Wethouder HOEKSTRA: Inderdaad. En daar kunnen
wij dus rekening mee houden als wij het over een op
dracht voor de bouw van een nieuw gemeentehuis
zullen hebben.
Mevrouw de voorzitter. Ik zou willen zeggen dat de
vraag of er medezeggenschapscommissies moeten ko
men maar eens zou moeten worden besproken in de
bijeenkomst met de raadsleden die zijn vertegenwoor
digd in het georganiseerd overleg.
Wat de vacatures betreft heb ik dit jaar geprobeerd
om alle sollicitanten mee te horen en mee te zien.
Dat is mij voor 95% gelukt. Met betrekking tot het
feit dat het moeilijk is om geschikte kandidaten te
vinden speelt niet het salaris dat wij bieden, maar wel
de kwestie van de woonruimte een rol. Ik moge één
concreet voorbeeld noemen:wij hadden ten aanzien
van een vacature eens een sollicitant die ons bijzonder
goed leek, maar hij woonde ergens in het oosten des
lands in een prachtige woning en wij hadden ten tijde
van zijn sollicitatie wat huisvestingsmogelijkheden
betreft niets te bieden en toen is, hoewel hij graag
deze kant op wilde vanwege familiebetrekkingen, al
leen daardoor de zaak afgesprongen. Ik zou dit voor
beeld gemakkelijk met zes of zeven soortgelijke voor
beelden kunnen aanvullen.
De kwestie van het functiewaarderingssysteem is nu
achter de rug. Ook de zaak van de bezwaarschriften
is afgerond. Wij moeten nu gaan praten over de ver
dere personeelsbeoordeling, waaruit een loopbaan
planning enz. zal komen. De zaak begint nu dus te
draaien, met alle haken en ogen die eraan zijn. Dit is
verleden jaar ook door u gezegd, mevrouw de voor
zitter. Dit systeem is een vrij nieuw systeem. Wij zijn
terzake voorgelicht door de Vereniging van Neder
landse Gemeenten. Het loopt hier al jaren. Men heeft,
zo is ons gezegd, geleerd van Zwolle, waar bepaalde
fouten zijn gemaakt. Wij moeten er echt in groeien.
Wij dachten dat wij er op dit moment aardig in ko
men. Ik probeer mij er ook in te verdiepen. Ik heb
mij in dat verband kandidaat laten stellen voor het
centraal orgaan, om zo ook landelijke zaken aan de
weet te komen, om aan de weet te komen hoe het in
andere gemeenten gaat enz. Wij proberen dus van on
ze kant zo veel mogelijk op de hoogte te komen van
het moeizame werk in dezen.
De VOORZITTER: Dames en heren! Er is ten aan
zien van de opvolging van de heer Luyf in Soester-
berg uitgebreid overleg gevoerd met het dagelijks be
stuur van de wijkraad. Daaruit heeft geresulteerd dat
niet de heer Luyf als zodanig wordt vervangen, maar
dat het de bedoeling is dat (en dat heeft ook voorde
len) een van de ambtenaren die bij ons werkzaam is
op de afdeling bevolking, drie ochtenden per week in
Soesterberg aanwezig zal zijn, terwijl het secretariaat
van de wijkraad, een activiteit die natuurlijk eigenlijk
min of meer buiten het ambtenaarschap van de heer
Luyf stond, zal worden overgenomen door een amb
tenaar van afdeling I.
Ten aanzien van de huisvesting werd er al een andere
procedure gevolgd. Vroeger behoorde de huisvesting
van Soesterberg eigenlijk tot het takenpakket van de
heer Luyf. Wij hebben dat ongeveer anderhalf jaar
geleden gewijzigd, omdat toch bleek, dat er op een
gegeven moment misverstanden ontstonden met als
gevolg dat iemand die zich liet inschrijven in Soester
berg, plotseling niet in ons algemene register bleek
voor te komen.
Wij menen dat ook voor de coördinatie met Soest de
door ons met betrekking tot Soesterberg gekozen op
lossing een goede oplossing is. Het dagelijks bestuur
van de wijkraad heeft zich er volledig achter gesteld.
Ik meen niet dat de service in Soesterberg er veel door
wordt verminderd. Het lijkt mij redelijk wanneer men
drie ochtenden terecht kan voor de soort bevolkings
activiteiten die op een secretarie moeten plaats vinden.
Mocht blijken dat er dan toch erg veel blijft liggen,
dan zou er altijd nog een ochtend bij kunnen.
Wethouder HOEKSTRA: Mevrouw de voorzitter! Ik
heb nog te reageren naar aanleiding van het feit dat
mevrouw Korthuis is teruggekomen op het vervullen
van functies door ambtenaren in hun vrije tijd. Ik
meen dat ik er gisteravond al het een en ander van
heb gezegd.
Ik heb het idee dat de bedoelde ambtenaren over wie
het verleden jaar ging, ook zelf niet zo happy waren.
Ik heb mij er toen nogal mee beziggehouden. De he
le situatie viel mij een beetje rauw op het lijf. Ik heb
er met de betrokken ambtenaren over gepraat. Zij
hebben zelf ook wel begrepen dat er bepaalde dingen
zijn die als ongewenst kunnen worden aangemerkt.
Je kunt het hun niet dadelijk verbieden, maar je kunt
er natuurlijk wel rustig met hen over praten. Dat is
naderhand twee keer gebeurd en zeer bevredigend
verlopen. Ik heb het idee dat de betrokken ambtena
ren hebben begrepen datje goed willend ongemerkt
ergens een beetje in de nesten kunt komen. Een
goede gang van zaken is, dat als een ambtenaar niet
zeker weet of een functie die hij in zijn vrije tijd zou
willen vervullen, gevaar zou kunnen opleveren, hij
even overleg pleegt met de directeur of de betrok
ken wethouder. De twee keren waarop ik zoeven doel
de is dat heel goed geweest. Het ging in de desbetref
fende gevallen niet over een Oranjevereniging of iets
dergelijks, doch over dingen die dichter bij lagen.
De VOORZITTER: Dames en heren! Ten aanzien
van hetgeen de heer Oldenboom heeft gezegd over
de openstelling van de afdeling bevolking zou ik wil
len vragen of wij dat eens nader zouden mogen be
kijken en er ook eens over mogen overleggen met de
betrokken ambtenaren. Wij zeggen tegenwoordig
niet zo maar tegen ambtenaren: Jongens, julïe moe
ten daar 's avonds aanwezig zijn. Ik herinner mij dat
proeven die een tijd geleden in andere gemeentehui
zen zijn genomen, zelfs met de openstelling van het
gehele gemeentehuis, niet tot definitieve openstel
ling gedurende avonduren hebben geleid. Maar ik
praat nu over een jaar of vijf geleden en ik weet niet
helemaal hoe wat dat betreft de visie op het ogenblik
is. Maar wij willen het bekijken. In het algemeen zijn
wij er niet dol op, wantje moet dan toch ook weer de
tijd gaan compenseren. Je zou natuurlijk theoretisch
kunnen zeggen: Wij zetten er één man neer. Maar in
de praktijk kan dat niet. Want als je iemand aan het
loket zet, moet er ook altijd weer iemand zijn waar
op men kan terugvallen.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Misschien op de koop
avond, net als de banken.
De VOORZITTER: Ik heb begrepen dat de heer Ol
denboom dat ook bedoelde.
De heer OLDENBOOM: Ja, mevrouw de voorzitter.
En u zou het best tot half zeven of tot zeven uur kun
nen doen.
De VOORZITTER: Ja, we zullen het bekijken.
296