wat ons ter ore is gekomen of wat de heer Verheus, die in het dagelijks bestuur van de S.S.W. zit, ons aan informatie kan geven. Ik mag de vergaderingen van het algemeen bestuur van de S.S.W. bijwonen als waarnemer, met dien ver stande, dat ik er ook nog wel eens een woordje mag zeggen. Ik moet toegeven dat het schriftelijke antwoord op vraag 2.11 inderdaad een beetje schamel is. Hierbij moet wel goed worden bedacht wat onze positie is. Woningbouwverenigingen hebben een bestuur, een beperkt aantal woningen (wij hebben er 2500) en le denvergaderingen en komen meer in contact met de mensen. Elk der besturen van de woningbouwvereni gingen is door drie leden vertegenwoordigd in het al gemeen bestuur van de S.S.W, en door een lid in het dagelijks bestuur van de S.S.W. Wij hebben 2500 wo ningen, daar zijn wij met ons vijf en twintigen of misschien wel met ons zes en twintigen de beheerder van. Wij hebben geen vereniging. Drie leden uit deze raad zijn benoemd in het algemeen bestuur van de S.S.W. Ik wil hiermede aanduiden dat de verhouding tussen de bewoners van de gemeentewoningen en de gemeente en de verhouding tussen de bewoners van woningen van woningbouwverenigingen en de woning bouwverenigingen toch wat verschillend van aard zijn. Dat is wat ik heb geprobeerd te zeggen in het antwoord op vraag 2.11. Je staat er niet helemaal zo dicht bij. Maar dit neemt niet weg dat wij dit jaar begonnen zijn er toch dichter bij te staan en goed mee te spreken en een soort bestuursvergadering te beleggen vooraf gaande aan de algemene bestuursvergaderingen van de S.S.W. Hetgeen de heer Van den Brakel heeft gezegd over wat er in de buurt van Leeuwarden gebeurt met be trekking tot geluidsisolatie betreft een proefobject voortuijopende op de wijziging van de Luchtvaartwet. Wij kunnen daar wel eens een briefje over schrijven, maar of dat zin heeft De VOORZITTER: Maar wij gaan eerst volgende week maar eens op visite bij Schaefer en dan kijken we ver der. Wethouder HOEKSTRA: Ja, goed. Wij hebben op vraag 1.03 een wat breedvoeriger ant woord geformuleerd dan men in het desbetreffende stuk heeft aangetroffen, mevrouw de voorzitter. Er is, door een mij onbekende oorzaak, helaas een stukje uit dat antwoord weggevallen. Dat stukje betrof de Klaarwaterweg. De desbetreffende begroting is inge diend en is bij het college en bij de directeur van het woningbedrijf. In dit verband kan ik de heer Verheus antwoorden dat het op het ogenblik al zo is dat door de S.S.W. opgemaakte plannen en begrotingen recht streeks aan burgemeester en wethouders en in afschrift aan de directeur van het woningbedrijf worden gezon den. Wij hopen dat het advies van de directeur van het woningbedrijf ten aanzien van de Klaarwaterweg in januari bij het college binnen zal zijn. Als dat het ge val is, zal het vermoedelijk in februari of maart in het college worden behandeld. Ik heb een klein beetje moeite met de ten aanzien van de Klaarwaterweg in gediende begroting en ik ben dan ook zeer nieuwsgie rig naar het rapport van de directeur van het woning bedrijf. Het geeft inderdaad moeilijkheden dat er bij de S.S.W. twee soorten werknemers, nl. ambtenaren en niet-ambtenaren, werkzaam zijn. Wij hebben in dezen te maken met een overgangsregeling. Een van de tim merlieden is inmiddels teruggekeerd of keert binnen kort terug naar gemeentewerken ter voorziening in een daar door het overlijden van de timmerman ont stane vacature. Op den duur wordt het probleem wel opgelost, via terugplaatsing of op andere wijze. Op de vraag van de heer Verheus of wij niet zouden kunnen bevorderen dat wij in Soest de situatie krij gen, dat wij hier niet drie woningbouwverenigingen, maar één corporatie hebben, zou ik willen zeggen dat je naar mijn mening in dezen niet al te veel moet dwingen. Wij hebben op het ogenblik in de commissie nieuwbouw Overhees een goede verstandhouding en ik geloof dat als wij kunnen bereiken dat men elkaar steeds beter leert kennen en waarderen, ook in het S.S.W.-bestuur, men vanzelf naar een eenheid zal groeien. Het uitoefenen van druk in die richting zou misschien wel eens averechts kunnen werken. Het lijkt mij het beste dat wij nog wat voortgaan met de samenwerking zoals die op het ogenblik is. Misschien kunnen wij er dan over twee jaar nog eens over spre ken. Ik heb er niet de minste moeite mee om de verslagen van de S.S.W.-vergaderingen die wij ontvangen, in de leeskamer ter inzage te leggen. Bouw- en woningtoezicht heeft niet te maken met de vernielingen die er worden aangericht in de wonin gen die bij de S.S.W. in beheer zijn. Ik meen dat de S.S.W. terzake zal moeten controleren en dat als het te gek wordt de rechtbank zal moeten worden inge schakeld, wat natuurlijk alleen mogelijk zal zijn wan neer de daders bekend zijn. De heer VAN DEN BRAKEL: Mevrouw de voorzit ter! Ik ben blij met de door de wethouder gegeven verduidelijking ten aanzien van de laatste zin van het antwoord op vraag 2.12. Het onderhoudsplan ten aanzien van de Klaarwater weg enz. betreft een tamelijk ingrijpende renovatie. Als het pas in maart in het college aan de orde komt, dan zal er misschien op z'n vroegst in het najaar mee kunnen worden gestart. Het is natuurlijk altijd een beetje moeilijk om dergelijke plannen in de wintertijd uit te voeren. Daarom verzoek ik het college hierme de de grootst mogelijke spoed te betrachten, als het inderdaad gerealiseerd kan worden. De heer VERHEUS: Mevrouw de voorzitter! De reser ve artikel 24c van met name het complex VI is natuur lijk een droevige zaak. Te dien aanzien komen wij na tuurlijk voorlopig niet uit de narigheid en zullen wij dus met nadelige saldi blijven zitten. Ik zou graag de mening van het college hierover horen. Als iemand een woning van de gemeente huurt, trouw de huur betaalt, maar zich twee jaar niet laat zien in die woning, met als gevolg dat het huis van binnen verpaupert (in het geval dat ik op het oog heb staat de schimmel op de muren), de omwonenden zich een ongeluk ergeren en de woningzoekenden het verschrik kelijk vinden als zij er kennis van nemen, staan het college dan middelen ter beschikking om de woning vrij te krijgen voor iemand die er werkelijk behoefte aan heeft? De heer OLDENBOOM: De vorderingscommissie. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Ik sluit mij aan bij de woorden van de heer Van den Brakel ten aanzien van het plan voor de Klaarwaterweg. De heer VAN AALST: Mevrouw de voorzitter! Ik wil

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1976 | | pagina 278