pas. Uit ieder rapport vloeien financiële verplichtin
gen voort. Het lijkt mij dat alles wat vlotter zal kun
nen worden afgewerkt wanneer je rechtspersoon bent
en als zodanig kunt afspreken: Wij vragen per gemeente
een bepaald bedrag.
Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: Me
vrouw de voorzitter! Zou het niet mogelijk zijn om te
komen tot een dependance van een apotheek in sa
menwerking met de kruisverenigingen in het medisch
centrum dat er in Soesterberg komt?
Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN-
BERG: Dan moet die apotheek er natuurlijk wel
brood in zien.
Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: Het is
misschien te proberen.
Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Mevrouw
de voorzitter! Ik ben blij met de toezegging van de
wethouder om te gaan bekijken welke diensten van
Amersfoort kunnen worden overgenomen.
Met wat ik heb gezegd over het door Soest zelf op
richten van een dienst heb ik niet bedoeld te zeggen,
dat wij nu zo maar zonder meer iets uit de grond
zouden moeten stampen. De gedachte die er achter
ligt is gewoon dat ik vind dat, nu er al zo lang over is
gesproken, wij iets moeten doen, ook ten opzichte
van de bevolking. Dat gaat nu blijkens de woorden
van de wethouder inderdaad gebeuren, ook in een
ruimer kader dan dat van alleen de gezondheidsvoor
lichting en -opvoeding.
Wat het overleg tussen huisartsen en apothekers be
treft is het natuurlijk zo dat eerst het overleg moet
plaats vinden in de commissie gezondheidszorg. De
ze commissie is juist ingesteld voor adviezen aan
burgemeester en wethouders en dat betekent ook, dat
de initiatieven die burgemeester en wethouders van
plan zijn te nemen, met de commissie worden door
gesproken.
Ik blijf van mening dat voor dit soort activiteiten de
deskundigheid bij de gemeente aanwezig is, omdat
het in dezen niet zozeer om het vaktechnische in
houdelijke, maar veel meer om het stimuleren en het
coördineren gaat. Ik begrijp wel dat het toch vrij veel
werk vraagt en dat het niet altijd even bevredigend
kan lopen, maar ik geloof dat wij moeten blijven po
gen om het gesprek op gang te houden. Wanneer
wij steeds zeggen dat dingen moeilijk lopen, dan krijg
je op een gegeven moment bij een bepaalde groep
het bekende sociologische verschijnsel, dat de groep
zich daar inderdaad naar gaat gedragen.
De heer LANGE: Mevrouw de voorzitter! Mijn vra
gen en opmerkingen zijn heel adequaat beantwoord.
Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN-
BERG: Mevrouw de voorzitter! Ik interrumpeerde
zoeven erg onbeleefd, maar er is beslist geprobeerd
om een dependance van een apotheker in Soesterberg
te krijgen. Die pogingen zijn mislukt.
De deskundigheid om te stimuleren en te coördineren
is natuurlijk binnen een ambtelijk apparaat altijd aan
wezig. Dat kan iedereen. Daarover ben ik het met me
vrouw Van Gelder eens. Maar als wij zien welk een
breed terrein volksgezondheid beslaat en hoe de be
zetting van onze afdeling welzijn is, dan moeten wij
ook eerlijk zeggen dat wij daar een extra ambtenaar
voor zouden moeten hebben. En die hebben wij op
dit moment nog niet.
De heer VAN AALST: Mevrouw de voorzitter! Met
betrekking tot de hulpverlening van Amersfoort bij
het vervoer van gewonden uit Soesterberg weet ik ze
ker dat het meermalen is voorgekomen dat een ge
wonde minstens twintig minuten op straat heeft gele
gen voordat er een ambulance uit Amersfoort kwam.
Ik vind dat een kwalijke zaak. Wie meldt de ambu
lance? Moet dat per se door een arts of de politie ge
beuren? Ik heb de ervaring dat een burger de ambu
lance niet kan oproepen. Ik heb daar wel begrip voor
maar het geeft natuurlijk wel een tijdprobleem.
Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN-
BERG: Mevrouw de voorzitter! Er is mij uit het af
gelopenjaar één geval bekend waarin een patiënt heel
lang op de ambulance heeft moeten wachten. Er had
den toen vier ongevallen tegelijk plaats gevonden en
dan is het natuurlijk altijd moeilijk. Als het inderdaad
vaker voorkomt dat patiënten te lang op straat blij
ven liggen dan zullen wij dat met de g.g.d. in Amers
foort opnemen. Maar dan wil ik wel graag feiten heb
ben, want anders hoefje niet aan te komen.
De heer STORIMANS: Ik hoop dat u nooit die fei
ten krijgt.
De heer VAN AALST: Mag als blijkt dat er lang moet
worden gewacht een beroep worden gedaan op
Soest?
Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN-
BERG: Er wordt nooit alleen naar Amersfoort ge
beld, mevrouw de voorzitter. Het loopt altijd via de
centrale meldpost en de ambulance die het dichtst bij
is en beschikbaar is, wordt gestuurd.
De heer VAN AALST: Neen, dat is niet waar. Het
loopt niet via de centrale meldpost.
De VOORZITTER: Dan moeten wij dat nog eens
even concreet uitzoeken. Ik heb het gevoel dat voor
Soesterberg in de eerste plaats Amersfoort moet uit
rukken. Wanneer alles uit Amersfoort weg is dan is
het een normale zaak dat de omgeving wordt gewaar
schuwd. Maar dan ben je wat tijd betreft een eindje
op weg. Je kunt natuurlijk niet drie plaatsen tegelijk
oproepen, net zo min als je burgers kunt laten oproe
pen. Want wie betaalt het? Dat is het punt.
De heer LANGE: Maar het is in aantocht, mevrouw
de voorzitter.
De VOORZITTER: Ja.
De heer LANGE: Wij hebben nog geen centrale
meldpost, maar zodra die er zal zijn, kan er een goede
coördinatie ten aanzien van de gehele dienst plaats
vinden.
De VOORZITTER: Inderdaad.
Hoofdstuk IV, Volksgezondheid, wordt zonder hoof
delijke stemming voorlopig vastgesteld.
Hoofdstuk V, Volkshuisvesting.
De VOORZITTER: Dames en heren! Dit hoofdstuk
heet nog altijd „Volkshuisvesting", maar wij hebben
verleden jaar ook afgesproken, dat ook de opmerkin
gen ten aanzien van de ruimtelijke ordening bij de be
handeling van dit hoofdstuk zouden worden gemaakt.
Vroeger deden wij dat wel eens bij hoofdstuk II, maar
dan zaten wij vast aan de post „Stedebouwkundige
adviezen" en dat vonden wij ook een beetje moeizaam.
De heer MENNE: Mevrouw de voorzitter! De C.D.A.-
fractie heeft de indruk dat het college niet voldoende
gebruik maakt van de wettelijke mogelijkheden om
voor de Soester bevolking rijksbijdragen te verkrijgen
op het gebied van de volkshuisvesting. Wij willen dit
ondersteunen met vier concrete voorbeelden:
308