Nr. 13 Soest, 8 december 1976
NOTULEN
van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad
der gemeente Soest op woensdag 8 december 1976 te 19.00
uur.
(Voortzetting van de vergadering van maandag 6 december
1976 te 19.00 uur).
VOORZITTER de burgemeester, mevrouw mr. J.M.
Corver-van Haaften.
SECRETARIS de heer H. Borreman.
Tegenwoordig de leden: G.M.J. van Aalst, mevrouw G.G.A.
Alting-Ambrosius, W.A. Blaauw, J.J. van den Brakel, J.J.
Ebbers, M.A. van Ee, mevrouw J.W.D.P. van Gelder-Corne-
lissen, H.J. Goote, mevrouw J. Greefhorst-Van Overdam,
J.W. Hilhorst, D. Hoekstra, mevrouw E. Korthuis-Elion,
P.C. Lange, R.A. van Logtenstein, J.L. Menne, G.H. Olden-
boom, mevrouw P.J. Oranje-Entink, G.A.W.G.A. Plomp,
J.R. van Poppelen, G. Stam, mevrouw M.F. van Stiphout-
Croonenberg, P.L.J.M. Storimans, C. Verheus, J. Visser en
K. de Wilde.
De VOORZITTER opent de vergadering en stelt voor met
gebed te beginnen. Hierna vindt voorlezing van het gebed
door de voorzitter plaats.
De VOORZITTER stelt aan de orde repliek en dupliek van:
Algemene beschouwingen van de fractievoorzitters
met betrekking tot de vaststelling van de begroting
der gemeente en die der bedrijven en tot goedkeuring
van de begroting van de stichting zwembaden Soest en
de sportstichting voor het jaar 1977.
Wethouder EBBERS: Mevrouw de voorzitter! Wij
hebben in het college gesproken over de bedragen
waarover maandagavond door mevrouw Korthuis en de
heer De Wilde is gesproken. Wat de inkomstenkant
betreft zijn wij er aardig uit. Wat de uitkomsten ten
aanzien van de gevolgen van de raamstructuur betreft
is ook de uitgavenkant wel aardig duidelijk. Alleen,
wij achten het op dit moment toch beter om ons hier
over in het college nog nader te beraden. Wel hebben
wij ons voorgenomen om begin januari de cijfers in de
financiële commissie aan de orde te stellen alvorens ze
in de openbaarheid te brengen.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voorzit
ter! Wij zijn erg blij met de toezegging dat zal worden
onderzocht hoe de financiële paragrafen eerst bij de
financiële commissie kunnen terechtkomen voordat ze
naar de inspraakgroepen gaan. Dat is, dunkt mij, een
betere gang van zaken dan dat de buitenwacht weet
wat wij nog niet weten.
Het verheugt ons ook dat de wethouder wil nagaan of
voortaan een globale indruk van de rekening van het
afgelopen jaar bij de begrotingsstukken kan worden
gevoegd.
Wat de bezuinigingen betreft ging en gaat het ons er
om duidelijk te maken, zo het al niet voor een ieder
duidelijk is, dat gezien de economische ontwikkeling
wij met ons allen moeten leren zuiniger te leven. Door
de wethouder van financiën is zo ongeveer gesteld dat
als het college de begrote posten niet verantwoord zou
hebben gevonden, ze ook niet in de begroting zouden
zijn opgenomen; dat dus - nu iedere post verantwoord
is - het college hierop ook niet meer wenst af te din
gen; dat het om een „reëel evenwichtig geheel" gaat.
Wij zouden echter willen stellen dat het niet aangaat
dat particulieren, als bedrijf of individueel, genood
zaakt zijn of gemaand worden het zuiniger aan te
doen (ook de prijsstop is een soort bezuiniging voor
vele bedrijven) en de overheid daarbij niet voorop zou
gaan. Om nog een voorbeeld te noemen: in het deze
week verspreide nummer van Op 't Hoogt wordt de
burger gemaand zijn stookkosten te verlagen. Wat
doet de gemeente om te besparen op energie of om
energie te conserveren? Wanneer wij de hoge kosten
van verwarming en verlichting bezien, dan menen wij
dat een en ander systematisch in kaart gebracht moet
worden. Medewerkers zouden per gebouw of per afde
ling en ook speciaal per school verantwoordelijk moe
ten worden gesteld voor controle en dergelijke, zoals
dat ook al bij verschillende bedrijven gebeurt.
In de technische opzet van installaties dienen wij ook
meer bedacht te zijn op te verkwisten energie.
De auto- en telefoonvergoedingen waren ook goed
door te lichten. Bij de krijgsmacht en bij andere over
heidsinstellingen gebeurt dit thans ook, evenals bij
het bedrijfsleven. Ik meen dat een en ander is geregeld
in het gemeenteblad 120 e.v. Dat zou herzien kunnen
worden.
De representatiekosten zijn verder gestegen.
In dit jaar zou er verder gewerkt kunnen worden aan
de opheffing van het magazijn, die uiteindelijk een be
sparing van f. 75.000,- zou betekenen. En zo spoedig
als het contractueel mogelijk zou zijn, zouden wij niet
meer moeten meedoen met het bureau beroepskeuze
Amersfoort ten aanzien van het advies dat in het
hoofdstuk economische zaken is opgenomen. Als je
de schoolhoofden er persoonlijk over spreekt, dan
blijkt toch vaak dat zij het maar een betrekkelijke zaak
vinden. Wij zouden er in ieder geval voor zijn dat het
niet integraal voor alle zesdeklassers wordt opgebracht,
maar misschien voor afzonderlijke gevallen die inder
daad een extra advies behoeven. Dat zou een bespa
ring van f. 42.000,- betekenen.
De schoolmelkadministratie zou door de melkdrinkers
zelf kunnen worden opgebracht. Daar behoeven wij
als gemeente toch niet op toe te leggen?
In het algemeen hebben wij de indruk dat er zeer
royaal begroot is. Indien het college niet wil toezeg
gen in overleg met de financiële commissie of met
een interne werkgroep deze zaken kritisch te bekij
ken, zoals wij maandagavond jl. hebben gevraagd, dan
zullen wij een voorstel doen om op de begroting met
0,5 of 1% te bezuinigen. Dan kan het college zelf be
zien over welke posten het deze bezuiniging wil ver
delen. Het moet mogelijk zijn met ons allen meer kos-
tenbesef te krijgen.
Met betrekking tot het politiseren van het Samenwer
kingsorgaan Eemland, dat door de heer De Wilde is
aangeroerd, wil ik het volgende zeggen. Het is stellig
waar, dat wij in grotere eenheden moeten gaan den
ken. Wij hebben het er in verband met de vuilverwer
king en de winkelplanning ook al verschillende keren
over gehad, dat er vele zaken zijn die je als gemeenten
niet meer alleen kunt doen, maar samen moet doen.
En zeker ben ikzelf als oud-leerling van het Europa
College van prof. Brugmans blij met de opmerking
waarmede de heer De Wilde in dit verband verwees
naar de Europese verkiezingen, waar wij met ons al
len naar toe moeten leven, wat ook een denken in
grotere verbanden betekent. Hier ligt een dringende
taak voor de diverse politieke partijen. Hoewel zijn
suggestie ons dus aanspreekt, zullen wij deze zaak goed
moeten onderzoeken. Voordat wij inderdaad allen in