De VOORZITTER: in de visie dat het college alle andere dingen zou doen. Maar daar kom ik nog op te rug. Dames en heren. Mevrouw Korthuis meent dat er een aparte studiebijeenkomst van de raad zou komen met betrekking tot de taakafbakening tussen het college en de raad, het functioneren van de raad en de taak van de ambtenaren. Nu dacht ik, dat wij eigenlijk had den afgesproken, dat wij de begrotingsbehandeling zouden evalueren, maar wij hebben er helemaal geen moeite mee om wanneer wij een besloten of een open bare bijeenkomst van de raad beleggen, daarin meer aan de orde te stellen, maar De heer VISSER: Besloten of openbaar? De VOORZITTER: ik dacht, dat er dan eerst iets anders aan moet voorafgaan. Daar kom ik ook nog op terug, want dat houdt verband met suggesties die met name de heer De Wilde heeft gedaan. Sommigen uwer hebben duidelijk uitgesproken dat de raad de grote lijnen zou moeten aangeven, niet in details zou moeten klimmen (dat zou dan in de raads commissies moeten gebeuren) en dat men zich wat het functioneren van de raad en de raadsvergaderingen betreft een grotere discipline zou moeten opleggen. Dit zijn woorden die naar het hart van het college zijn gesproken. Aan de andere kant zult u, zoals van uw kant ook is opgemerkt, altijd klaar moeten blijven staan voor de burger. Dat betekent dat u aan de ene kant de grote beleidslijnen zou willen trekken en aan de andere kant zich toch, en niet ten onrechte, zou willen bemoeien met allerlei kleine zaken die de burger aangaan. De heer VAN POPPELEN: In openbare commissiever gaderingen. De VOORZITTER: Dat kan gebeuren in openbare commissievergaderingen, dames en heren, maar voor het functioneren van u als gemeenteraadslid heeft u daar dan toch een zekere taak in te vervullen. Het her innert mij aan het verhaal dat de heer Buitendijk, ge meenteraadslid in Den Haag, op het congres van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten in Gronin gen vertelde: Wij doen in Den Haag ook altijd verschrikkelijk ons best om ons tot de grote lijnen te bepalen. Toen ik thuis met de begrotingsbehandeling bezig was, net zat te studeren op het tekort van f. 50 miljoen van de Haagse Tramwegmaatschappij en dacht: „Nu doe ik iets aan de grote lijn.", belde er een mevrouw op, die zei: Ik heb al twee keer een brief naar het gemeentebe stuur geschreven en ik krijg geen antwoord, maar de zwaan in de Hofvijver zit nog altijd alleen en ik vind dat daar wat aan gebeuren moet. Ik vind dat dit inderdaad de moeilijkheid van uw taak illustreert. Ook al wilt u zich met de grote beleidslij nen bemoeien, er zullen altijd burgers zijn die de gro te beleidslijnen en bijvoorbeeld f. 50 miljoen tekort bij een trammaatschappij helemaal niet belangrijk vin den, maar die het wel belangrijk vinden dat de zwaan in de Hofvijver een vriendje krijgt. De heer DE WILDE: Waarmee u toch niet wilt zeg gen, dat het onze taak is om de zwaan te troosten? De VOORZITTER: Hij zat in de Hofvijver, dus niet in Soest, en ik vind dat men dat maar in Den Haag verder moet uitzoeken. Dames en heren. Op de vraag van de heer De Wilde of de raad de baas is kun je zeggen: De raad zou de baas moeten zijn. Zijn vraag of het gezien de taak van de gemeente nog de moeite waard is om de baas te zijn raakt de kwestie van de decentralisatie van het bestuur en brengt ons bij het feit waar wij altijd weer tegenaan stoten, nl. dat er provincies en het rijk zijn, dat er pro vinciale ambtenaren en rijksambtenaren zijn en dat er provinciaal bestuur en rijksbestuur zijn die ons, zoals wij het wel eens noemen, altijd voor de voeten lopen en dat het dus uitermate moeilijk is om de juiste taak afbakening voor de raad en het college nog voldoende te kunnen zien. Hoewel de minister van binnenlandse zaken een paar maanden geleden heeft gezegd dat vóór de kerstvakantie in ieder geval het wetsontwerp reorganisatie binnenlands bestuur zou komen, gelooft nu, dacht ik, niemand daar nog in. In ieder geval kan het niet meer worden afgewerkt en zal het nog een groot aantal jaren duren, zodat wij allen in de mist blijven zitten wat de vraag betreft hoe de reorganisa tie van het binnenlands bestuur eruit zal gaan zien en wat de taak en de functie van de gemeente in de toe komst zullen worden. Dat is uitermate vervelend, want het werkt natuurlijk deprimerend voor ieder een om misschien te denken dat je in de toekomst heel weinig meer te vertellen zult hebben, hoewel het niet zo erg zal worden als wij wel eens hebben gedacht, nl. dat wij alleen nog maar straatnamen zou den behoeven te geven. Het zou uitermate belangrijk zijn wanneer er eindelijk na zovele jaren eens duide lijke taal werd gesproken en wij precies wisten waar wij met onze gemeente naar toe gaan. Eindhoven wordt tegenwoordig in allerlei lectuur als voorbeeld gesteld. Daar wordt, zo wordt er geschre ven, de begroting in één dag afgehandeld. In Eindho ven heeft men, zo wordt er geschreven, een ontwikke lingsplan dat alle facetten van het hele gemeentelijke beleid omvat, dat ieder jaar wordt bijgesteld en voor een jaar langer geldend gemaakt wordt en dat prima functioneert. Door heel toevallige omstandigheden heb ik de gelegenheid gehad om, zij het dan dikwijls per telefoon, vier jaar het reilen en zeilen van het ge meentebestuur van Eindhoven een beetje mee te vol gen, heel toevallig heb ik afgelopen zaterdag de bur gemeester van Eindhoven gesproken en toevallig kwam het hier toen op. Welnu, ze gaan daar wel de goede kant op, maar helemaal ideaal is het nog niet. Het is inderdaad waar dat er uiteindelijk voor de be grotingsbehandeling door de gehele gemeenteraad maar één dag wordt uitgetrokken, maar de begroting wordt voorbehandeld in allerlei commissies en voor het bij stellen van het alle facetten omvattende ontwikke lingsplan heeft men in het voorjaar ieder jaar een week nodig. U zou zich illusies maken als u meende, dat door ook op die manier te werk te gaan u tijd zou winnen. Het zou natuurlijk wel erg plezierig zijn als u op grond van een beleidsplan, doelstellingennota's en een meerjarenplanning zou kunnen werken. Ik heb het gevoel dat wij in Soest slecht zijn in het gebruik van dure woorden. Want het begrip „doelstellingennota" zegt ons niet zo veel meer. Toen wij een paar jaar ge leden begonnen met het ontwikkelingsplan, hadden wij daar nog onze externe adviseurs bij en het bijstel len van de structuurschets van 1966 zou gebeuren aan de hand van een eerst op te stellen doelstellingen nota. Toen de doelstellingennota af was, hebben de vorige wethouder van openbare werken en ik dat pamflet op een middag onder ogen genomen en ge- zegt: Wat gebeurt er als je hierin Soest vervangt door Lutjebroek? Welnu, dan gebeurde er helemaal niets. 248

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1976 | | pagina 249