aan het werkcmoeten. Dat houdt het gevaar in dat
er dadelijk beslissingen worden genomen die niet door
dacht zijn. Ik zou erop willen aandringen dat de be
trokken commissie, eventueel samen met andere com
missies, wat meer bijeenkomt om er in ieder geval
voor te zorgen, dat wij dadelijk de juiste keuze doen.
Het betreft hier tenslotte een investering van f. 4 mil
joen a f. 5 miljoen. Het is heel belangrijk dat wij vol
doende tijd hebben om een gefundeerde beslissing te
nemen. Ik dring aan op wat meer aandacht voor deze
zaak.
Wethouder EBBERS: Mevrouw de voorzitter! Het
ligt in de bedoeling om begin volgend jaar opnieuw
bij elkaar te komen en de zaak verder uit te diepen te
zamen met andere commissies om ook ten aanzien
van de aanleg de zaak te bespoedigen. De heer Van
Logtenstein weet vanuit de gascommissie, waarin de
ze materie vrij recentelijk nog besproken is, dat het
de bedoeling is om de zaak inderdaad heel snel tot
duidelijkheid en klaarheid te brengen.
De heer VAN DEN BRAKEL: Mevrouw de voorzit
ter! Is nu definitief bepaald waar de mast komt?
Wethouder EBBERS: De plaats waar de mast zou
moeten komen is wel bepaald, mevrouw de voorzit
ter, maar afgesproken is dat er te dien aanzien nog
wordt overlegd met de commissie ruimtelijke orde
ning. Wat dit betreft zullen er vermoedelijk geen gro
te problemen rijzen. De mast zal nl ergens op de Eng
moeten komen, niet als een losse mast, maar, als het
constructief mogelijk is (dit moet nog even worden
bekeken), door plaatsing op de flats, waardoor er niet
ergens een ontsierend geheel op onze mooie Eng
terecht zal komen.
De begrotinten van het Gasbedrijf en de Centrale An
tenne Inrichting worden zonder hoofdelijke stemming
voorlopig vastgesteld.
De Stichting Zwembaden.
De heer BLAAUW: Mevrouw de voorzitter! Ik meen
dat wij inmiddels al een jaar of zes over het restaurant
van het Soester Natuurbad spreken. Ik heb nu begre
pen dat er binnenkort weer desbetreffende voorstellen
te verwachten zijn. Tot nu toe heeft het steeds verlies
opgeleverd. Wij hebben het steeds gehandhaafd, om
dat wij dachten dat er in Soest te weinig zaalruimte
was voor bepaalde activiteiten. Het blijkt eigenlijk dat
het restaurant voor die activiteiten niet zo veel wordt
gebruikt als wij hadden verwacht. Mogen wij op kor
te termijn concrete voorstellen verwachten, zodat wij
niet langer behoeven over te gaan tot subsidiëring
van de horecabedrijven?
Ik vind de met betrekking tot de zwembaden opge
voerde telefoonkosten zeer hoog. Ik heb nergens
kunnen ontdekken dat er veel privégesprekken wor
den teruggeboekt op ontvangsten. Ik geloof dat toch
eens moet worden nagegaan of er niet te veel oneigen
lijk gebruik van diensttelefoons wordt gemaakt. Ik
kom hierop bij onderwijs nog terug.
De heer VERHEUS: Mevrouw de voorzitter! Wij
zouden graag weten of er in het bestuur van de stich
ting zwembaden al is gesproken over een overdekt
zwembad, of er eventueel al desbetreffende plannen
in de maak zijn en in hoeverre een overdekt zwembad
in de investeringsnota zou passen.
Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! De zaak
van het restaurant van het Soester Natuurbad is, zoals
in de antwoorden naar aanleiding van het afdelings-
onderzoek al is vermeld, thans in een eindstadium. Wij
kunnen op dit moment verder niets zeggen. Wij zijn
in onderhandeling met beheerder en pachter en het
ziet ernaar uit (ik kan natuurlijk niet voorzien of er
nog complicerende factoren een rol gaan spelen), dat
er binnen afzienbare tijd een oplossing zal zijn.
De door de heer Blaauw aangesneden kwestie van de
telefoonkosten zal ik laten nakijken. Ik kan hem op
dit moment geen concreet antwoord geven. Wellicht
zal ik er bij de behandeling van de onderwijszaken wel
iets over kunnen zeggen.
In de stichting zwembaden is een commissie aan de
gang die zal inventariseren met betrekking tot een
overdekt zwembad. Het financiële aspect zal daarbij
uiteraard een grote rol spelen. Men heeft in krante-
berichten over Hilversum en Naarden kunnen lezen
wat voor discussies een overdekt zwembad kan ge
ven. Ik zou de commissie die vanuit de stichting de
zaak gaat bestuderen, veel succes willen toewensen.
De heer LANGE: Mevrouw de voorzitter! Ik zou
wat het overdekte zwembad betreft willen vragen of
meteen al in een vroeg stadium van bezinning over dit
onderwerp kan worden meegenomen hoe wij in de
toekomst de financiering van het bad rond zullen krij
gen. Het is mij bekend dat er in de omgeving kleine
instructiebaden bestaan die met winst draaien en
waar de gemeente dus niet op toelegt Er zijn Sport-
fondsenbaden die ook niet grote bedragen van de ge
meenschapsgelden opslokken om mensen te laten
zwemmen. Ik wilde het college voorstellen om de
door het stichtingsbestuur ingestelde commissie nu
ook al opdracht te geven om eens te bekijken of het
misschien mogelijk is om een particulier hiermede te
belasten. Ik voorzie toch wel problemen als het col
lege met voorstellen komt om het in een stichting
als de onderhavige te plaatsen en wij er jaarlijks een
paar ton op moeten toeleggen.
Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Het is
landelijk bekend dat zwembaden heel dure instellin
gen zijn en dat de financiering en het rond krijgen
van de financiële aspecten ervan altijd een groot pro
bleem zijn. Ik nodig de heer Lange, die lid van de
stichting zwembaden is, uit om in de stichting met
de voorbeelden te komen die er zijns inziens wellicht
te vinden zijn van gevallen waarin men de zaak wel
rond heeft gekregen, opdat wij in overleg met de door
het stichtingsbestuur ingestelde commissie tot iets
kunnen komen.
De heer LANGE: Uitstekend.
De VOORZITTER: Is de wethouder er niet bang
voor dat het misschien een beetje vestzak-broekzak
zou worden Ik kan mij voorstellen dat als je een
zwembad hebt, je het ook intensief gaat gebruiken
voor schoolzwemmen, waardoor de daaraan verbon
den lasten natuurlijk wel weer een stuk hoger zouden
worden.
Wethouder PLOMP: Ja, daar ben ik inderdaad bang
voor.
De heer DE WILDE: Is het niet verstandiger om eerst
eens te wachten totdat wij gegevens hebben, me
vrouw de voorzitter?
De VOORZITTER: Ja.
De heer DE WILDE: Ik heb tegen deze discussie ei
genlijk bezwaar. Deze discussie heeft een bepaalde
tendens
De VOORZITTER: Neen.
De heer DE WILDE: en ik vind, dat je pas een ten-