Nr. 1 Soest, 15 januari 1976
NOTULEN
van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad
der gemeente Soest op donderdag 15 januari 1976, te 19-30
uur.
VOORZITTER de burgemeester, mevrouw mr. J.M.
Corver-van Haaften,
SECRETARIS de heer H. Borreman,
Tegenwoordig de leden: G.M.J. van Aalst, mevrouw G.G.A.
Alting-Ambrosius, J.J, van den Brakel, J.J. Ebbers, mevrouw
J.W.D.P. van Gelder-Cornelissen, H.J. Goote, mevrouw J.
Greefhorst-Van Overdam, J,W. Hilhorst, D. Hoekstra, me
vrouw E. Korthuis-Elion, P.C. Lange, R,A. van Logtenstein,
G.H, Oldenboom, mevrouw P.J. Oranje-Entink, G.A.W.G.A.
Plomp, J.R. van Poppelen, A.H.F. Smit, G. Stam, mevrouw
M.F. van Stiphout-Croonenberg, P.L.J.M. Storimans, C. Ver-
heus en J. Visser.
Afwezig met kennisgeving de leden: W,A. Blaauw, M.A. van
Ee en K, de Wilde.
De VOORZITTER opent de vergadering en stelt voor met
gebed te beginnen. Hierna vindt voorlezing van het gebed
door de voorzitter plaats.
Vervolgens deelt zij mede dat bericht van verhindering is
ingekomen van de heren De Wilde en Van Ee.
Hierna zegt spreekster het volgende:
Dames en heren! Ik zou eigenlijk ook moeten zeggen dat
er bericht van verhindering is gekomen van de heer Blaauw,
maar de heer Blaauw is gelukkig weer in ons midden, zij het
dat hij zich liever nog op de publieke tribune terugtrekt
vanavond. Ik heet hem echter bijzonder hartelijk welkom.
Ik heet ook in het bijzonder welkom de leerlingen van de
Savornin Lohmanschool. Zij hebben, wanneer ik het goed
heb begrepen, iemand herkend die tegenwoordig achter de
tafel van het college zit.
Hierna spreekt de VOORZITTER de volgende nieuwjaars
rede uit:
Dames en heren! Ook vandaag vindt u, zoals al vele jaren
hier gebruikelijk, op uw tafel cijfermateriaal over het reilen
en zeilen van onze gemeente in 1975. Op 30 december
1975 heeft Soest een inwonertal van 40.000 bereikt. Een
gemeentebestuur in vroeger jaren - maar die tijden zijn al
weer voorbij - zou zich hebben verheugd in de groei van zijn
gemeente. Op het ogenblik benaderen wij het bereiken van
een bepaald aantal inwoners wat genuanceerder.
Wij bieden wel onze gelukwensen aan - en terecht - aan de
ouders van de jonggeborene en wij doen deze gelukwensen
vergezeld gaan van bloemen en een spaarpotje voor dit heel
bijzondere kind, maar wij steken niet alle vlaggen meer uit.
Groei wordt niet meer gezien als allesoverheersend element
van gemeentelijk belang.
Op toekomstige bevolkingsprognoses wil ik hier niet ingaan.
Wij hebben een mini- en maximodel ontwikkeld in ons con
cept-ontwikkelingsplan, Vanuit de burgerij hebben ons nu
reeds reacties op deze cijfers bereikt, Het voorontwerp
streekplan Utrecht-Oost, waarvan mij tot nu toe één exem
plaar heeft bereikt als lid van het dagelijks bestuur van Eem-
land (dit exemplaar wordt thans op het gemeentehuis ver
slonden), geeft ook cijfers voor de bevolkingsontwikkeling
van Soest. De raad zal naar ik hoop in dit jaar de lijn bepa
len waarlangs Soest zich voor wat de bevolking betreft het
beste zou kunnen ontwikkelen.
Nauw verbonden met bevolkingscijfers is de woningbehoef
te. Enkele dagen geleden bent u in het bezit gesteld van het
rapport woningbehoefte Soest en uit de hier voor u liggen
de cijfers ten aanzien van de woningzoekenden blijkt, dat
woningbouw in Soest al voor onze eigen bevolking dringend
gewenst is, want:
- er is nog steeds een grote behoefte aan huurwoningen,
nl. de 1845 ingeschrevenen die op het overzicht voorko
men;
- de grootste behoefte - en dat is ook duidelijk - bestaat bij
de lagere inkomens, beneden de f. 20.000,-;
- de kwantitatieve behoefte - dus degenen die echt direct
een woning nodig hebben - is 621 (223 eengezinswonin
gen, 328 meergezinswoningen en 70 zonder directe voor
keur);
- wanneer uitsluitend voor de kwantitatieve behoefte
wordt gebouwd, dus de noodzakelijke bouw, vindt geen
doorstroming plaats;
- er is vraag naar eengezinswoningen (1006) en naar meer
gezinswoningen (640);
- de vraag naar meergezinswoningen (640) overtreft zelfs
het eventuele aanbod bij de kwalitatieve behoefte van
523, met andere woorden: het is niet waarschijnlijk dat
in Soest op korte termijn flats zullen leegstaan.
Bij de begrotingsbehandeling heeft de wethouder van wo
ningbouw en huisvesting u een „uitspitting" beloofd van de
mate van doorstroming die naar Overhees heeft plaats ge
vonden. Vanmiddag is dat rapport klaar gekomen en met
goedvinden van de wethouder geef ik u hier een cijfer, een
cijfer waarover wij ons mogen verheugen.
Opgeleverd zijn wat de premiekoopwoningen betreft 127
huizen (50 van Panagro, 32 van Bouwfonds Nederlandse
Gemeenten en 45 casco). Van die woningen worden er 68
(53,5%) bewoond door gezinnen die een woningwetwo
ning hebben achtergelaten en 19 (15%) door gezinnen die
een premiehuurwoning hebben verlaten. Dat betekent dat
door 68,5% (dat wil zeggen meer dan tweederde deel) van
die woningen de doorstroming is bevorderd.
Het ziet er naar uit dat in 1977 de tweede fase van Over
hees, althans een gedeelte daarvan, zal kunnen worden ge
bouwd. Met de resultaten van genoemd onderzoek zullen
wij de meest gewenste opbouw van die wijk gemakkelijker
kunnen bepalen.
Het zal u misschien verwonderen dat het aantal inwoners
op 31 december 1975 40,123 bedraagt. Maar nadat de com
puter de achterstand verwerkt heeft, omdat het enige tijd
duurt voordat inwoners komende uit een andere plaats ook
feitelijk zijn geregistreerd, blijkt na verloop van enige weken
pas het exacte aantal. Toen de verwerkingen nog met de
hand geschiedden, zou men het juiste aantal vlugger op ta
fel hebben. Daaruit blijkt dat een computer niet altijd snel
ler werkt.
Zoals ik u vorig jaar heb beloofd, vindt u de cijfers van de
politie iets eenvoudiger weergegeven, maar dat zijn alleen
maar de administratief controleerbare gegevens. De politie
heeft getracht om alle assistenties te registreren, zoals bu
renruzies, hulpverleningen en allerlei kleine akkevietjes,
maar voor het bijhouden van een dergelijke administratie
zouden twee mensen tegelijk aan de meldtafel moeten wer
ken en wij hebben daar altijd maar één man zitten. Die ene
man moet de vier mobilofoon vaste posten bedienen, het
telefonisch alarm, de normale telefoonlijn en de plaats van
de voertuigen registreren. Verdere administratie kan er dan
niet bij en dus kan ik u geen cijfermatig inzicht verschaffen
in het zovele malen bemiddelend optreden van de politie.
U kunt constateren dat het aantal snelheidsovertredingen in
het afgelopen jaar is verminderd. Dat komt omdat de con
trole hierop anders is geregeld. Vroeger werd de radarwagen
1