inventarisatie en heeft die zaak tot op dit moment nog niet helemaal afgerond. Wij hopen dat ze dat as pect spoedig wel zal hebben afgerond. De commissie tarifering, die de tarieven moet bekijken, hoopt op 15 december a.s. een afsluitende bespreking te hebben. De subsidiëring van de sport is een landelijk probleem. Wij hebben in Soest eerst het rapport van de provincie willen afwachten, teneinde enige afstemming op de provinciale voornemens te krijgen voor zover dat mo gelijk is. Het provinciale rapport is verleden week ver schenen. Het spreekt vanzelf dat het hier nog niet he lemaal is doorgenomen. De heer DE WILDE: Ik begrijp niet hoe je deze zaken van elkaar kunt losmaken, mevrouw de voorzitter. Misschien kan daar van de kant van het college nog even op worden ingegaan. Het gaat over basisvoorzie ningen, over tarieven die de sport moet betalen om van die voorzieningen gebruik te maken en over subsi dies. Dat is toch één sluitend geheel? En daarbij moet je je toch afvragen watje overhebt voor sport, voor cultuur en voor sociaal gebeuren? Ik snap deze aanpak eerlijk gezegd niet zo goed. Dit is natuurlijk geen kri tiek op de gang van zaken, maar ik dacht dat de drie zaken waarmede nu drie commissies zich bezighouden, toch allemaal met hetzelfde punt te maken hebben. Wethouder PLOMP: Deze drie zaken hebben inder daad onderlinge relaties. Ik geloof dat dat vanzelf spreekt. Wij hebben in de sportstichting besloten om deze onderwerpen los te behandelen, waarbij er na tuurlijk lijnen van de een naar de ander lopen en waar bij de een bij wat hij doet natuurlijk rekening houdt met hetgeen de ander doet. Het is daarbij de bedoe ling dat als de rapporten klaar zijn, er een gezamenlijk iets uit komt. Ik geloof dat wij de zaken niet apart moeten bekijken, maar dat ze gecombineerd wel be paalde oplossingen zullen moeten suggereren. De heer DE WILDE: De hoogte van de tarieven zal bepalend zijn voor de mate waarin je moet subsidiëren. Wethouder PLOMP: Ja. De heer DE WILDE: De mate van basisvoorzieningen die je schept, zal beslag leggen op de totale financiële ruimte die je als gemeente beschikbaar stelt. Wethouder PLOMP: Ja. De heer DE WILDE: Je zult dus toch op een gegeven moment als één pakket basisvoorzieningen, tarieven en subsidies op tafel moeten leggen. Wethouder PLOMP: Ik geloof, mijnheer De Wilde, dat het inderdaad de bedoeling is om deze zaken straks gecombineerd naar buiten te brengen. Maar wij wilden de deelaspecten graag even goed bekeken hebben. Mevrouw de voorzitter. Natuurlijk heeft ook het col lege aandacht voor het gemeentelijke kampeerterrein. Het advies van de kampeercommissie is bij het college en wordt thans nog voorzien van een ambtelijk advies, dat in aantocht is en naar ik aanneem volgende week dinsdag in het college zal worden besproken. Wat de aanstelling van een schoolbioloog betreft heb ik al een bespreking gehad met de heer Kampf van het I.V.N., die zich met deze zaak bezighoudt. Ik heb hem gevraagd om zijn zienswijze eens op papier te zetten, zodat wij in ieder geval kennis nemen van hetgeen hij over deze zaak denkt. Ik meen dat hij deze zaak in het openbaar voor het eerst aan de orde heeft gesteld. Als hij zijn zienswijze op papier heeft gezet, kunnen wij daarmede verder werken. In dat kader zullen wij ook moeten bekijken wat de kosten zijn en in hoever re er prioriteiten zullen moeten worden vastgesteld met betrekking tot andere wensen bij het onderwijs. Verder kan men in dit verband vast de vraag stellen in hoeverre een schoolbioloog aan een adviesdienst verbonden zou moeten of kunnen zijn, zoals naar ik meen in Amersfoort een schoolbioloog is verbonden aan de onderwijsadviesdienst. De heer VISSER: Komen het rapport van de heer Kampf en de hele problematiek rondom de schoolbio loog ook in de onderwijscommissie ter sprake? Wethouder PLOMP: Ja. Mevrouw de voorzitter. De kwestie van de schoolgren- zen is nu alle instanties gepasseerd, met dien verstan de, dat ze dinsdag in het college, de laatste instantie in dezen, komt. Voor zover ik de zaak kan overzien meen ik, dat erop moet worden gerekend dat de school- grenzen volledig zullen worden afgeschaft en dat er geen proefperiode zal worden aangehouden. Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN- BERG: Mevrouw de voorzitter! Wij komen donder dag uiteraard graag terug op het opnamebeleid ten aanzien van de bejaarden na 1 januari a.s. Met betrekking tot het feit dat de C.D.A.-fractie het niet vanzelfsprekend vindt, dat de gelden die vrijkwa men door een hogere rijkssubsidie ten behoeve van het bibliotheekwerk, in de welzijnssector werden gebruikt, zou ik het volgende willen opmerken. Als de heer Van Poppelen de begroting bekijkt en dan welzijn niet al leen in de eng creatief-culturele sfeer beziet - ik ben er bang voor dat hij dat wel heeft gedaan -, dan zal hij zien, dat er ten aanzien van bijvoorbeeld de consulta tiebureaus, het bejaardenbeleid, het jeugdwerk in Soesterberg en verschillende verenigingen en instellin gen volgend jaar inderdaad meer geld moet worden uitgegeven, Ook als de bijdrage in het tekort van de bibliotheek wat lager was uitgevallen, waren verschil lende punten toch aan de orde geweest en hadden ze uiteraard toch moeten worden betaald. Je kunt con sultatiebureaus niet laten functioneren zonder ver pleegsters en artsen en je kunt bejaarden niet met minder warme maaltijden genoegen laten nemen. De heer VAN POPPELEN: Dat is ook helemaal niet bedoeld, mevrouw de voorzitter. Het is juist de be doeling, dat als er gelden overblijven, de hele raad er over moet kunnen beslissen waaraan wij ze besteden. Wij stellen dat de door mevrouw Van Stiphout be doelde posten ook wel goede posten zijn, maar het gaat ons om het beleid. Het gaat er ons niet om of die posten al dan niet verantwoord zijn, daar heb ik mij niet over uitgelaten. Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN- BERG: Maar aan de orde zijnde dat er in het welzijns beleid in financieel opzicht verschillende lacunes wa ren, mevrouw de voorzitter, hebben wij het nuttig ge oordeeld - de gemeenteraad kan dat uiteraard bestrij den - om toch een aantal welzijnsvoorzieningen aan te passen in de financiële sector. Ik wil nu met name even wijzen op de discussie die verleden jaar in de raad heeft gespeeld én vanuit de C.D.A.-fractie én vanuit de V.V.D.-fractie ten aanzien van het geven van prioriteit aan het jeugdwerk in Soesterberg. Dat kon dit jaar gebeuren juist omdat er in die sector wat meer finan ciële armslag kwam. 258

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1976 | | pagina 259