adjudant algemene dienst en een adjudant verkeer. Elk der adjudanten staat aan het hoofd van een be paalde afdeling. Wij hebben 36 mensen in de algeme ne dienst. Elk van hen moet 26 vrije zondagen etc. hebben. Daardoor en doordat er een kwartier werk tijdverkorting is gekomen gaf de uitbreiding van de korpssterkte verleden jaar eigenlijk weinig gelegen heid om de diensten aan het publiek uit te breiden. Met ingang van 1 januari a.s. krijgen wij er vijf men sen bij. De heer Van Aalst heeft gelijk met zijn op merking dat zij niet alle vijf op 1 januari a.s beschik baar zullen zijn. Zij zitten momenteel alle vijf op de school in Leusden Enkelen komen daar begin april af. Het is de bedoeling dat van de vijf er één wordt toegevoegd aan de afdeling recherche (deze afdeling bestaat uit slechts vijf man, terwijl het eigenlijk de bedoeling is datje 13% van je korps beschikbaar hebt voor de recherche, die uitermate veel werk heeft), één zal worden toegevoegd aan de algemene dienst en twee zullen worden toegevoegd aan de post Soesterberg. Dit betekent dat het wijkagentschap in Soesterberg een heel hoge prioriteit heeft. Wij hopen in het vroege voorjaar te kunnen beginnen met de wijkagent in Soesterberg, waar dan eerst twee men sen en later drie mensen voor beschikbaar zijn. Dit betekent dat er net als vroeger twee mensen beschik baar zullen zijn om echt het werk binnen de bebouw de kom te doen, terwijl dan ook de post Soesterberg open zal zijn van des morgens acht uur of half negen tot des middags vijf uur of half zes, men het gewone telefoonnummer dat bekend is in Soesterberg kan draaien en dan automatisch in Soest terechtkomt en er praktisch altijd twee surveillance-auto's op de weg zijn die dan ogenblikkelijk opgecommandeerd worden en de zaak kunnen overnemen. Wij hebben het gevoel dat daardoor de directe hulpverlening wanneer er iets gebeurt in Soesterberg, goed zal kunnen verlopen. Ik kan hierbij naar aanleiding van de opmerking van de heer Van Aalst over de toename van de Amerika nen zeggen, dat ten aanzien van hen inderdaad niet altijd direct alles aan de militaire politie kan worden overgegeven, maar onze politie er eerst zelf naar toe moet. Wij menen dat doordat de auto's altijd op de straat zijn de politie er nu eerder bij is in Soesterberg dan toen de post aldaar 's avonds nog open was en men vanuit die post moest uitrukken wanneer men werd opgebeld. Het hangt er natuurlijk een beetje van af waar de auto's zich bevinden op het moment waarop ze worden opgeroepen. Ze hebben twee kringen, nl. Soestduinen/Soesterberg en het dorp Soest. Hoe het ook zij, de directe oproep voor noodgevallen in Soes terberg functioneert eigenlijk beter dan vroeger het geval was. Wij kunnen ons best voorstellen, dat er toch in Soesterberg enige onrust is geweest, maar het lijkt ons dat die onrust is verdwenen. En het is zo, dat echt het instituut van de wijkagent in Soesterberg het eerst zal worden ingesteld. De kom aldaar is ook meer één concentratie. Daar kunnen dan ervaringen met de wijkagent worden opgedaan. En wanneer wij weer korpsuitbreiding krijgen, dan zullen wij bekijken wat wij daarvan kunnen gebruiken om het instituut wijk agent ook in Soest van de grond te krijgen. Want wij allen zijn het er met de heer Visser helemaal over eens, dat het instituut wijkagent een bijzonder goede zaak is. Maar wij moeten ook prioriteiten stellen en zitten nog te krap in onze mensen. Of wij van de wijkagenten helemaal maatschappelijk werkers moeten maken is vers twee. Maar daar zal mevrouw Van Stiphout nog over spreken. Ik ben blij met de waarderende woorden van de heer Oldenboom en de heer Van Aalst. Ik ben het er met de heer Oldenboom helemaal over eens, dat het poli tiekorps toch dikwijls onder een geweldige geestelij ke druk staat. Ik denk hierbij met name aan de heel jonge jongens in het korps Zij komen op hun negen tiende of twintigste jaar van de politieschool. Zij zijn daar dan een jaar nogal stevig opgeleid op alle moge lijke manieren, ook in de richting van maatschappe lijk werk; de opleiding is niet alleen op het omgaan met munitie, maar duidelijk ook op het omgaan met en het inspelen op mensen gericht. Ik heb wel eens meegemaakt met wat voor zaken die heel jonge jon gens midden in de nacht worden geconfronteerd en op grond daarvan moet ik zeggen dat het politieman zijn in de tegenwoordige tijd geen dankbare taak is en dat wij er blij mee moeten zijn, dat er in Soest een korps is dat zo goed zijn taak vervult en dat toch altijd met een zekere animo maar overal op afgaat. Want het valt in de praktijk echt niet mee. Het is onze bedoeling dat u vóór de vergadering van donderdag a.s. een voorstel bereikt ten aanzien van de voorbereiding van de bouw van een nieuw poli tiebureau, zodat het in de raadsvergadering van vol gende week aan de orde kan worden gesteld. Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN- BERG: Mevrouw de voorzitter! Ik meen dat er eigen lijk maar één ding aan onze politie mankeert. Dat is dat onze commissaris veel te bescheiden is. Hij heeft niet met heel veel mooie woorden in zijn aanbiedings brief bij de begroting gezegd wat de politie allemaal doet. Het is erg modieus om tegen de politie aan te schoppen Ik wil echter nadrukkelijk stellen dat in Soest de politie optimaal functioneert in het welzijns werk. Bij elk welzijnswerkersoverleg is de politie met minstens één ambtenaar vertegenwoordigd en vaak is ze bij dat overleg met twee ambtenaren vertegen woordigd. Ook in het overleg met de buitenlandse werknemers is de politie vertegenwoordigd. De be trokken politie-ambtenaren storen zich er niet aan of dat al dan niet in diensturen gebeurt; ook in hun vrije tijd zijn zij altijd beschikbaar. Er is binnen het welzijnswerkersoverleg afgesproken, dat buiten de kantooruren voor dat overleg er men sen zijn die zich beschikbaar stellen in een soort weekend- en avonddienst. Zodra de politie een pro bleem signaleert waar een functionele ambtenaar bij nodig is voor het verlenen van bijstand, bijvoorbeeld op psychisch of financieel gebied, dan belt ze meteen de desbetreffende welzijnswerker. Er is tot nu toe geen enkel probleem in die dienstverlening geweest. De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter! Ik heb een paar punten van orde. Ik herinner eraan dat wij allen in de algemene be schouwingen plechtig hebben gezegd dat wij efficiënt zouden vergader en. In ons vergaderschema staat dat wij vanochtend vijf tien minuten pauzeren. Het is nu zowat elf uur. Mo gen wij de pauze vanmorgen nog tegemoet zien? Zo ja, dan moet er niet te lang mee worden gewacht, want anders heeft het geen zin meer. Ik zou het op prijs stellen wanneer de secretaris ons er vóór de pauze een inzicht in gaf wat onze spreek tijd is geweest, zodat wij ons erover kunnen beraden of wij te lang dan wel niet lang genoeg hebben ge sproken. De VOORZITTER: Ik vind de pauze een goede zaak, mijnheer Van Poppelen, maar merkwaardigerwijze 303

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1976 | | pagina 304