging exploitatiesubsidie met jaarlijkse lasten-
investeringskosten.
Deze brief wordt voor advies in handen van burge
meester en wethouders gesteld.
f. Brief van 16 oktober 1976 van de Vereniging voor
Openbaar Onderwijs, afdeling Soest, inzake openbaar
onderwijs in de wijk Soest-Zuid.
Deze brief wordt voor advies in handen van burge
meester en wethouders gesteld.
g. Een tweetal controlerapporten van het Centraal
Bureau voor Verificatie en Financiële Adviezen van de
Vereniging van Nederlandse Gemeenten, met voorstel
deze - opnieuw - voor kennisgeving aan te nemen.
De heer OLDENBOOM: Mevrouw de voorzitter! Ik
neem aan dat de wethouder hierop nog een toelichting
zal geven.
Wethouder EBBERS: De nadere toelichting op de ve
rificatierapporten, waarom u in de vorige raadsverga
dering hebt gevraagd, is inmiddels gekomen en heeft bij
de stukken ter inzage gelegen.
De heer OLDENBOOM: En u hebt daar verder niets
meer aan toe te voegen?
Wethouder EBBERS: Neen, tenzij u naar aanleiding
van die nieuwe stukken nog nadere vragen zou willen
stellen.
De heer OLDENBOOM: Neen, dat is niet het geval.
Besloten wordt overeenkomstig het voorstel.
h. Voorstel tot het voor kennisgeving aannemen van
een besluit van gedeputeerde staten op hetintrekken
van het bestemmingsplan Industrieterrein, le herzie
ning.
Besloten wordt overeenkomstig dit voorstel.
i. Brief van 15/28 september 1976 van het Waterlei
dingbedrijf Midden-Nederland, waarbij worden toege
zonden de herziene begroting 1976, de begroting
1977 en het investeringsplan 1976/1979, met voorstel
deze stukken voor kennisgeving aan te nemen.
212