gezondheid en milieuhygiëne daarin nog weer een
andere rol speelt door een hogere graad van Kosten
eenheden aan te houden dan het ministerie van volks
huisvesting en ruimtelijke ordening, althans dat heb
ik wel eens horen verluiden.
De VOORZITTER: Mag ik de heer De Wilde erop wij
zen, dat zijn spreektijd voorbij is?
De heer DE WILDE: Ja, mevrouw de voorzitter, dat
mag u. Ik had eigenlijk nog maar één opmerking en
die staat u mij ongetwijfeld toe. Ik wil u nl. zeggen,
dat ik eindelijk van u eens een antwoord heb gekregen
waarvan ik moet zeggen: Misschien heb ik toch al een
paar jaar geleden gelijk gehad. Ik zit hier nu twee jaar
en dan mag je dat zo langzamerhand een beetje ko
men zeggen. Ik heb u iedere keer gevraagd: Zit u niet
te zwak met uw stedebouwkundige afdeling? Altijd
heeft u gezegd: Neen.
De VOORZITTER: Ja, en dat zeg ik nu nog.
De heer DE WILDE: Eindelijk is het hoge woord er
uit: We hebben niet voldoende arbeidskracht op de
stedebouwkundige afdeling.
De VOORZITTER: Neen, dat zeg ik niet.
De heer DE WILDE: Ik vind het planologisch beleid
in Soest daarom aan de zwakke kant, omdat wij voort
durend achter de zaken aan lopen. Wij hebben geen
onteigeningstitel, wij hebben niet voldoende plannen,
de plannen worden stuk voor stuk afgewikkeld, het
gaat veel en veel te traag. De gemeente moet wat dat
betreft veel te veel voor zich uit schuiven.
De VOORZITTER: Maar dat was uw laatste opmer
king.
De heer DE WILDE: Ja, mevrouw de voorzitter.
Ik dien thans namens de P. v.d. A.-fractie de volgende
motie in:
,,De Raad van de gemeente Soest,
van mening, dat uitvoering van de aangekondigde re
organisatie binnenlands bestuur nog geruime tijd op
zich kan laten wachten,
van oordeel, dat het mede daarom geboden is het
samenwerkingsorgaan Eemland te versterken,
van mening, dat aan die versterking kan mee werken
het funktioneren van frakties binnen het samenwer
kingsorgaan op politieke grondslag,
doet een beroep op de fracties in de gemeenteraden
van Eemland het daarheen te leiden, dat politieke
partijen zich doen vertegenwoordigen in dit samenwer
kingsorgaan."
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! De dagen
vliegen voorbij. Het is alsof we niet weg zijn geweest.
Maar wanneer je je afvraagt wat er is blijven hangen
van de woordenstroom van maandagavond, dan is dat
slechts een indruk.
Voor mijn gevoel (en volgens de Amersfoortse Cou
rant) stond in het V.V.D.-betoog „het geld" centraal.
We weten nu precies hoeveel alles kost, dat we over de
hele linie moeten bezuinigen, dat er financiële maat
regelen getroffen moeten worden, dat er sprake moet
zijn van kostenbesef en van verhogingen van belastin
gen en rechten; kortom: money, money, money is nr.
1 op de hitlijst van de V.V.D.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Wij zijn met de begro
ting bezig. Dat is: money, money, money.
De heer VISSER: Dat is een leuk liedje.
Mevrouw de voorzitter. In tegenstelling hiermede stond
bij het C.D.A. opnieuw, voor de zoveelste keer „de
266
mens" centraal. Dit ethisch reveil van de heer Van
Poppelen mis ik echter bijzonder pijnlijk in zijn mo
tie, waarin hij voorstelt spoed te maken met de aan
leg van de verbinding Koningsweg-Nieuweweg. Hier
bij
De heer VAN POPPELEN: Het zijn toch ook mensen
die daar wonen? Of niet?
De heer VISSER: Daar wonen ook mensen. Maar laat
u mij even uitspreken: Hierbij staat duidelijk toch
weer „de auto" centraal. Wij hebben
De heer OLDENBOOM: Dat heeft u helemaal ver
keerd begrepen.
De heer VISSER: Ik zal het u uitleggen. Wij hebben
destijds juist betoogd, dat het tweede deel van de
Centrumweg eerst zou moeten worden aangelegd, om
te voorkomen dat opnieuw het bouwverkeer door de
woonwijk Soest-Zuid wordt geleid. Daar komt nog
bij, mevrouw de voorzitter, dat ik het roerend eens
ben met het college als het stelt, dat het aannemen
van de door de heer Van Poppelen ingediende motie
geen effect heeft op een snellere aankoop- of ontei
geningsprocedure ten aanzien van het bestemmings
plan Centrumweg, dat reeds in zijn geheel in voorbe
reiding is. Ik kan daarom mijn stem aan deze vreem
de motie niet geven.
De fractievoorzitter van de P. v.d. A. heeft de mening
van de andere fracties over zijn standpunt ten aanzien
van de politisering van het Samenwerkingsorgaan
Eemland gevraagd. Progressief Soest kan wat dat be
treft helemaal met zijn ideeën meegaan. En ook wat
zijn tweede vraag aan de fracties betreft: ten aanzien
van het bijwonen door raadsleden van b.- en w.-verga-
deringen wacht ik maar al te graag een uitnodiging van
het college af.
Wanneer de heer De Wilde nog vraagt naar mijn stel
ling over de combinatie van het raadslidmaatschap en
het lidmaatschap van het bestuur van een vereniging,
dan wil ik nog eens duidelijk vragen wat de mening
van het college daarover is, wat de mening van het
college is wanneer bijvoorbeeld de voorzitter van de
culturele commissie ook bestuurslid van de muziek
school of een wethouder lid van bijvoorbeeld het be
stuur van het Dorpshuis Soesterberg is. Op die soort
van functies heb ik gedoeld in de desbetreffende vraag
die ik in eerste instantie heb gesteld in verband met
het vervullen van verenigingsfuncties door ambtena
ren en waarop ik geen antwoord heb gehad.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Vindt u het goed of
slecht? Wat is uw mening erover?
De heer VISSER: Ik wil graag de mening van het col
lege en eventueel de mening van de andere fracties
horen en daar wil ik dan natuurlijk graag mijn mening
aan toevoegen.
Mevrouw de voorzitter. Ik ben erg blij met uw toezeg
ging, dat er een werkgroep wordt geformeerd onder
uw leiding die de relatie raad-ambtenaren nader zal
bestuderen. Wij zullen daar gaarne aan medewerken.
Op pagina 6 van de maandagavond door de heer De
Wilde gehouden toespraak lees ik:
„Verder groeien onze vraagtekens met betrekking tot
de keuze van de raad van het tracé van de Centrum
weg. Dat is een uiterst belangrijke aangelegenheid, waar
in wij niet wegens tijdgebrek voor een voldongen feit
worden gesteld?"
Ik vraag mij af wat de heer De Wilde hiermede precies
bedoelt. Ik wil graag weten wat er nu precies groeit bij
de heer De Wilde en waarom hij dat zo vindt.